scheepslog
Dutch (Brabantic)
/ˈsxeːps.lɔx/
noun
Definitions
- (nautical) logbook of a ship
Etymology
Compound from Dutch, Flemish schip (ship) + Dutch, Flemish log (log, instrument for measuring speed at sea).
Origin
Dutch (Brabantic)
log
Gloss
log, instrument for measuring speed at sea
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- log English
- Vikingschip Dutch, Flemish
- achterschip Dutch, Flemish
- ballastscheeps Dutch, Flemish
- beurtschip Dutch, Flemish
- binnenschip Dutch, Flemish
- binnenvaartschip Dutch, Flemish
- boorschip Dutch, Flemish
- brandschip Dutch, Flemish
- cruiseschip Dutch, Flemish
- fluitschip Dutch, Flemish
- handelsschip Dutch, Flemish
- hospitaalkerkschip Dutch, Flemish
- hospitaalschip Dutch, Flemish
- kaperschip Dutch, Flemish
- kleinscheeps Dutch, Flemish
- kofschip Dutch, Flemish
- koopvaardijschip Dutch, Flemish
- kruitschip Dutch, Flemish
- lastschip Dutch, Flemish
- lichtschip Dutch, Flemish
- log Dutch, Flemish
- logboek Dutch, Flemish
- luchtschip Dutch, Flemish
- moederschip Dutch, Flemish
- motorschip Dutch, Flemish
- munitieschip Dutch, Flemish
- narrenschip Dutch, Flemish
- oorlogsschip Dutch, Flemish
- opleidingsschip Dutch, Flemish
- opschepen Dutch, Flemish
- piratenschip Dutch, Flemish
- prijsschip Dutch, Flemish
- raderschip Dutch, Flemish
- ramschip Dutch, Flemish
- rivierschip Dutch, Flemish
- roversschip Dutch, Flemish
- ruimteschip Dutch, Flemish
- scheepbouw Dutch, Flemish
- scheepsanker Dutch, Flemish
- scheepsbel Dutch, Flemish
- scheepsbemanning Dutch, Flemish
- scheepsblok Dutch, Flemish
- scheepsboot Dutch, Flemish
- scheepsbouw Dutch, Flemish
- scheepsbouwer Dutch, Flemish
- scheepsgenoot Dutch, Flemish
- scheepshuid Dutch, Flemish
- scheepsjongen Dutch, Flemish
- scheepsjournaal Dutch, Flemish
- scheepskameel Dutch, Flemish
- scheepskanon Dutch, Flemish
- scheepskok Dutch, Flemish
- scheepsmast Dutch, Flemish
- scheepsramp Dutch, Flemish
- scheepsromp Dutch, Flemish
- scheepsruim Dutch, Flemish
- scheepsschroef Dutch, Flemish
- scheepsvracht Dutch, Flemish
- scheepswerf Dutch, Flemish
- scheepswrak Dutch, Flemish
- scheepvaart Dutch, Flemish
- schip Dutch, Flemish
- schipbreuk Dutch, Flemish
- schipper Dutch, Flemish
- schommelschip Dutch, Flemish
- slagschip Dutch, Flemish
- slavenschip Dutch, Flemish
- spookschip Dutch, Flemish
- vissersschip Dutch, Flemish
- vlaggenschip Dutch, Flemish
- vliegdekschip Dutch, Flemish
- vliegkampschip Dutch, Flemish
- voorraadschip Dutch, Flemish
- vrachtschip Dutch, Flemish
- weblog Dutch, Flemish
- zeeroversschip Dutch, Flemish
- zeeschip Dutch, Flemish
- logge Middle English
- schip Middle Dutch
- skip Afrikaans
- log
- schip
- weblog
- logboek
- zeeschip
- ramschip
- schipper
- kofschip
- slagschip
- lastschip
- boorschip
- opschepen
- scheepsbel
- scheepskok
- luchtschip
- prijsschip
- lichtschip
- raderschip
- fluitschip
- schipbreuk
- brandschip
- kruitschip
- scheepbouw
- kaperschip
- beurtschip
- spookschip
- motorschip
- scheepsboot
- scheepsbouw
- scheepswerf
- scheepshuid
- Vikingschip
- ruimteschip
- roversschip
- scheepsmast
- narrenschip
- scheepsruim
- binnenschip
- scheepsromp
- achterschip
- cruiseschip
- vrachtschip
- scheepvaart
- scheepswrak
- scheepsramp
- slavenschip
- rivierschip
- scheepsblok
- moederschip
- oorlogsschip
- scheepsanker
- handelsschip
- vissersschip
- scheepskanon
- kleinscheeps
- piratenschip
- munitieschip
- vlaggenschip
- schommelschip
- voorraadschip
- scheepsgenoot
- scheepsbouwer
- vliegdekschip
- scheepskameel
- scheepsvracht
- scheepsjongen
- vliegkampschip
- zeeroversschip
- ballastscheeps
- hospitaalschip
- scheepsschroef
- opleidingsschip
- scheepsjournaal
- binnenvaartschip
- koopvaardijschip
- scheepsbemanning
- hospitaalkerkschip