schaduwrijk
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- underworld
Etymology
Compound from Dutch, Flemish schaduw (shadow) + Dutch, Flemish rijk (rich, realm, empire, kingdom, full of, rich in, domain, monarchic state, abundant).
Origin
Dutch (Brabantic)
rijk
Gloss
rich, realm, empire, kingdom, full of, rich in, domain, monarchic state, abundant
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Property
Kanji
富
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Reich German
- Frankrijk Dutch, Flemish
- Rijksaramees Dutch, Flemish
- aardrijk Dutch, Flemish
- aderrijk Dutch, Flemish
- belangrijk Dutch, Flemish
- bijschaduw Dutch, Flemish
- bloemrijk Dutch, Flemish
- boomrijk Dutch, Flemish
- bosrijk Dutch, Flemish
- deugdrijk Dutch, Flemish
- dierenrijk Dutch, Flemish
- dodenrijk Dutch, Flemish
- geestrijk Dutch, Flemish
- glansrijk Dutch, Flemish
- halfschaduw Dutch, Flemish
- humusrijk Dutch, Flemish
- invloedrijk Dutch, Flemish
- kansrijk Dutch, Flemish
- keizerrijk Dutch, Flemish
- kernschaduw Dutch, Flemish
- kleurrijk Dutch, Flemish
- koninkrijk Dutch, Flemish
- koolhydraatrijk Dutch, Flemish
- loofrijk Dutch, Flemish
- nachtschade Dutch, Flemish
- omvangrijk Dutch, Flemish
- oogschaduw Dutch, Flemish
- overschaduwen Dutch, Flemish
- plantenrijk Dutch, Flemish
- rederijker Dutch, Flemish
- regenschaduw Dutch, Flemish
- rijk Dutch, Flemish
- rijkaard Dutch, Flemish
- rijkbedeeld Dutch, Flemish
- rijkdom Dutch, Flemish
- rijksambtenaar Dutch, Flemish
- rijksappel Dutch, Flemish
- rijksbestuur Dutch, Flemish
- rijksdaalder Dutch, Flemish
- rijksdag Dutch, Flemish
- rijkskanselier Dutch, Flemish
- rijksmunt Dutch, Flemish
- rijkspolitie Dutch, Flemish
- rijksstraatweg Dutch, Flemish
- rijkswacht Dutch, Flemish
- rijksweg Dutch, Flemish
- roemrijk Dutch, Flemish
- saprijk Dutch, Flemish
- schaduw Dutch, Flemish
- schaduwbank Dutch, Flemish
- schaduwkabinet Dutch, Flemish
- schaduwplant Dutch, Flemish
- schaduwzijde Dutch, Flemish
- schimmenrijk Dutch, Flemish
- slagschaduw Dutch, Flemish
- steenrijk Dutch, Flemish
- tsarenrijk Dutch, Flemish
- vindingrijk Dutch, Flemish
- visrijk Dutch, Flemish
- vissenrijk Dutch, Flemish
- wereldrijk Dutch, Flemish
- zegerijk Dutch, Flemish
- zuurstofrijk Dutch, Flemish
- rike Middle Dutch
- schaduwe Middle Dutch
- ryk Afrikaans
- skadu Afrikaans
- rijk
- schaduw
- visrijk
- bosrijk
- rijkdom
- saprijk
- rijksdag
- rijkaard
- aardrijk
- zegerijk
- boomrijk
- rijksweg
- kansrijk
- roemrijk
- aderrijk
- loofrijk
- deugdrijk
- Frankrijk
- rijksmunt
- steenrijk
- dodenrijk
- bloemrijk
- kleurrijk
- humusrijk
- glansrijk
- geestrijk
- vissenrijk
- belangrijk
- tsarenrijk
- rijksappel
- rederijker
- dierenrijk
- keizerrijk
- omvangrijk
- oogschaduw
- bijschaduw
- wereldrijk
- rijkswacht
- koninkrijk
- halfschaduw
- rijkbedeeld
- slagschaduw
- nachtschade
- vindingrijk
- plantenrijk
- kernschaduw
- invloedrijk
- schaduwbank
- schaduwzijde
- schaduwplant
- rijkspolitie
- regenschaduw
- Rijksaramees
- zuurstofrijk
- rijksdaalder
- schimmenrijk
- rijksbestuur
- overschaduwen
- rijksstraatweg
- rijkskanselier
- rijksambtenaar
- schaduwkabinet
- koolhydraatrijk