toekruid
Dutch (Brabantic)
/ˈtu.krœy̯t/
noun
Definitions
- A herb used as a spice or condiment.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish toe (towards, at, up to, to, additional, to-, after-, then) + Dutch, Flemish kruid (herb, spice).
Origin
Dutch (Brabantic)
kruid
Gloss
herb, spice
Concept
Semantic Field
Agriculture and vegetation
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- blaasjeskruid Dutch, Flemish
- bonenkruid Dutch, Flemish
- kattenkruid Dutch, Flemish
- kroontjeskruid Dutch, Flemish
- kruid Dutch, Flemish
- kruidachtig Dutch, Flemish
- kruiden Dutch, Flemish
- kruidenier Dutch, Flemish
- kruidenthee Dutch, Flemish
- kruidentuin Dutch, Flemish
- kruidig Dutch, Flemish
- kruidnagel Dutch, Flemish
- kruidnoot Dutch, Flemish
- naartoe Dutch, Flemish
- onkruid Dutch, Flemish
- pijpkruid Dutch, Flemish
- toe Dutch, Flemish
- toe-eigenen Dutch, Flemish
- toebedelen Dutch, Flemish
- toebehoren Dutch, Flemish
- toebijten Dutch, Flemish
- toebrengen Dutch, Flemish
- toedenken Dutch, Flemish
- toedichten Dutch, Flemish
- toedienen Dutch, Flemish
- toedoen Dutch, Flemish
- toegeven Dutch, Flemish
- toegift Dutch, Flemish
- toejuichen Dutch, Flemish
- toekennen Dutch, Flemish
- toekeren Dutch, Flemish
- toekijken Dutch, Flemish
- toekomst Dutch, Flemish
- toelachen Dutch, Flemish
- toelaten Dutch, Flemish
- toeleiden Dutch, Flemish
- toelichten Dutch, Flemish
- toelonken Dutch, Flemish
- toelopen Dutch, Flemish
- toenemen Dutch, Flemish
- toepassen Dutch, Flemish
- toereiken Dutch, Flemish
- toerekenen Dutch, Flemish
- toeschrijven Dutch, Flemish
- toeslaan Dutch, Flemish
- toeslag Dutch, Flemish
- toespelen Dutch, Flemish
- toespijs Dutch, Flemish
- toestaan Dutch, Flemish
- toestemmen Dutch, Flemish
- toetakelen Dutch, Flemish
- toetred Dutch, Flemish
- toetrede Dutch, Flemish
- toetreden Dutch, Flemish
- toevertrouwen Dutch, Flemish
- toevlucht Dutch, Flemish
- toevoegen Dutch, Flemish
- toewenden Dutch, Flemish
- toewensen Dutch, Flemish
- toewerpen Dutch, Flemish
- toewijden Dutch, Flemish
- toewijzen Dutch, Flemish
- toezeggen Dutch, Flemish
- tuimelkruid Dutch, Flemish
- zeepkruid Dutch, Flemish
- cruut Middle Dutch
- doe Middle Dutch
- toe Middle Dutch
- kruid Afrikaans
- toe Afrikaans
- toe
- kruid
- toedoen
- kruidig
- toetred
- kruiden
- toegift
- onkruid
- toeslag
- naartoe
- toetrede
- toelopen
- toestaan
- toegeven
- toenemen
- toekomst
- toelaten
- toeslaan
- toespijs
- toekeren
- toewijzen
- toewensen
- toespelen
- toeleiden
- toedenken
- toereiken
- toewerpen
- toelachen
- zeepkruid
- toewenden
- pijpkruid
- toevlucht
- toelonken
- toekijken
- toedienen
- toetreden
- toebijten
- toezeggen
- toewijden
- kruidnoot
- toepassen
- toevoegen
- toekennen
- toetakelen
- toerekenen
- toebedelen
- toejuichen
- kruidenier
- toelichten
- toedichten
- toestemmen
- toebrengen
- toebehoren
- bonenkruid
- kruidnagel
- toe-eigenen
- kruidenthee
- kruidentuin
- kruidachtig
- kattenkruid
- tuimelkruid
- toeschrijven
- toevertrouwen
- blaasjeskruid
- kroontjeskruid