brandschip
Dutch (Brabantic)
/ˈbrɑnt.sxɪp/
noun
Definitions
- (nautical) fireship
Etymology
Compound from Dutch, Flemish branden (burn, distill) + Dutch, Flemish schip (ship).
Origin
Dutch (Brabantic)
schip
Gloss
ship
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Classifier
Emoji
⚓️ ⛵️ 🚢 🚤 🛥️ 🛳️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Vikingschip Dutch, Flemish
- aanbranden Dutch, Flemish
- achterschip Dutch, Flemish
- afbranden Dutch, Flemish
- ballastscheeps Dutch, Flemish
- beurtschip Dutch, Flemish
- binnenschip Dutch, Flemish
- binnenvaartschip Dutch, Flemish
- boorschip Dutch, Flemish
- brand Dutch, Flemish
- brandbaar Dutch, Flemish
- branden Dutch, Flemish
- brander Dutch, Flemish
- brandewijn Dutch, Flemish
- brandhout Dutch, Flemish
- branding Dutch, Flemish
- brandmerk Dutch, Flemish
- brandmiddel Dutch, Flemish
- brandnetel Dutch, Flemish
- brandoffer Dutch, Flemish
- brandspiegel Dutch, Flemish
- brandstapel Dutch, Flemish
- brandstof Dutch, Flemish
- brandzalf Dutch, Flemish
- cruiseschip Dutch, Flemish
- fluitschip Dutch, Flemish
- handelsschip Dutch, Flemish
- herbranden Dutch, Flemish
- hospitaalkerkschip Dutch, Flemish
- hospitaalschip Dutch, Flemish
- kaperschip Dutch, Flemish
- kleinscheeps Dutch, Flemish
- kofschip Dutch, Flemish
- koopvaardijschip Dutch, Flemish
- kruitschip Dutch, Flemish
- lastschip Dutch, Flemish
- lichtschip Dutch, Flemish
- luchtschip Dutch, Flemish
- moederschip Dutch, Flemish
- motorschip Dutch, Flemish
- munitieschip Dutch, Flemish
- narrenschip Dutch, Flemish
- ontbranden Dutch, Flemish
- oorlogsschip Dutch, Flemish
- opleidingsschip Dutch, Flemish
- opschepen Dutch, Flemish
- piratenschip Dutch, Flemish
- platbranden Dutch, Flemish
- prijsschip Dutch, Flemish
- raderschip Dutch, Flemish
- ramschip Dutch, Flemish
- rivierschip Dutch, Flemish
- roversschip Dutch, Flemish
- ruimteschip Dutch, Flemish
- scheepbouw Dutch, Flemish
- scheepsanker Dutch, Flemish
- scheepsbel Dutch, Flemish
- scheepsbemanning Dutch, Flemish
- scheepsblok Dutch, Flemish
- scheepsboot Dutch, Flemish
- scheepsbouw Dutch, Flemish
- scheepsbouwer Dutch, Flemish
- scheepsgenoot Dutch, Flemish
- scheepshuid Dutch, Flemish
- scheepsjongen Dutch, Flemish
- scheepsjournaal Dutch, Flemish
- scheepskameel Dutch, Flemish
- scheepskanon Dutch, Flemish
- scheepskok Dutch, Flemish
- scheepslog Dutch, Flemish
- scheepsmast Dutch, Flemish
- scheepsramp Dutch, Flemish
- scheepsromp Dutch, Flemish
- scheepsruim Dutch, Flemish
- scheepsschroef Dutch, Flemish
- scheepsvracht Dutch, Flemish
- scheepswerf Dutch, Flemish
- scheepswrak Dutch, Flemish
- scheepvaart Dutch, Flemish
- schip Dutch, Flemish
- schipbreuk Dutch, Flemish
- schipper Dutch, Flemish
- schommelschip Dutch, Flemish
- slagschip Dutch, Flemish
- slavenschip Dutch, Flemish
- spookschip Dutch, Flemish
- verbranden Dutch, Flemish
- vissersschip Dutch, Flemish
- vlaggenschip Dutch, Flemish
- vliegdekschip Dutch, Flemish
- vliegkampschip Dutch, Flemish
- voorraadschip Dutch, Flemish
- vrachtschip Dutch, Flemish
- zeeroversschip Dutch, Flemish
- zeeschip Dutch, Flemish
- branden Middle Dutch
- schip Middle Dutch
- skip Afrikaans
- brand
- schip
- brander
- branden
- ramschip
- schipper
- branding
- kofschip
- zeeschip
- afbranden
- brandzalf
- lastschip
- boorschip
- brandmerk
- brandstof
- opschepen
- slagschip
- brandbaar
- brandhout
- scheepsbel
- scheepslog
- brandnetel
- kruitschip
- scheepbouw
- kaperschip
- scheepskok
- luchtschip
- beurtschip
- brandoffer
- herbranden
- prijsschip
- verbranden
- lichtschip
- raderschip
- spookschip
- brandewijn
- fluitschip
- schipbreuk
- ontbranden
- aanbranden
- motorschip
- achterschip
- cruiseschip
- scheepsboot
- scheepsbouw
- platbranden
- brandmiddel
- vrachtschip
- scheepvaart
- scheepswrak
- scheepsramp
- slavenschip
- scheepswerf
- scheepshuid
- Vikingschip
- rivierschip
- ruimteschip
- roversschip
- brandstapel
- scheepsmast
- narrenschip
- scheepsruim
- scheepsblok
- binnenschip
- scheepsromp
- moederschip
- scheepskanon
- kleinscheeps
- oorlogsschip
- scheepsanker
- brandspiegel
- piratenschip
- handelsschip
- munitieschip
- vissersschip
- vlaggenschip
- scheepsbouwer
- schommelschip
- vliegdekschip
- scheepskameel
- voorraadschip
- scheepsgenoot
- scheepsvracht
- scheepsjongen
- zeeroversschip
- vliegkampschip
- ballastscheeps
- hospitaalschip
- scheepsschroef
- opleidingsschip
- scheepsjournaal
- binnenvaartschip
- scheepsbemanning
- koopvaardijschip
- hospitaalkerkschip