naamgenoot
Dutch (Brabantic)
/ˈnaːm.ɣəˌnoːt/
noun
Definitions
- A person's homonym, who shares the same name; namesake
Etymology
Affix from Dutch, Flemish naam (name, noun, nominal) + Dutch, Flemish genoot (fellow, companion, fellow member, partner, mate).
Origin
Dutch (Brabantic)
genoot
Gloss
fellow, companion, fellow member, partner, mate
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- achternaam Dutch, Flemish
- ambtgenoot Dutch, Flemish
- artiestennaam Dutch, Flemish
- bedgenoot Dutch, Flemish
- bijnaam Dutch, Flemish
- boekennaam Dutch, Flemish
- bondgenoot Dutch, Flemish
- carnavalsnaam Dutch, Flemish
- celgenoot Dutch, Flemish
- deelgenoot Dutch, Flemish
- deknaam Dutch, Flemish
- disgenoot Dutch, Flemish
- doopnaam Dutch, Flemish
- dorpsgenoot Dutch, Flemish
- echtgenoot Dutch, Flemish
- eigennaam Dutch, Flemish
- familienaam Dutch, Flemish
- gelijknamig Dutch, Flemish
- geloofsgenoot Dutch, Flemish
- genoot Dutch, Flemish
- genootschap Dutch, Flemish
- genote Dutch, Flemish
- geuzennaam Dutch, Flemish
- handelsgenoot Dutch, Flemish
- huisgenoot Dutch, Flemish
- klasgenoot Dutch, Flemish
- koosnaam Dutch, Flemish
- landgenoot Dutch, Flemish
- landnaam Dutch, Flemish
- landsnaam Dutch, Flemish
- lotgenoot Dutch, Flemish
- maandnaam Dutch, Flemish
- medegenoot Dutch, Flemish
- naam Dutch, Flemish
- naambord Dutch, Flemish
- naamchristen Dutch, Flemish
- naamdag Dutch, Flemish
- naamdrager Dutch, Flemish
- naamgever Dutch, Flemish
- naamloos Dutch, Flemish
- naamval Dutch, Flemish
- naamvers Dutch, Flemish
- naamwaarde Dutch, Flemish
- naamwoord Dutch, Flemish
- persoonsnaam Dutch, Flemish
- plaatsgenoot Dutch, Flemish
- plaatsnaam Dutch, Flemish
- ploeggenoot Dutch, Flemish
- reisgenoot Dutch, Flemish
- roepnaam Dutch, Flemish
- scheepsgenoot Dutch, Flemish
- schoolgenoot Dutch, Flemish
- schuilnaam Dutch, Flemish
- soortgenoot Dutch, Flemish
- soortnaam Dutch, Flemish
- stamgenoot Dutch, Flemish
- straatnaam Dutch, Flemish
- tijdgenoot Dutch, Flemish
- tochtgenoot Dutch, Flemish
- troetelnaam Dutch, Flemish
- vent Dutch, Flemish
- vleinaam Dutch, Flemish
- voornaamwoord Dutch, Flemish
- nama lengkap Indonesian
- genoot Middle Dutch
- name Middle Dutch
- naam Afrikaans
- vent
- naam
- genote
- genoot
- bijnaam
- naamdag
- naamval
- deknaam
- naamloos
- koosnaam
- landnaam
- roepnaam
- naamvers
- doopnaam
- vleinaam
- naambord
- eigennaam
- lotgenoot
- maandnaam
- landsnaam
- naamwoord
- disgenoot
- bedgenoot
- soortnaam
- naamgever
- celgenoot
- boekennaam
- klasgenoot
- ambtgenoot
- landgenoot
- huisgenoot
- stamgenoot
- echtgenoot
- naamwaarde
- naamdrager
- straatnaam
- geuzennaam
- reisgenoot
- deelgenoot
- bondgenoot
- medegenoot
- schuilnaam
- tijdgenoot
- achternaam
- plaatsnaam
- troetelnaam
- dorpsgenoot
- ploeggenoot
- tochtgenoot
- soortgenoot
- familienaam
- gelijknamig
- genootschap
- persoonsnaam
- schoolgenoot
- naamchristen
- plaatsgenoot
- handelsgenoot
- voornaamwoord
- carnavalsnaam
- artiestennaam
- geloofsgenoot
- scheepsgenoot