rijkswacht
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- A (former) Belgian military body charged with police duties among the civilian population, the Belgian Dutch / Flemish translation of the gendarmerie.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish rijk (rich, realm, empire, kingdom, full of, rich in, domain, monarchic state, abundant) + Dutch, Flemish wacht (guard, watch, sentry, a watch).
Origin
Dutch (Brabantic)
wacht
Gloss
guard, watch, sentry, a watch
Concept
Semantic Field
Warfare and hunting
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
💂 💂♀️ 💂♂️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Reich German
- Frankrijk Dutch, Flemish
- Rijksaramees Dutch, Flemish
- aardrijk Dutch, Flemish
- aderrijk Dutch, Flemish
- belangrijk Dutch, Flemish
- bloemrijk Dutch, Flemish
- boomrijk Dutch, Flemish
- bosrijk Dutch, Flemish
- buitenwacht Dutch, Flemish
- deugdrijk Dutch, Flemish
- dierenrijk Dutch, Flemish
- dijkwacht Dutch, Flemish
- dodenrijk Dutch, Flemish
- geestrijk Dutch, Flemish
- glansrijk Dutch, Flemish
- hondenwacht Dutch, Flemish
- humusrijk Dutch, Flemish
- invloedrijk Dutch, Flemish
- kansrijk Dutch, Flemish
- keizerrijk Dutch, Flemish
- kleurrijk Dutch, Flemish
- koninkrijk Dutch, Flemish
- koolhydraatrijk Dutch, Flemish
- kustwacht Dutch, Flemish
- lijfwacht Dutch, Flemish
- loofrijk Dutch, Flemish
- nachtwacht Dutch, Flemish
- omvangrijk Dutch, Flemish
- plantenrijk Dutch, Flemish
- platvoetwacht Dutch, Flemish
- rederijker Dutch, Flemish
- rijk Dutch, Flemish
- rijkaard Dutch, Flemish
- rijkbedeeld Dutch, Flemish
- rijkdom Dutch, Flemish
- rijksambtenaar Dutch, Flemish
- rijksappel Dutch, Flemish
- rijksbestuur Dutch, Flemish
- rijksdaalder Dutch, Flemish
- rijksdag Dutch, Flemish
- rijkskanselier Dutch, Flemish
- rijksmunt Dutch, Flemish
- rijkspolitie Dutch, Flemish
- rijksstraatweg Dutch, Flemish
- rijksweg Dutch, Flemish
- roemrijk Dutch, Flemish
- saprijk Dutch, Flemish
- schaduwrijk Dutch, Flemish
- schildwacht Dutch, Flemish
- schimmenrijk Dutch, Flemish
- steenrijk Dutch, Flemish
- sterrenwacht Dutch, Flemish
- strandwacht Dutch, Flemish
- torenwacht Dutch, Flemish
- tsarenrijk Dutch, Flemish
- vindingrijk Dutch, Flemish
- visrijk Dutch, Flemish
- vissenrijk Dutch, Flemish
- wacht Dutch, Flemish
- wachten Dutch, Flemish
- wachthuisje Dutch, Flemish
- wachtpost Dutch, Flemish
- wachttoren Dutch, Flemish
- wachtvolk Dutch, Flemish
- wereldrijk Dutch, Flemish
- zegerijk Dutch, Flemish
- zuurstofrijk Dutch, Flemish
- sekilwak Indonesian
- rike Middle Dutch
- wachte Middle Dutch
- ryk Afrikaans
- wag Afrikaans
- rijk
- wacht
- visrijk
- bosrijk
- rijkdom
- saprijk
- wachten
- rijksdag
- rijkaard
- aardrijk
- zegerijk
- boomrijk
- rijksweg
- kansrijk
- roemrijk
- loofrijk
- aderrijk
- deugdrijk
- Frankrijk
- wachtvolk
- rijksmunt
- lijfwacht
- dijkwacht
- steenrijk
- dodenrijk
- kustwacht
- wachtpost
- bloemrijk
- kleurrijk
- humusrijk
- glansrijk
- geestrijk
- vissenrijk
- nachtwacht
- torenwacht
- belangrijk
- tsarenrijk
- rijksappel
- rederijker
- dierenrijk
- keizerrijk
- omvangrijk
- wereldrijk
- wachttoren
- koninkrijk
- strandwacht
- schaduwrijk
- hondenwacht
- rijkbedeeld
- wachthuisje
- vindingrijk
- buitenwacht
- plantenrijk
- invloedrijk
- schildwacht
- rijkspolitie
- Rijksaramees
- rijksdaalder
- sterrenwacht
- schimmenrijk
- zuurstofrijk
- rijksbestuur
- platvoetwacht
- rijksstraatweg
- rijkskanselier
- rijksambtenaar
- koolhydraatrijk