toestemmen
Dutch (Brabantic)
/ˈtuˌstɛ.mə(n)/
verb
Definitions
- (intransitive) To consent, agree
- (unusual) (transitive) To award
- (unusual) (transitive) To allow
- (obsolete) To admit, acknowledge
Etymology
Com from Dutch, Flemish toe (towards, at, up to, to, additional, to-, after-, then) + Dutch, Flemish stemmen (vote, tune, speak).
Origin
Dutch (Brabantic)
stemmen
Gloss
vote, tune, speak
Concept
Semantic Field
Speech and language
Ontological Category
Action/Process
Kanji
話
Emoji
🗣️ 🗣️ 🙊
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- afstemmen Dutch, Flemish
- bestemmen Dutch, Flemish
- gelijkstemmen Dutch, Flemish
- instemmen Dutch, Flemish
- instemming Dutch, Flemish
- naartoe Dutch, Flemish
- ontstemmen Dutch, Flemish
- overstemmen Dutch, Flemish
- stem Dutch, Flemish
- stembiljet Dutch, Flemish
- stemcomputer Dutch, Flemish
- stemhok Dutch, Flemish
- stemknop Dutch, Flemish
- stemmen Dutch, Flemish
- stemmer Dutch, Flemish
- stemming Dutch, Flemish
- stemrecht Dutch, Flemish
- stemvee Dutch, Flemish
- toe Dutch, Flemish
- toe-eigenen Dutch, Flemish
- toebedelen Dutch, Flemish
- toebehoren Dutch, Flemish
- toebijten Dutch, Flemish
- toebrengen Dutch, Flemish
- toedenken Dutch, Flemish
- toedichten Dutch, Flemish
- toedienen Dutch, Flemish
- toedoen Dutch, Flemish
- toegeven Dutch, Flemish
- toegift Dutch, Flemish
- toejuichen Dutch, Flemish
- toekennen Dutch, Flemish
- toekeren Dutch, Flemish
- toekijken Dutch, Flemish
- toekomst Dutch, Flemish
- toekruid Dutch, Flemish
- toelachen Dutch, Flemish
- toelaten Dutch, Flemish
- toeleiden Dutch, Flemish
- toelichten Dutch, Flemish
- toelonken Dutch, Flemish
- toelopen Dutch, Flemish
- toenemen Dutch, Flemish
- toepassen Dutch, Flemish
- toereiken Dutch, Flemish
- toerekenen Dutch, Flemish
- toeschrijven Dutch, Flemish
- toeslaan Dutch, Flemish
- toeslag Dutch, Flemish
- toespelen Dutch, Flemish
- toespijs Dutch, Flemish
- toestaan Dutch, Flemish
- toestemming Dutch, Flemish
- toetakelen Dutch, Flemish
- toetred Dutch, Flemish
- toetrede Dutch, Flemish
- toetreden Dutch, Flemish
- toevertrouwen Dutch, Flemish
- toevlucht Dutch, Flemish
- toevoegen Dutch, Flemish
- toewenden Dutch, Flemish
- toewensen Dutch, Flemish
- toewerpen Dutch, Flemish
- toewijden Dutch, Flemish
- toewijzen Dutch, Flemish
- toezeggen Dutch, Flemish
- wegstemmen Dutch, Flemish
- doe Middle Dutch
- toe Middle Dutch
- toe Afrikaans
- toestemming Afrikaans
- toe
- stem
- toedoen
- stemmen
- toetred
- stemhok
- stemvee
- toegift
- toeslag
- stemmer
- naartoe
- toetrede
- stemming
- toelopen
- toestaan
- toekruid
- toegeven
- toenemen
- toekomst
- toelaten
- toeslaan
- toespijs
- stemknop
- toekeren
- toewijzen
- toewensen
- toespelen
- toeleiden
- toedenken
- toereiken
- bestemmen
- toewerpen
- toelachen
- toewenden
- toevlucht
- toelonken
- toekijken
- stemrecht
- toedienen
- toetreden
- instemmen
- toebijten
- toezeggen
- toewijden
- toepassen
- toevoegen
- toekennen
- afstemmen
- stembiljet
- toetakelen
- ontstemmen
- toerekenen
- wegstemmen
- toebedelen
- toejuichen
- instemming
- toelichten
- toedichten
- toebrengen
- toebehoren
- toe-eigenen
- overstemmen
- toestemming
- toeschrijven
- stemcomputer
- toevertrouwen
- gelijkstemmen