dondersteen
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- thunderstone, fulgurite or one of several objects (historically) thought to originate from lightning
- rascal, scamp
Etymology
Compound from Dutch, Flemish donder (thunder, drop, fall) + Dutch, Flemish steen (stone, rock).
Origin
Dutch (Brabantic)
steen
Gloss
stone, rock
Concept
Semantic Field
Food and drink
Ontological Category
Classifier
Kanji
岩, 巌
Emoji
🗿 🪨
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Donner English
- donder and blitzen English
- arduinsteen Dutch, Flemish
- azuursteen Dutch, Flemish
- baksteen Dutch, Flemish
- barnsteen Dutch, Flemish
- damsteen Dutch, Flemish
- donder Dutch, Flemish
- donderbeitel Dutch, Flemish
- donderbus Dutch, Flemish
- donderen Dutch, Flemish
- dondergod Dutch, Flemish
- donderkloot Dutch, Flemish
- donderpad Dutch, Flemish
- donderroe Dutch, Flemish
- donderroede Dutch, Flemish
- donderstorm Dutch, Flemish
- donderstraal Dutch, Flemish
- donderwolk Dutch, Flemish
- edelsteen Dutch, Flemish
- galsteen Dutch, Flemish
- gootsteen Dutch, Flemish
- grafsteen Dutch, Flemish
- granaatsteen Dutch, Flemish
- hagelsteen Dutch, Flemish
- hoeksteen Dutch, Flemish
- klappersteen Dutch, Flemish
- luchtsteen Dutch, Flemish
- molensteen Dutch, Flemish
- niersteen Dutch, Flemish
- opdonder Dutch, Flemish
- raasdonder Dutch, Flemish
- rafelsteen Dutch, Flemish
- schoorsteen Dutch, Flemish
- siltsteen Dutch, Flemish
- steen Dutch, Flemish
- steenachtig Dutch, Flemish
- steenarend Dutch, Flemish
- steenberg Dutch, Flemish
- steenezel Dutch, Flemish
- steenfruit Dutch, Flemish
- steengoed Dutch, Flemish
- steengroeve Dutch, Flemish
- steengruis Dutch, Flemish
- steenhouwer Dutch, Flemish
- steenkool Dutch, Flemish
- steenkoud Dutch, Flemish
- steenmarter Dutch, Flemish
- steenmot Dutch, Flemish
- steenolie Dutch, Flemish
- steenpapier Dutch, Flemish
- steenpuist Dutch, Flemish
- steenrijk Dutch, Flemish
- steenslag Dutch, Flemish
- steentijd Dutch, Flemish
- steentijdperk Dutch, Flemish
- steentijdvak Dutch, Flemish
- steenuil Dutch, Flemish
- steenvrucht Dutch, Flemish
- steenwortel Dutch, Flemish
- steenzout Dutch, Flemish
- stenen Dutch, Flemish
- stenig Dutch, Flemish
- straatsteen Dutch, Flemish
- tandsteen Dutch, Flemish
- toetssteen Dutch, Flemish
- travertijnsteen Dutch, Flemish
- tufsteen Dutch, Flemish
- vuursteen Dutch, Flemish
- wetsteen Dutch, Flemish
- wijnsteen Dutch, Flemish
- zandsteen Dutch, Flemish
- zeepsteen Dutch, Flemish
- zeilsteen Dutch, Flemish
- zoemsteen Dutch, Flemish
- zwerfsteen Dutch, Flemish
- donre Middle Dutch
- stêen Middle Dutch
- donder Afrikaans
- steen Afrikaans
- steenkool Afrikaans
- steen
- stenig
- donder
- stenen
- steenmot
- baksteen
- opdonder
- galsteen
- donderen
- tufsteen
- damsteen
- steenuil
- wetsteen
- barnsteen
- steenolie
- tandsteen
- hoeksteen
- steenkoud
- niersteen
- steenberg
- steenkool
- wijnsteen
- donderbus
- donderpad
- steentijd
- steenezel
- vuursteen
- steenrijk
- zandsteen
- steenslag
- steenzout
- gootsteen
- grafsteen
- zeepsteen
- steengoed
- zoemsteen
- siltsteen
- donderroe
- zeilsteen
- dondergod
- edelsteen
- zwerfsteen
- azuursteen
- steenpuist
- luchtsteen
- hagelsteen
- toetssteen
- steenfruit
- steenarend
- raasdonder
- rafelsteen
- steengruis
- donderwolk
- molensteen
- steengroeve
- steenwortel
- straatsteen
- steenmarter
- schoorsteen
- steenhouwer
- arduinsteen
- steenachtig
- donderkloot
- donderroede
- steenpapier
- steenvrucht
- donderstorm
- donderstraal
- granaatsteen
- donderbeitel
- klappersteen
- steentijdvak
- steentijdperk
- travertijnsteen