moederschip
Dutch (Brabantic)
/ˈmu.dərˌsxɪp/
noun
Definitions
- mothership ship functioning as a base for other vessels
Etymology
Compound from Dutch, Flemish moeder (mother, uterus, womb) + Dutch, Flemish schip (ship).
Origin
Dutch (Brabantic)
schip
Gloss
ship
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Classifier
Emoji
⚓️ ⛵️ 🚢 🚤 🛥️ 🛳️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Moederdag Dutch, Flemish
- Vikingschip Dutch, Flemish
- aartsmoeder Dutch, Flemish
- achterschip Dutch, Flemish
- baarmoeder Dutch, Flemish
- bakermoeder Dutch, Flemish
- ballastscheeps Dutch, Flemish
- behuwdmoeder Dutch, Flemish
- betovergrootmoeder Dutch, Flemish
- beurtschip Dutch, Flemish
- binnenmoeder Dutch, Flemish
- binnenschip Dutch, Flemish
- binnenvaartschip Dutch, Flemish
- bonusmoeder Dutch, Flemish
- boorschip Dutch, Flemish
- brandschip Dutch, Flemish
- buitenmoeder Dutch, Flemish
- cruiseschip Dutch, Flemish
- duomoeder Dutch, Flemish
- fluitschip Dutch, Flemish
- grootmoeder Dutch, Flemish
- handelsschip Dutch, Flemish
- hondenmoeder Dutch, Flemish
- hospitaalkerkschip Dutch, Flemish
- hospitaalschip Dutch, Flemish
- kaperschip Dutch, Flemish
- kattenmoeder Dutch, Flemish
- kleinscheeps Dutch, Flemish
- kofschip Dutch, Flemish
- koningin-moeder Dutch, Flemish
- koopvaardijschip Dutch, Flemish
- kruikenmoeder Dutch, Flemish
- kruitschip Dutch, Flemish
- kunstmoeder Dutch, Flemish
- lastschip Dutch, Flemish
- lichtschip Dutch, Flemish
- luchtschip Dutch, Flemish
- moeder Dutch, Flemish
- moederbord Dutch, Flemish
- moederfiets Dutch, Flemish
- moedergodin Dutch, Flemish
- moederhuis Dutch, Flemish
- moederland Dutch, Flemish
- moederliefde Dutch, Flemish
- moederlijk Dutch, Flemish
- moederloog Dutch, Flemish
- moedermelk Dutch, Flemish
- moedermoord Dutch, Flemish
- moedernaakt Dutch, Flemish
- moedernegotie Dutch, Flemish
- moederschap Dutch, Flemish
- moedersterfte Dutch, Flemish
- moedertaal Dutch, Flemish
- moedervlek Dutch, Flemish
- moederziel alleen Dutch, Flemish
- motorschip Dutch, Flemish
- munitieschip Dutch, Flemish
- narrenschip Dutch, Flemish
- onderzeeboot Dutch, Flemish
- onderzeebootmoederschip Dutch, Flemish
- onthaalmoeder Dutch, Flemish
- oorlogsschip Dutch, Flemish
- opleidingsschip Dutch, Flemish
- opschepen Dutch, Flemish
- overgrootmoeder Dutch, Flemish
- piratenschip Dutch, Flemish
- pleegmoeder Dutch, Flemish
- prijsschip Dutch, Flemish
- raderschip Dutch, Flemish
- ramschip Dutch, Flemish
- ravenmoeder Dutch, Flemish
- rivierschip Dutch, Flemish
- roversschip Dutch, Flemish
- ruimteschip Dutch, Flemish
- scheepbouw Dutch, Flemish
- scheepsanker Dutch, Flemish
- scheepsbel Dutch, Flemish
- scheepsbemanning Dutch, Flemish
- scheepsblok Dutch, Flemish
- scheepsboot Dutch, Flemish
- scheepsbouw Dutch, Flemish
- scheepsbouwer Dutch, Flemish
- scheepsgenoot Dutch, Flemish
- scheepshuid Dutch, Flemish
- scheepsjongen Dutch, Flemish
- scheepsjournaal Dutch, Flemish
- scheepskameel Dutch, Flemish
- scheepskanon Dutch, Flemish
- scheepskok Dutch, Flemish
- scheepslog Dutch, Flemish
- scheepsmast Dutch, Flemish
- scheepsramp Dutch, Flemish
- scheepsromp Dutch, Flemish
- scheepsruim Dutch, Flemish
- scheepsschroef Dutch, Flemish
- scheepsvracht Dutch, Flemish
- scheepswerf Dutch, Flemish
- scheepswrak Dutch, Flemish
- scheepvaart Dutch, Flemish
- schip Dutch, Flemish
- schipbreuk Dutch, Flemish
- schipper Dutch, Flemish
- schommelschip Dutch, Flemish
- schoonmoeder Dutch, Flemish
- slagschip Dutch, Flemish
- slavenschip Dutch, Flemish
- spookschip Dutch, Flemish
- stiefmoeder Dutch, Flemish
- vissersschip Dutch, Flemish
- vlaggenschip Dutch, Flemish
- vliegdekschip Dutch, Flemish
- vliegkampschip Dutch, Flemish
- vliegtuig Dutch, Flemish
- vliegtuigmoederschip Dutch, Flemish
- voorraadschip Dutch, Flemish
- vrachtschip Dutch, Flemish
- zeeroversschip Dutch, Flemish
- zeeschip Dutch, Flemish
- moeder Middle Dutch
- schip Middle Dutch
- moeder Afrikaans
- skip Afrikaans
- schip
- moeder
- ramschip
- schipper
- kofschip
- zeeschip
- Moederdag
- vliegtuig
- lastschip
- boorschip
- opschepen
- slagschip
- duomoeder
- scheepsbel
- baarmoeder
- scheepslog
- kruitschip
- scheepbouw
- kaperschip
- scheepskok
- luchtschip
- beurtschip
- prijsschip
- moedermelk
- moedertaal
- lichtschip
- moederhuis
- moedervlek
- raderschip
- spookschip
- moederlijk
- fluitschip
- schipbreuk
- moederbord
- moederland
- brandschip
- moederloog
- motorschip
- achterschip
- cruiseschip
- moedermoord
- pleegmoeder
- scheepsboot
- grootmoeder
- scheepsbouw
- moederfiets
- vrachtschip
- scheepvaart
- scheepswrak
- scheepsramp
- slavenschip
- ravenmoeder
- scheepswerf
- scheepshuid
- moedergodin
- Vikingschip
- rivierschip
- ruimteschip
- moedernaakt
- roversschip
- aartsmoeder
- kunstmoeder
- scheepsmast
- bonusmoeder
- narrenschip
- scheepsruim
- bakermoeder
- scheepsblok
- binnenschip
- stiefmoeder
- scheepsromp
- moederschap
- buitenmoeder
- hondenmoeder
- scheepskanon
- binnenmoeder
- moederliefde
- kleinscheeps
- oorlogsschip
- scheepsanker
- piratenschip
- kattenmoeder
- onderzeeboot
- handelsschip
- schoonmoeder
- munitieschip
- vissersschip
- vlaggenschip
- behuwdmoeder
- scheepsbouwer
- onthaalmoeder
- schommelschip
- vliegdekschip
- moedernegotie
- voorraadschip
- scheepskameel
- scheepsgenoot
- scheepsvracht
- moedersterfte
- scheepsjongen
- kruikenmoeder
- zeeroversschip
- vliegkampschip
- ballastscheeps
- hospitaalschip
- scheepsschroef
- opleidingsschip
- scheepsjournaal
- koningin-moeder
- overgrootmoeder
- binnenvaartschip
- scheepsbemanning
- koopvaardijschip
- moederziel alleen
- betovergrootmoeder
- hospitaalkerkschip
- vliegtuigmoederschip
- onderzeebootmoederschip