wachtvolk
Dutch (Brabantic)
/ˈʋɑxt.fɔlk/
noun
Definitions
- (collective) guard people who work as guards
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wacht (guard, watch, sentry, a watch) + Dutch, Flemish volk (people, folk, the common people, the lower classes, the working classes, population).
Origin
Dutch (Brabantic)
volk
Gloss
people, folk, the common people, the lower classes, the working classes, population
Concept
Semantic Field
Kinship
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
民
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Volkenbond Dutch, Flemish
- Volkslatijn Dutch, Flemish
- bijenvolk Dutch, Flemish
- buitenwacht Dutch, Flemish
- dijkwacht Dutch, Flemish
- hondenwacht Dutch, Flemish
- kustwacht Dutch, Flemish
- lijfwacht Dutch, Flemish
- nachtwacht Dutch, Flemish
- omvolking Dutch, Flemish
- platvoetwacht Dutch, Flemish
- rijkswacht Dutch, Flemish
- scheepsvolk Dutch, Flemish
- schildwacht Dutch, Flemish
- sterrenwacht Dutch, Flemish
- strandwacht Dutch, Flemish
- torenwacht Dutch, Flemish
- volk Dutch, Flemish
- volkenrecht Dutch, Flemish
- volkerenmoord Dutch, Flemish
- volks Dutch, Flemish
- volksaard Dutch, Flemish
- volksaltaar Dutch, Flemish
- volksbuurt Dutch, Flemish
- volksfeest Dutch, Flemish
- volksgezondheid Dutch, Flemish
- volkslied Dutch, Flemish
- volksmenner Dutch, Flemish
- volksmond Dutch, Flemish
- volksoploop Dutch, Flemish
- volksopstand Dutch, Flemish
- volksplanting Dutch, Flemish
- volksraad Dutch, Flemish
- volksrepubliek Dutch, Flemish
- volksstam Dutch, Flemish
- volkstaal Dutch, Flemish
- volkstelling Dutch, Flemish
- volkstuin Dutch, Flemish
- volkstuinder Dutch, Flemish
- volksuniversiteit Dutch, Flemish
- volksverhaal Dutch, Flemish
- volksvertegenwoordiger Dutch, Flemish
- volksvertegenwoordiging Dutch, Flemish
- volksvijandig Dutch, Flemish
- wacht Dutch, Flemish
- wachten Dutch, Flemish
- wachthuisje Dutch, Flemish
- wachtpost Dutch, Flemish
- wachttoren Dutch, Flemish
- sekilwak Indonesian
- volc Middle Dutch
- wachte Middle Dutch
- volk Afrikaans
- wag Afrikaans
- volk
- wacht
- volks
- wachten
- bijenvolk
- volksstam
- volkstuin
- volkstaal
- volksraad
- lijfwacht
- volksaard
- dijkwacht
- kustwacht
- volksmond
- wachtpost
- omvolking
- volkslied
- Volkenbond
- nachtwacht
- torenwacht
- volksbuurt
- volksfeest
- rijkswacht
- wachttoren
- volkenrecht
- strandwacht
- volksaltaar
- hondenwacht
- Volkslatijn
- wachthuisje
- buitenwacht
- volksmenner
- schildwacht
- volksoploop
- scheepsvolk
- volkstuinder
- volksverhaal
- volkstelling
- volksopstand
- sterrenwacht
- volksvijandig
- platvoetwacht
- volksplanting
- volkerenmoord
- volksrepubliek
- volksgezondheid
- volksuniversiteit
- volksvertegenwoordiger
- volksvertegenwoordiging