schoolgenoot
Dutch (Brabantic)
/ˈsxoːl.ɣəˌnoːt/
noun
Definitions
- schoolmate somebody who attended the same school
Etymology
Compound from Dutch, Flemish school (school, shoal of fishes, educational institution) + Dutch, Flemish genoot (fellow, companion, fellow member, partner, mate).
Origin
Dutch (Brabantic)
genoot
Gloss
fellow, companion, fellow member, partner, mate
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- ambtgenoot Dutch, Flemish
- avondschool Dutch, Flemish
- basisschool Dutch, Flemish
- bedgenoot Dutch, Flemish
- bondgenoot Dutch, Flemish
- celgenoot Dutch, Flemish
- deelgenoot Dutch, Flemish
- disgenoot Dutch, Flemish
- dorpsgenoot Dutch, Flemish
- dorpsschool Dutch, Flemish
- dovenschool Dutch, Flemish
- duikschool Dutch, Flemish
- echtgenoot Dutch, Flemish
- geloofsgenoot Dutch, Flemish
- genoot Dutch, Flemish
- genootschap Dutch, Flemish
- genote Dutch, Flemish
- handelsgenoot Dutch, Flemish
- huisgenoot Dutch, Flemish
- jongensschool Dutch, Flemish
- kathedraalschool Dutch, Flemish
- klasgenoot Dutch, Flemish
- kleuterschool Dutch, Flemish
- kloosterschool Dutch, Flemish
- kostschool Dutch, Flemish
- kweekschool Dutch, Flemish
- landgenoot Dutch, Flemish
- lotgenoot Dutch, Flemish
- medegenoot Dutch, Flemish
- meisjesschool Dutch, Flemish
- naamgenoot Dutch, Flemish
- plaatsgenoot Dutch, Flemish
- ploeggenoot Dutch, Flemish
- reisgenoot Dutch, Flemish
- rijschool Dutch, Flemish
- scheepsgenoot Dutch, Flemish
- scholier Dutch, Flemish
- school Dutch, Flemish
- schoolbestuur Dutch, Flemish
- schoolbibliotheek Dutch, Flemish
- schoolbord Dutch, Flemish
- schoolbus Dutch, Flemish
- schoolganger Dutch, Flemish
- schoolgenote Dutch, Flemish
- schoolhoofd Dutch, Flemish
- schooljongen Dutch, Flemish
- schooljuf Dutch, Flemish
- schoolkind Dutch, Flemish
- schoolmeester Dutch, Flemish
- schoolplein Dutch, Flemish
- schoolradio Dutch, Flemish
- schoolreis Dutch, Flemish
- schoolslag Dutch, Flemish
- schoolvos Dutch, Flemish
- schoolziek Dutch, Flemish
- soortgenoot Dutch, Flemish
- sportschool Dutch, Flemish
- stamgenoot Dutch, Flemish
- tijdgenoot Dutch, Flemish
- tochtgenoot Dutch, Flemish
- toneelschool Dutch, Flemish
- tuchtschool Dutch, Flemish
- vent Dutch, Flemish
- sekolah menengah umum Indonesian
- genoot Middle Dutch
- schôle Middle Dutch
- skool Afrikaans
- skol Papiamentu
- skoro Sranan Tongo
- vent
- genote
- school
- genoot
- scholier
- rijschool
- schoolvos
- lotgenoot
- schooljuf
- disgenoot
- bedgenoot
- schoolbus
- celgenoot
- schoolziek
- klasgenoot
- ambtgenoot
- duikschool
- landgenoot
- huisgenoot
- naamgenoot
- stamgenoot
- schoolslag
- echtgenoot
- schoolreis
- reisgenoot
- deelgenoot
- bondgenoot
- tijdgenoot
- medegenoot
- kostschool
- schoolbord
- schoolkind
- dorpsschool
- schoolplein
- dorpsgenoot
- kweekschool
- dovenschool
- ploeggenoot
- sportschool
- schoolradio
- tuchtschool
- tochtgenoot
- avondschool
- soortgenoot
- schoolhoofd
- basisschool
- genootschap
- toneelschool
- schoolganger
- schooljongen
- schoolgenote
- plaatsgenoot
- handelsgenoot
- jongensschool
- meisjesschool
- schoolmeester
- geloofsgenoot
- scheepsgenoot
- schoolbestuur
- kleuterschool
- kloosterschool
- kathedraalschool
- schoolbibliotheek