scheepsgenoot
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- A shipmate, crewmate, fellow crewmember of the same ship
Etymology
Affix from Dutch, Flemish schip (ship) + Dutch, Flemish genoot (fellow, companion, fellow member, partner, mate).
Origin
Dutch (Brabantic)
genoot
Gloss
fellow, companion, fellow member, partner, mate
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Vikingschip Dutch, Flemish
- achterschip Dutch, Flemish
- ambtgenoot Dutch, Flemish
- ballastscheeps Dutch, Flemish
- bedgenoot Dutch, Flemish
- beurtschip Dutch, Flemish
- binnenschip Dutch, Flemish
- binnenvaartschip Dutch, Flemish
- bondgenoot Dutch, Flemish
- boorschip Dutch, Flemish
- brandschip Dutch, Flemish
- celgenoot Dutch, Flemish
- cruiseschip Dutch, Flemish
- deelgenoot Dutch, Flemish
- disgenoot Dutch, Flemish
- dorpsgenoot Dutch, Flemish
- echtgenoot Dutch, Flemish
- fluitschip Dutch, Flemish
- geloofsgenoot Dutch, Flemish
- genoot Dutch, Flemish
- genootschap Dutch, Flemish
- genote Dutch, Flemish
- handelsgenoot Dutch, Flemish
- handelsschip Dutch, Flemish
- hospitaalkerkschip Dutch, Flemish
- hospitaalschip Dutch, Flemish
- huisgenoot Dutch, Flemish
- kaperschip Dutch, Flemish
- klasgenoot Dutch, Flemish
- kleinscheeps Dutch, Flemish
- kofschip Dutch, Flemish
- koopvaardijschip Dutch, Flemish
- kruitschip Dutch, Flemish
- landgenoot Dutch, Flemish
- lastschip Dutch, Flemish
- lichtschip Dutch, Flemish
- lotgenoot Dutch, Flemish
- luchtschip Dutch, Flemish
- medegenoot Dutch, Flemish
- moederschip Dutch, Flemish
- motorschip Dutch, Flemish
- munitieschip Dutch, Flemish
- naamgenoot Dutch, Flemish
- narrenschip Dutch, Flemish
- oorlogsschip Dutch, Flemish
- opleidingsschip Dutch, Flemish
- opschepen Dutch, Flemish
- piratenschip Dutch, Flemish
- plaatsgenoot Dutch, Flemish
- ploeggenoot Dutch, Flemish
- prijsschip Dutch, Flemish
- raderschip Dutch, Flemish
- ramschip Dutch, Flemish
- reisgenoot Dutch, Flemish
- rivierschip Dutch, Flemish
- roversschip Dutch, Flemish
- ruimteschip Dutch, Flemish
- scheepbouw Dutch, Flemish
- scheepsanker Dutch, Flemish
- scheepsbel Dutch, Flemish
- scheepsbemanning Dutch, Flemish
- scheepsblok Dutch, Flemish
- scheepsboot Dutch, Flemish
- scheepsbouw Dutch, Flemish
- scheepsbouwer Dutch, Flemish
- scheepshuid Dutch, Flemish
- scheepsjongen Dutch, Flemish
- scheepsjournaal Dutch, Flemish
- scheepskameel Dutch, Flemish
- scheepskanon Dutch, Flemish
- scheepskok Dutch, Flemish
- scheepslog Dutch, Flemish
- scheepsmast Dutch, Flemish
- scheepsramp Dutch, Flemish
- scheepsromp Dutch, Flemish
- scheepsruim Dutch, Flemish
- scheepsschroef Dutch, Flemish
- scheepsvracht Dutch, Flemish
- scheepswerf Dutch, Flemish
- scheepswrak Dutch, Flemish
- scheepvaart Dutch, Flemish
- schip Dutch, Flemish
- schipbreuk Dutch, Flemish
- schipper Dutch, Flemish
- schommelschip Dutch, Flemish
- schoolgenoot Dutch, Flemish
- slagschip Dutch, Flemish
- slavenschip Dutch, Flemish
- soortgenoot Dutch, Flemish
- spookschip Dutch, Flemish
- stamgenoot Dutch, Flemish
- tijdgenoot Dutch, Flemish
- tochtgenoot Dutch, Flemish
- vent Dutch, Flemish
- vissersschip Dutch, Flemish
- vlaggenschip Dutch, Flemish
- vliegdekschip Dutch, Flemish
- vliegkampschip Dutch, Flemish
- voorraadschip Dutch, Flemish
- vrachtschip Dutch, Flemish
- zeeroversschip Dutch, Flemish
- zeeschip Dutch, Flemish
- genoot Middle Dutch
- schip Middle Dutch
- skip Afrikaans
- vent
- schip
- genote
- genoot
- zeeschip
- ramschip
- schipper
- kofschip
- lotgenoot
- slagschip
- celgenoot
- bedgenoot
- lastschip
- boorschip
- disgenoot
- opschepen
- scheepsbel
- scheepskok
- luchtschip
- echtgenoot
- prijsschip
- deelgenoot
- tijdgenoot
- medegenoot
- lichtschip
- raderschip
- klasgenoot
- ambtgenoot
- fluitschip
- schipbreuk
- brandschip
- scheepslog
- kruitschip
- landgenoot
- scheepbouw
- kaperschip
- beurtschip
- bondgenoot
- spookschip
- huisgenoot
- naamgenoot
- stamgenoot
- reisgenoot
- motorschip
- tochtgenoot
- scheepsboot
- scheepsbouw
- scheepswerf
- scheepshuid
- Vikingschip
- ruimteschip
- roversschip
- scheepsmast
- narrenschip
- scheepsruim
- binnenschip
- scheepsromp
- achterschip
- cruiseschip
- dorpsgenoot
- soortgenoot
- vrachtschip
- scheepvaart
- scheepswrak
- scheepsramp
- slavenschip
- rivierschip
- ploeggenoot
- scheepsblok
- moederschip
- genootschap
- schoolgenoot
- oorlogsschip
- scheepsanker
- plaatsgenoot
- handelsschip
- vissersschip
- scheepskanon
- kleinscheeps
- piratenschip
- munitieschip
- vlaggenschip
- handelsgenoot
- schommelschip
- voorraadschip
- scheepsbouwer
- vliegdekschip
- scheepskameel
- scheepsvracht
- scheepsjongen
- geloofsgenoot
- vliegkampschip
- zeeroversschip
- ballastscheeps
- hospitaalschip
- scheepsschroef
- opleidingsschip
- scheepsjournaal
- binnenvaartschip
- koopvaardijschip
- scheepsbemanning
- hospitaalkerkschip