toeslag
Dutch (Brabantic)
/ˈtu.slɑx/
noun
Definitions
- premium, charge, surcharge
- entitlement, benefit, allowance, bonus
Etymology
Compound from Dutch, Flemish toe (towards, at, up to, to, additional, to-, after-, then) + Dutch, Flemish slag (hit, stroke, blow, battle, strike, beat, beating, knock).
Origin
Dutch (Brabantic)
slag
Gloss
hit, stroke, blow, battle, strike, beat, beating, knock
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Action/Process
Kanji
戦, 闘
Emoji
🎯
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanslag Dutch, Flemish
- aderslag Dutch, Flemish
- doodslag Dutch, Flemish
- doorslag Dutch, Flemish
- drieslagstelsel Dutch, Flemish
- genadeslag Dutch, Flemish
- glottisslag Dutch, Flemish
- golfslag Dutch, Flemish
- grondslag Dutch, Flemish
- hagelslag Dutch, Flemish
- hartslag Dutch, Flemish
- herculesslag Dutch, Flemish
- inslag Dutch, Flemish
- kaakslag Dutch, Flemish
- kaalslag Dutch, Flemish
- kwartslag Dutch, Flemish
- mokerslag Dutch, Flemish
- muntslag Dutch, Flemish
- naartoe Dutch, Flemish
- naslag Dutch, Flemish
- neerslag Dutch, Flemish
- omsingelingsslag Dutch, Flemish
- omslag Dutch, Flemish
- ontslag Dutch, Flemish
- polsslag Dutch, Flemish
- riemslag Dutch, Flemish
- schoolslag Dutch, Flemish
- slag Dutch, Flemish
- slagbal Dutch, Flemish
- slagboom Dutch, Flemish
- slaginstrument Dutch, Flemish
- slagkracht Dutch, Flemish
- slagroom Dutch, Flemish
- slagschaduw Dutch, Flemish
- slagschip Dutch, Flemish
- slagvaardig Dutch, Flemish
- slagveld Dutch, Flemish
- slagwapen Dutch, Flemish
- slagwerk Dutch, Flemish
- slagzwaard Dutch, Flemish
- steenslag Dutch, Flemish
- stokslag Dutch, Flemish
- tankslag Dutch, Flemish
- tegenslag Dutch, Flemish
- toe Dutch, Flemish
- toe-eigenen Dutch, Flemish
- toebedelen Dutch, Flemish
- toebehoren Dutch, Flemish
- toebijten Dutch, Flemish
- toebrengen Dutch, Flemish
- toedenken Dutch, Flemish
- toedichten Dutch, Flemish
- toedienen Dutch, Flemish
- toedoen Dutch, Flemish
- toegeven Dutch, Flemish
- toegift Dutch, Flemish
- toejuichen Dutch, Flemish
- toekennen Dutch, Flemish
- toekeren Dutch, Flemish
- toekijken Dutch, Flemish
- toekomst Dutch, Flemish
- toekruid Dutch, Flemish
- toelachen Dutch, Flemish
- toelaten Dutch, Flemish
- toeleiden Dutch, Flemish
- toelichten Dutch, Flemish
- toelonken Dutch, Flemish
- toelopen Dutch, Flemish
- toenemen Dutch, Flemish
- toepassen Dutch, Flemish
- toereiken Dutch, Flemish
- toerekenen Dutch, Flemish
- toeschrijven Dutch, Flemish
- toeslaan Dutch, Flemish
- toespelen Dutch, Flemish
- toespijs Dutch, Flemish
- toestaan Dutch, Flemish
- toestemmen Dutch, Flemish
- toetakelen Dutch, Flemish
- toetred Dutch, Flemish
- toetrede Dutch, Flemish
- toetreden Dutch, Flemish
- toevertrouwen Dutch, Flemish
- toevlucht Dutch, Flemish
- toevoegen Dutch, Flemish
- toewenden Dutch, Flemish
- toewensen Dutch, Flemish
- toewerpen Dutch, Flemish
- toewijden Dutch, Flemish
- toewijzen Dutch, Flemish
- toezeggen Dutch, Flemish
- toverslag Dutch, Flemish
- uitputtingsslag Dutch, Flemish
- vakantie Dutch, Flemish
- vakantietoeslag Dutch, Flemish
- veldslag Dutch, Flemish
- zeeslag Dutch, Flemish
- zweepslag Dutch, Flemish
- doe Middle Dutch
- slach Middle Dutch
- toe Middle Dutch
- toe Afrikaans
- toe
- slag
- inslag
- naslag
- omslag
- toedoen
- zeeslag
- ontslag
- toetred
- aanslag
- toegift
- naartoe
- slagbal
- toetrede
- slagroom
- toelopen
- muntslag
- toestaan
- kaakslag
- vakantie
- veldslag
- polsslag
- slagwerk
- neerslag
- slagveld
- hartslag
- tankslag
- toekruid
- toegeven
- slagboom
- toenemen
- riemslag
- doorslag
- toekomst
- toelaten
- doodslag
- toeslaan
- toespijs
- kaalslag
- golfslag
- stokslag
- toekeren
- aderslag
- toewijzen
- toewensen
- toespelen
- toeleiden
- toedenken
- toereiken
- toewerpen
- hagelslag
- zweepslag
- toelachen
- grondslag
- toewenden
- tegenslag
- toevlucht
- toelonken
- toverslag
- toekijken
- toedienen
- toetreden
- steenslag
- slagwapen
- toebijten
- toezeggen
- toewijden
- slagschip
- kwartslag
- mokerslag
- toepassen
- toevoegen
- toekennen
- toetakelen
- slagzwaard
- slagkracht
- toerekenen
- toebedelen
- toejuichen
- toelichten
- toedichten
- toestemmen
- toebrengen
- toebehoren
- schoolslag
- genadeslag
- toe-eigenen
- glottisslag
- slagschaduw
- slagvaardig
- toeschrijven
- herculesslag
- toevertrouwen
- slaginstrument
- uitputtingsslag
- drieslagstelsel
- vakantietoeslag
- omsingelingsslag