koninkrijk
Dutch (Brabantic)
/ˈkoːnɪŋkrɛi̯k/
noun
Definitions
- kingdom
Etymology
Inherited from Middle Dutch koninkrike inherited from Old Dutch *kuningrīki inherited from Proto-Germanic *kuningarīkiją compound from Dutch, Flemish koning (king) + Dutch, Flemish rijk (rich, realm, empire, kingdom, full of, rich in, domain, monarchic state, abundant).
Origin
Dutch (Brabantic)
rijk
Gloss
rich, realm, empire, kingdom, full of, rich in, domain, monarchic state, abundant
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Property
Kanji
富
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- king English
- kingric English
- König German
- Königreich German
- Reich German
- Vizekönigreich German
- Frankrijk Dutch, Flemish
- Koningsdag Dutch, Flemish
- Rijksaramees Dutch, Flemish
- aardrijk Dutch, Flemish
- aderrijk Dutch, Flemish
- belangrijk Dutch, Flemish
- bloemrijk Dutch, Flemish
- boomrijk Dutch, Flemish
- bosrijk Dutch, Flemish
- deugdrijk Dutch, Flemish
- dierenrijk Dutch, Flemish
- dodenrijk Dutch, Flemish
- geestrijk Dutch, Flemish
- glansrijk Dutch, Flemish
- haringkoning Dutch, Flemish
- humusrijk Dutch, Flemish
- invloedrijk Dutch, Flemish
- kansrijk Dutch, Flemish
- keizerrijk Dutch, Flemish
- kleurrijk Dutch, Flemish
- koning Dutch, Flemish
- koningdom Dutch, Flemish
- koningin Dutch, Flemish
- koningschap Dutch, Flemish
- koningscobra Dutch, Flemish
- koningshuis Dutch, Flemish
- koningskind Dutch, Flemish
- koningsmoord Dutch, Flemish
- koningspinguïn Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- koninklijk Dutch, Flemish
- koolhydraatrijk Dutch, Flemish
- kwartelkoning Dutch, Flemish
- loofrijk Dutch, Flemish
- omvangrijk Dutch, Flemish
- onderkoning Dutch, Flemish
- plantenrijk Dutch, Flemish
- rederijker Dutch, Flemish
- rijk Dutch, Flemish
- rijkaard Dutch, Flemish
- rijkbedeeld Dutch, Flemish
- rijkdom Dutch, Flemish
- rijksambtenaar Dutch, Flemish
- rijksappel Dutch, Flemish
- rijksbestuur Dutch, Flemish
- rijksdaalder Dutch, Flemish
- rijksdag Dutch, Flemish
- rijkskanselier Dutch, Flemish
- rijksmunt Dutch, Flemish
- rijkspolitie Dutch, Flemish
- rijksstraatweg Dutch, Flemish
- rijkswacht Dutch, Flemish
- rijksweg Dutch, Flemish
- roemrijk Dutch, Flemish
- saprijk Dutch, Flemish
- schaduwrijk Dutch, Flemish
- schimmenrijk Dutch, Flemish
- steenrijk Dutch, Flemish
- tsarenrijk Dutch, Flemish
- vindingrijk Dutch, Flemish
- visrijk Dutch, Flemish
- vissenrijk Dutch, Flemish
- wereldrijk Dutch, Flemish
- winterkoning Dutch, Flemish
- zegerijk Dutch, Flemish
- zuurstofrijk Dutch, Flemish
- konge Norwegian Bokmål
- kongerike Norwegian Bokmål
- rike Norwegian Bokmål
- *kuningarīkiją Proto-Germanic
- *rīkiją Proto-Germanic
- -a- Swedish
- kung Swedish
- kungarike Swedish
- rike Swedish
- cynerice Old English
- cyning Old English
- cyningrice Old English
- cyningrīċe Old English
- rīċe Old English
- kingrike Middle English
- konungríki Old Norse
- konge Danish
- kongerige Danish
- rige Danish
- konungsríki Icelandic
- konungur Icelandic
- ríki Icelandic
- cōninc Middle Dutch
- koninkrike Middle Dutch
- rike Middle Dutch
- kuningrīhhi Old High German
- koning Afrikaans
- koninkryk Afrikaans
- ryk Afrikaans
- künicriche Middle High German
- Kinnekräich Luxembourgish, Letzeburgesch
- *kuningrīki Old Dutch
- kinrick Scots
- *kiningrīke Old Frisian
- kownu Sranan Tongo
- rijk
- koning
- saprijk
- visrijk
- bosrijk
- rijkdom
- rijkaard
- aardrijk
- boomrijk
- koningin
- rijksdag
- zegerijk
- rijksweg
- kansrijk
- loofrijk
- aderrijk
- roemrijk
- Frankrijk
- dodenrijk
- koningdom
- kleurrijk
- humusrijk
- glansrijk
- geestrijk
- deugdrijk
- rijksmunt
- steenrijk
- bloemrijk
- vissenrijk
- Koningsdag
- rijksappel
- rederijker
- dierenrijk
- keizerrijk
- koninklijk
- belangrijk
- tsarenrijk
- omvangrijk
- wereldrijk
- rijkswacht
- onderkoning
- koningskind
- koningshuis
- rijkbedeeld
- vindingrijk
- plantenrijk
- invloedrijk
- schaduwrijk
- koningschap
- koningscobra
- haringkoning
- Rijksaramees
- rijksdaalder
- winterkoning
- schimmenrijk
- koningsmoord
- rijkspolitie
- zuurstofrijk
- koningswater
- rijksbestuur
- kwartelkoning
- rijkskanselier
- rijksambtenaar
- koningspinguïn
- rijksstraatweg
- koolhydraatrijk