kleurrijk
Dutch (Brabantic)
/ˈkløːrɛi̯k/
adj
Definitions
- colorful
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kleur (colour, color) + Dutch, Flemish rijk (rich, realm, empire, kingdom, full of, rich in, domain, monarchic state, abundant).
Origin
Dutch (Brabantic)
rijk
Gloss
rich, realm, empire, kingdom, full of, rich in, domain, monarchic state, abundant
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Property
Kanji
富
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Reich German
- Frankrijk Dutch, Flemish
- Rijksaramees Dutch, Flemish
- aardrijk Dutch, Flemish
- achtergrondkleur Dutch, Flemish
- aderrijk Dutch, Flemish
- belangrijk Dutch, Flemish
- bloemrijk Dutch, Flemish
- boomrijk Dutch, Flemish
- bosrijk Dutch, Flemish
- deugdrijk Dutch, Flemish
- dierenrijk Dutch, Flemish
- dodenrijk Dutch, Flemish
- driekleur Dutch, Flemish
- geestrijk Dutch, Flemish
- gelaatskleur Dutch, Flemish
- glansrijk Dutch, Flemish
- humusrijk Dutch, Flemish
- invloedrijk Dutch, Flemish
- ivoorkleurig Dutch, Flemish
- kansrijk Dutch, Flemish
- keizerrijk Dutch, Flemish
- klankkleur Dutch, Flemish
- kleur Dutch, Flemish
- kleuren-tv Dutch, Flemish
- kleurenblind Dutch, Flemish
- kleurendia Dutch, Flemish
- kleurendiapositief Dutch, Flemish
- kleurenfoto Dutch, Flemish
- kleurenschema Dutch, Flemish
- kleurentelevisie Dutch, Flemish
- kleurloos Dutch, Flemish
- kleurpotlood Dutch, Flemish
- kleurstof Dutch, Flemish
- koninkrijk Dutch, Flemish
- koolhydraatrijk Dutch, Flemish
- loofrijk Dutch, Flemish
- olijfkleurig Dutch, Flemish
- omvangrijk Dutch, Flemish
- plantenrijk Dutch, Flemish
- rederijker Dutch, Flemish
- rijk Dutch, Flemish
- rijkaard Dutch, Flemish
- rijkbedeeld Dutch, Flemish
- rijkdom Dutch, Flemish
- rijksambtenaar Dutch, Flemish
- rijksappel Dutch, Flemish
- rijksbestuur Dutch, Flemish
- rijksdaalder Dutch, Flemish
- rijksdag Dutch, Flemish
- rijkskanselier Dutch, Flemish
- rijksmunt Dutch, Flemish
- rijkspolitie Dutch, Flemish
- rijksstraatweg Dutch, Flemish
- rijkswacht Dutch, Flemish
- rijksweg Dutch, Flemish
- roemrijk Dutch, Flemish
- rouwkleur Dutch, Flemish
- saprijk Dutch, Flemish
- schaduwrijk Dutch, Flemish
- schimmenrijk Dutch, Flemish
- schutkleur Dutch, Flemish
- steenrijk Dutch, Flemish
- streepkleur Dutch, Flemish
- tsarenrijk Dutch, Flemish
- tweekleur Dutch, Flemish
- tweekleurig Dutch, Flemish
- vindingrijk Dutch, Flemish
- visrijk Dutch, Flemish
- vissenrijk Dutch, Flemish
- vlaskleurig Dutch, Flemish
- voskleurig Dutch, Flemish
- wereldrijk Dutch, Flemish
- zalmkleurig Dutch, Flemish
- zegerijk Dutch, Flemish
- zilverkleur Dutch, Flemish
- zilverkleurig Dutch, Flemish
- zuurstofrijk Dutch, Flemish
- couleur French
- coleur Middle Dutch
- rike Middle Dutch
- kleur Afrikaans
- ryk Afrikaans
- kleur Western Frisian
- rijk
- kleur
- saprijk
- visrijk
- bosrijk
- rijkdom
- rijkaard
- aardrijk
- boomrijk
- rijksdag
- zegerijk
- rijksweg
- kansrijk
- roemrijk
- aderrijk
- loofrijk
- Frankrijk
- kleurloos
- tweekleur
- dodenrijk
- driekleur
- humusrijk
- glansrijk
- geestrijk
- deugdrijk
- rijksmunt
- steenrijk
- rouwkleur
- bloemrijk
- kleurstof
- vissenrijk
- klankkleur
- rijksappel
- kleuren-tv
- rederijker
- dierenrijk
- keizerrijk
- voskleurig
- schutkleur
- koninkrijk
- kleurendia
- belangrijk
- tsarenrijk
- omvangrijk
- wereldrijk
- rijkswacht
- zalmkleurig
- rijkbedeeld
- vindingrijk
- vlaskleurig
- plantenrijk
- tweekleurig
- invloedrijk
- streepkleur
- zilverkleur
- schaduwrijk
- kleurenfoto
- ivoorkleurig
- kleurenblind
- kleurpotlood
- Rijksaramees
- rijksdaalder
- schimmenrijk
- olijfkleurig
- rijkspolitie
- zuurstofrijk
- gelaatskleur
- rijksbestuur
- kleurenschema
- zilverkleurig
- rijkskanselier
- rijksambtenaar
- rijksstraatweg
- koolhydraatrijk
- achtergrondkleur
- kleurentelevisie
- kleurendiapositief