rijksbestuur
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- government
Etymology
Affix from Dutch, Flemish rijk (rich, realm, empire, kingdom, full of, rich in, domain, monarchic state, abundant) + Dutch, Flemish bestuur (administration, governing, government, governance, management, board, governing board).
Origin
Dutch (Brabantic)
bestuur
Gloss
administration, governing, government, governance, management, board, governing board
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
営
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Reich German
- Frankrijk Dutch, Flemish
- Rijksaramees Dutch, Flemish
- aardrijk Dutch, Flemish
- aderrijk Dutch, Flemish
- belangrijk Dutch, Flemish
- bestuur Dutch, Flemish
- bestuurlijk Dutch, Flemish
- bestuursambtenaar Dutch, Flemish
- bestuursapparaat Dutch, Flemish
- bestuursdienst Dutch, Flemish
- bestuurslui Dutch, Flemish
- bestuurstaal Dutch, Flemish
- bestuursvergadering Dutch, Flemish
- bestuursvorm Dutch, Flemish
- bloemrijk Dutch, Flemish
- boomrijk Dutch, Flemish
- bosrijk Dutch, Flemish
- deugdrijk Dutch, Flemish
- dierenrijk Dutch, Flemish
- dodenrijk Dutch, Flemish
- geestrijk Dutch, Flemish
- gemeentebestuur Dutch, Flemish
- glansrijk Dutch, Flemish
- humusrijk Dutch, Flemish
- invloedrijk Dutch, Flemish
- kansrijk Dutch, Flemish
- keizerrijk Dutch, Flemish
- kerkbestuur Dutch, Flemish
- kleurrijk Dutch, Flemish
- koninkrijk Dutch, Flemish
- koolhydraatrijk Dutch, Flemish
- loofrijk Dutch, Flemish
- omvangrijk Dutch, Flemish
- plantenrijk Dutch, Flemish
- rederijker Dutch, Flemish
- rijk Dutch, Flemish
- rijkaard Dutch, Flemish
- rijkbedeeld Dutch, Flemish
- rijkdom Dutch, Flemish
- rijksambtenaar Dutch, Flemish
- rijksappel Dutch, Flemish
- rijksdaalder Dutch, Flemish
- rijksdag Dutch, Flemish
- rijkskanselier Dutch, Flemish
- rijksmunt Dutch, Flemish
- rijkspolitie Dutch, Flemish
- rijksstraatweg Dutch, Flemish
- rijkswacht Dutch, Flemish
- rijksweg Dutch, Flemish
- roemrijk Dutch, Flemish
- saprijk Dutch, Flemish
- schaduwrijk Dutch, Flemish
- schimmenrijk Dutch, Flemish
- schoolbestuur Dutch, Flemish
- stadsbestuur Dutch, Flemish
- steenrijk Dutch, Flemish
- tsarenrijk Dutch, Flemish
- vindingrijk Dutch, Flemish
- visrijk Dutch, Flemish
- vissenrijk Dutch, Flemish
- wereldrijk Dutch, Flemish
- zegerijk Dutch, Flemish
- zuurstofrijk Dutch, Flemish
- bestir Indonesian
- rike Middle Dutch
- ryk Afrikaans
- rijk
- bestuur
- visrijk
- bosrijk
- rijkdom
- saprijk
- rijksdag
- rijkaard
- aardrijk
- zegerijk
- boomrijk
- rijksweg
- kansrijk
- roemrijk
- aderrijk
- loofrijk
- deugdrijk
- Frankrijk
- rijksmunt
- steenrijk
- dodenrijk
- bloemrijk
- kleurrijk
- humusrijk
- glansrijk
- geestrijk
- vissenrijk
- belangrijk
- tsarenrijk
- rijksappel
- rederijker
- dierenrijk
- keizerrijk
- omvangrijk
- wereldrijk
- rijkswacht
- koninkrijk
- kerkbestuur
- bestuurlijk
- schaduwrijk
- rijkbedeeld
- vindingrijk
- plantenrijk
- bestuurslui
- invloedrijk
- bestuurstaal
- stadsbestuur
- rijkspolitie
- bestuursvorm
- Rijksaramees
- zuurstofrijk
- rijksdaalder
- schimmenrijk
- schoolbestuur
- rijksstraatweg
- bestuursdienst
- rijkskanselier
- rijksambtenaar
- koolhydraatrijk
- gemeentebestuur
- bestuursapparaat
- bestuursambtenaar
- bestuursvergadering