toegeven
Dutch (Brabantic)
verb
Definitions
- to admit
- to concede
Etymology
Compound from Dutch, Flemish toe (towards, at, up to, to, additional, to-, after-, then) + Dutch, Flemish geven (give).
Origin
Dutch (Brabantic)
geven
Gloss
give
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aangeven Dutch, Flemish
- afgeven Dutch, Flemish
- begeven Dutch, Flemish
- berichtgeving Dutch, Flemish
- doorgeven Dutch, Flemish
- geven Dutch, Flemish
- gever Dutch, Flemish
- ingeven Dutch, Flemish
- kennisgeving Dutch, Flemish
- lesgeven Dutch, Flemish
- naartoe Dutch, Flemish
- omgeven Dutch, Flemish
- ontgeven Dutch, Flemish
- opgeven Dutch, Flemish
- overgeven Dutch, Flemish
- prijsgeven Dutch, Flemish
- regelgeving Dutch, Flemish
- teruggeven Dutch, Flemish
- toe Dutch, Flemish
- toe-eigenen Dutch, Flemish
- toebedelen Dutch, Flemish
- toebehoren Dutch, Flemish
- toebijten Dutch, Flemish
- toebrengen Dutch, Flemish
- toedenken Dutch, Flemish
- toedichten Dutch, Flemish
- toedienen Dutch, Flemish
- toedoen Dutch, Flemish
- toegeeflijk Dutch, Flemish
- toegift Dutch, Flemish
- toejuichen Dutch, Flemish
- toekennen Dutch, Flemish
- toekeren Dutch, Flemish
- toekijken Dutch, Flemish
- toekomst Dutch, Flemish
- toekruid Dutch, Flemish
- toelachen Dutch, Flemish
- toelaten Dutch, Flemish
- toeleiden Dutch, Flemish
- toelichten Dutch, Flemish
- toelonken Dutch, Flemish
- toelopen Dutch, Flemish
- toenemen Dutch, Flemish
- toepassen Dutch, Flemish
- toereiken Dutch, Flemish
- toerekenen Dutch, Flemish
- toeschrijven Dutch, Flemish
- toeslaan Dutch, Flemish
- toeslag Dutch, Flemish
- toespelen Dutch, Flemish
- toespijs Dutch, Flemish
- toestaan Dutch, Flemish
- toestemmen Dutch, Flemish
- toetakelen Dutch, Flemish
- toetred Dutch, Flemish
- toetrede Dutch, Flemish
- toetreden Dutch, Flemish
- toevertrouwen Dutch, Flemish
- toevlucht Dutch, Flemish
- toevoegen Dutch, Flemish
- toewenden Dutch, Flemish
- toewensen Dutch, Flemish
- toewerpen Dutch, Flemish
- toewijden Dutch, Flemish
- toewijzen Dutch, Flemish
- toezeggen Dutch, Flemish
- uitgeven Dutch, Flemish
- voorgeven Dutch, Flemish
- vrijgeven Dutch, Flemish
- vrijgevig Dutch, Flemish
- weergeven Dutch, Flemish
- weggeven Dutch, Flemish
- werkgeefster Dutch, Flemish
- wetgeven Dutch, Flemish
- zingeving Dutch, Flemish
- doe Middle Dutch
- gēven Middle Dutch
- toe Middle Dutch
- gee Afrikaans
- toe Afrikaans
- toe
- gever
- geven
- toedoen
- ingeven
- begeven
- toetred
- omgeven
- toegift
- afgeven
- toeslag
- naartoe
- opgeven
- wetgeven
- toetrede
- ontgeven
- lesgeven
- weggeven
- toelopen
- toestaan
- toekruid
- toenemen
- toekomst
- toelaten
- toeslaan
- aangeven
- toespijs
- toekeren
- uitgeven
- toewijzen
- toewensen
- zingeving
- toespelen
- toeleiden
- overgeven
- toedenken
- toereiken
- toewerpen
- toelachen
- doorgeven
- toewenden
- toevlucht
- toelonken
- vrijgeven
- weergeven
- toekijken
- toedienen
- toetreden
- toebijten
- toezeggen
- toewijden
- voorgeven
- vrijgevig
- toepassen
- toevoegen
- toekennen
- toetakelen
- teruggeven
- toerekenen
- toebedelen
- toejuichen
- toelichten
- toedichten
- toestemmen
- toebrengen
- prijsgeven
- toebehoren
- regelgeving
- toe-eigenen
- toegeeflijk
- werkgeefster
- toeschrijven
- kennisgeving
- toevertrouwen
- berichtgeving