waterhond
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaːtərɦɔnt/
noun
Definitions
- water dog
Etymology
Compound from Dutch, Flemish water (water) + Dutch, Flemish hond (dog, hound, cognate of hound, hond, canine).
Origin
Dutch (Brabantic)
hond
Gloss
dog, hound, cognate of hound, hond, canine
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
犬, 狗
Emoji
🐕🦺 🐩 🐶 🐺
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- water English
- Waterland Dutch, Flemish
- aluinwater Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- badwater Dutch, Flemish
- bandhond Dutch, Flemish
- binnenwater Dutch, Flemish
- blindengeleidehond Dutch, Flemish
- bloedhond Dutch, Flemish
- boorwater Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- bronwater Dutch, Flemish
- bulhond Dutch, Flemish
- chloorwater Dutch, Flemish
- dashond Dutch, Flemish
- drinkwater Dutch, Flemish
- geleidehond Dutch, Flemish
- grijswater Dutch, Flemish
- grondwater Dutch, Flemish
- herdershond Dutch, Flemish
- hond Dutch, Flemish
- hondachtig Dutch, Flemish
- hondehok Dutch, Flemish
- hondenbaan Dutch, Flemish
- hondenbrok Dutch, Flemish
- hondengevecht Dutch, Flemish
- hondenhok Dutch, Flemish
- hondenkot Dutch, Flemish
- hondenleven Dutch, Flemish
- hondenlijn Dutch, Flemish
- hondenlul Dutch, Flemish
- hondenmoeder Dutch, Flemish
- hondenpoep Dutch, Flemish
- hondenras Dutch, Flemish
- hondenslee Dutch, Flemish
- hondenstront Dutch, Flemish
- hondenwacht Dutch, Flemish
- hondenweer Dutch, Flemish
- honds Dutch, Flemish
- hondsbrutaal Dutch, Flemish
- hondsdagen Dutch, Flemish
- hondsdol Dutch, Flemish
- hondsdolheid Dutch, Flemish
- hondshaai Dutch, Flemish
- hondsmoe Dutch, Flemish
- hondstrouw Dutch, Flemish
- hondsvot Dutch, Flemish
- hulphond Dutch, Flemish
- hyenahond Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- jachthond Dutch, Flemish
- keeshond Dutch, Flemish
- kettinghond Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- kraanwater Dutch, Flemish
- kustwater Dutch, Flemish
- leidingwater Dutch, Flemish
- lepelhond Dutch, Flemish
- melkboerenhond Dutch, Flemish
- melkboerenhondenhaar Dutch, Flemish
- mopshond Dutch, Flemish
- muishond Dutch, Flemish
- oceaanwater Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- oppervlaktewater Dutch, Flemish
- politiehond Dutch, Flemish
- prairiehond Dutch, Flemish
- prikwater Dutch, Flemish
- rashond Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- reukwater Dutch, Flemish
- rozenwater Dutch, Flemish
- schaapshond Dutch, Flemish
- schoothond Dutch, Flemish
- sledehond Dutch, Flemish
- slootwater Dutch, Flemish
- smeltwater Dutch, Flemish
- smoushond Dutch, Flemish
- snuffelhond Dutch, Flemish
- spawater Dutch, Flemish
- spuitwater Dutch, Flemish
- straathond Dutch, Flemish
- suikerwater Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- vechthond Dutch, Flemish
- vruchtwater Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- waakhond Dutch, Flemish
- warmwaterbron Dutch, Flemish
- warmwaterkruik Dutch, Flemish
- water Dutch, Flemish
- waterafstotend Dutch, Flemish
- waterbed Dutch, Flemish
- waterbom Dutch, Flemish
- waterbuffel Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- waterdier Dutch, Flemish
- waterdrager Dutch, Flemish
- wateren Dutch, Flemish
- waterfiets Dutch, Flemish
- waterfles Dutch, Flemish
- watergang Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- watergeus Dutch, Flemish
- watergevogelte Dutch, Flemish
- waterhoen Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- waterhoos Dutch, Flemish
- waterig Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- waterjuffer Dutch, Flemish
- waterkanon Dutch, Flemish
- waterkans Dutch, Flemish
- waterkering Dutch, Flemish
- waterkers Dutch, Flemish
- waterkeur Dutch, Flemish
- waterkip Dutch, Flemish
- waterkoker Dutch, Flemish
- waterkou Dutch, Flemish
- waterkoud Dutch, Flemish
- waterkunde Dutch, Flemish
- waterleiding Dutch, Flemish
- waterlobelia Dutch, Flemish
- waterman Dutch, Flemish
- watermeloen Dutch, Flemish
- watermerk Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- waterpartij Dutch, Flemish
- waterpas Dutch, Flemish
- waterpeil Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- waterpistool Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- waterplant Dutch, Flemish
- waterpoel Dutch, Flemish
- waterpokken Dutch, Flemish
- waterpolo Dutch, Flemish
- waterpomp Dutch, Flemish
- waterput Dutch, Flemish
- waterraaf Dutch, Flemish
- waterral Dutch, Flemish
- waterree Dutch, Flemish
- waterschade Dutch, Flemish
- waterschap Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- watersnip Dutch, Flemish
- watersnood Dutch, Flemish
- waterspuwer Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- waterstof Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- waterval Dutch, Flemish
- waterverf Dutch, Flemish
- waterverplaatsing Dutch, Flemish
- watervlakte Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- watervrees Dutch, Flemish
- waterweg Dutch, Flemish
- waterwolf Dutch, Flemish
- waterzooi Dutch, Flemish
- wijwater Dutch, Flemish
- windhond Dutch, Flemish
- woelwater Dutch, Flemish
- wolfshond Dutch, Flemish
- zeehond Dutch, Flemish
- zeewater Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zoetwatervis Dutch, Flemish
- zwartwater Dutch, Flemish
- zwerfhond Dutch, Flemish
- *watōr Proto-Germanic
- hont Middle Dutch
- wâter Middle Dutch
- hond Afrikaans
- water Afrikaans
- waterval Afrikaans
- වතුර Sinhala, Sinhalese
- hond
- honds
- water
- zeehond
- wateren
- rashond
- waterig
- bulhond
- dashond
- waterpas
- badwater
- waterman
- waakhond
- hondehok
- wijwater
- waterree
- bandhond
- hulphond
- waterbom
- muishond
- waterral
- waterkip
- hondsmoe
- zeewater
- keeshond
- waterbed
- waterweg
- ijswater
- waterput
- hondsvot
- mopshond
- waterkou
- hondsdol
- waterval
- waterijs
- spawater
- windhond
- hondenkot
- sledehond
- bloedhond
- watersnip
- waterpeil
- Waterland
- hondenras
- watergang
- vaarwater
- kustwater
- lepelhond
- smoushond
- waterkers
- hyenahond
- hondshaai
- waterpijp
- woelwater
- waterfles
- waterpoel
- waterpomp
- boorwater
- jachthond
- waterkeur
- watermerk
- waterhoos
- waterdier
- watergeus
- hondenlul
- hondenhok
- waterraaf
- waterpolo
- waterwolf
- bronwater
- wolfshond
- zwerfhond
- reukwater
- waterkoud
- waterverf
- waterkans
- prikwater
- vuurwater
- waterhoen
- vechthond
- waterzooi
- waterstof
- watergeest
- waterkanon
- hondenbrok
- waterslang
- hondenweer
- hondachtig
- hondenbaan
- spuitwater
- hondsdagen
- drinkwater
- watervogel
- hondenlijn
- kraanwater
- schoothond
- smeltwater
- waterschap
- hondstrouw
- grijswater
- rozenwater
- hondenslee
- watertoren
- straathond
- waterkoker
- grondwater
- slootwater
- watersnood
- watervrees
- hondenpoep
- waterdicht
- watermolen
- regenwater
- waterfiets
- waterstaat
- waterkunde
- waterhoofd
- breekwater
- azijnwater
- zwartwater
- waterplant
- aluinwater
- kettinghond
- geleidehond
- waterbuffel
- waterschade
- schaapshond
- chloorwater
- suikerwater
- snuffelhond
- hondenwacht
- waterkering
- waterpartij
- politiehond
- waterspuwer
- watervlakte
- herdershond
- waterplaats
- waterdrager
- waterschoen
- waterjuffer
- vruchtwater
- prairiehond
- waterpokken
- oceaanwater
- hondenleven
- binnenwater
- watermeloen
- hondenmoeder
- waterlobelia
- hondsdolheid
- hondenstront
- waterleiding
- leidingwater
- zoetwatervis
- koningswater
- waterpistool
- hondsbrutaal
- zoetwatermeer
- hondengevecht
- warmwaterbron
- waterafstotend
- melkboerenhond
- watervliegtuig
- warmwaterkruik
- watergevogelte
- onderwaterzicht
- oppervlaktewater
- waterverplaatsing
- blindengeleidehond
- melkboerenhondenhaar