steengoed
Dutch (Brabantic)
/steːŋˈɣut/, /ˈsteːŋɣut/
adj
Definitions
- (colloquial) damn good, unsurpassably good
Etymology
Compound from Dutch, Flemish steen (stone, rock) + Dutch, Flemish goed (good, goods, ware, property, well, commodity).
Origin
Dutch (Brabantic)
goed
Gloss
good, goods, ware, property, well, commodity
Concept
Semantic Field
Emotions and values
Ontological Category
Property
Kanji
良, 善
Emoji
🦸 🦸♀️ 🦸♂️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- arduinsteen Dutch, Flemish
- azuursteen Dutch, Flemish
- baksteen Dutch, Flemish
- barnsteen Dutch, Flemish
- beddegoed Dutch, Flemish
- beddengoed Dutch, Flemish
- bovengoed Dutch, Flemish
- bruidsgoed Dutch, Flemish
- damsteen Dutch, Flemish
- dondersteen Dutch, Flemish
- edelsteen Dutch, Flemish
- erfgoed Dutch, Flemish
- galsteen Dutch, Flemish
- gedachtegoed Dutch, Flemish
- gemeengoed Dutch, Flemish
- goed Dutch, Flemish
- goedaardig Dutch, Flemish
- goederenwagon Dutch, Flemish
- goedertieren Dutch, Flemish
- goedgelovig Dutch, Flemish
- goedhartig Dutch, Flemish
- goedheid Dutch, Flemish
- goedheiligman Dutch, Flemish
- goedkeuren Dutch, Flemish
- goedlachs Dutch, Flemish
- goedmaken Dutch, Flemish
- goedmens Dutch, Flemish
- goednieuwsshow Dutch, Flemish
- goedwil Dutch, Flemish
- gootsteen Dutch, Flemish
- grafsteen Dutch, Flemish
- granaatsteen Dutch, Flemish
- hagelsteen Dutch, Flemish
- hoeksteen Dutch, Flemish
- keigoed Dutch, Flemish
- klappersteen Dutch, Flemish
- landgoed Dutch, Flemish
- leengoed Dutch, Flemish
- linnengoed Dutch, Flemish
- luchtsteen Dutch, Flemish
- molensteen Dutch, Flemish
- nachtgoed Dutch, Flemish
- niersteen Dutch, Flemish
- ondergoed Dutch, Flemish
- rafelsteen Dutch, Flemish
- schoorsteen Dutch, Flemish
- siltsteen Dutch, Flemish
- snoepgoed Dutch, Flemish
- speelgoed Dutch, Flemish
- steen Dutch, Flemish
- steenachtig Dutch, Flemish
- steenarend Dutch, Flemish
- steenberg Dutch, Flemish
- steenezel Dutch, Flemish
- steenfruit Dutch, Flemish
- steengroeve Dutch, Flemish
- steengruis Dutch, Flemish
- steenhouwer Dutch, Flemish
- steenkool Dutch, Flemish
- steenkoud Dutch, Flemish
- steenmarter Dutch, Flemish
- steenmot Dutch, Flemish
- steenolie Dutch, Flemish
- steenpapier Dutch, Flemish
- steenpuist Dutch, Flemish
- steenrijk Dutch, Flemish
- steenslag Dutch, Flemish
- steentijd Dutch, Flemish
- steentijdperk Dutch, Flemish
- steentijdvak Dutch, Flemish
- steenuil Dutch, Flemish
- steenvrucht Dutch, Flemish
- steenwortel Dutch, Flemish
- steenzout Dutch, Flemish
- stenen Dutch, Flemish
- stenig Dutch, Flemish
- straatsteen Dutch, Flemish
- strooigoed Dutch, Flemish
- suikergoed Dutch, Flemish
- tandsteen Dutch, Flemish
- theegoed Dutch, Flemish
- toetssteen Dutch, Flemish
- travertijnsteen Dutch, Flemish
- tufsteen Dutch, Flemish
- vastgoed Dutch, Flemish
- vuursteen Dutch, Flemish
- wasgoed Dutch, Flemish
- wetsteen Dutch, Flemish
- wijnsteen Dutch, Flemish
- witgoed Dutch, Flemish
- zaaigoed Dutch, Flemish
- zandsteen Dutch, Flemish
- zeepsteen Dutch, Flemish
- zeilsteen Dutch, Flemish
- zoemsteen Dutch, Flemish
- zwerfsteen Dutch, Flemish
- goet Middle Dutch
- stêen Middle Dutch
- goed Afrikaans
- steen Afrikaans
- steenkool Afrikaans
- goed
- steen
- stenig
- stenen
- wasgoed
- keigoed
- erfgoed
- witgoed
- goedwil
- goedmens
- vastgoed
- steenmot
- baksteen
- landgoed
- galsteen
- goedheid
- tufsteen
- zaaigoed
- damsteen
- steenuil
- wetsteen
- leengoed
- theegoed
- barnsteen
- steenolie
- tandsteen
- hoeksteen
- steenkoud
- niersteen
- steenkool
- steenberg
- wijnsteen
- speelgoed
- nachtgoed
- ondergoed
- steentijd
- steenezel
- vuursteen
- steenrijk
- zandsteen
- steenslag
- steenzout
- gootsteen
- grafsteen
- zeepsteen
- beddegoed
- snoepgoed
- zoemsteen
- goedmaken
- siltsteen
- goedlachs
- zeilsteen
- bovengoed
- edelsteen
- zwerfsteen
- azuursteen
- suikergoed
- steenpuist
- luchtsteen
- hagelsteen
- bruidsgoed
- toetssteen
- strooigoed
- steenfruit
- goedkeuren
- steenarend
- goedaardig
- rafelsteen
- goedhartig
- steengruis
- linnengoed
- gemeengoed
- beddengoed
- molensteen
- steengroeve
- steenwortel
- dondersteen
- straatsteen
- goedgelovig
- steenmarter
- schoorsteen
- steenhouwer
- arduinsteen
- steenachtig
- steenpapier
- steenvrucht
- gedachtegoed
- granaatsteen
- klappersteen
- goedertieren
- steentijdvak
- goedheiligman
- steentijdperk
- goederenwagon
- goednieuwsshow
- travertijnsteen