waterval
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaː.tərˌvɑl/
noun
Definitions
- waterfall
Etymology
Compound from Dutch, Flemish water (water) + Dutch, Flemish val (fall, trap, drop, catfish, case).
Origin
Dutch (Brabantic)
val
Gloss
fall, trap, drop, catfish, case
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Kanji
鯰
Emoji
🌠 🌧️ 🌨️ 🍁 🍂 🦔
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- fall English
- water English
- waterfall English
- Waterland Dutch, Flemish
- aanval Dutch, Flemish
- afval Dutch, Flemish
- aluinwater Dutch, Flemish
- avondval Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- badwater Dutch, Flemish
- binnenwater Dutch, Flemish
- boorwater Dutch, Flemish
- bouwval Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- bronwater Dutch, Flemish
- buitenspelval Dutch, Flemish
- cameraval Dutch, Flemish
- chloorwater Dutch, Flemish
- drinkwater Dutch, Flemish
- grijswater Dutch, Flemish
- grondwater Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- kraanwater Dutch, Flemish
- kustwater Dutch, Flemish
- leidingwater Dutch, Flemish
- liquiditeitsval Dutch, Flemish
- meerval Dutch, Flemish
- muizenval Dutch, Flemish
- muizeval Dutch, Flemish
- naamval Dutch, Flemish
- nachtval Dutch, Flemish
- oceaanwater Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- oppervlaktewater Dutch, Flemish
- overval Dutch, Flemish
- prikwater Dutch, Flemish
- regenval Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- reukwater Dutch, Flemish
- rozenwater Dutch, Flemish
- slootwater Dutch, Flemish
- smeltwater Dutch, Flemish
- sneeuwval Dutch, Flemish
- spawater Dutch, Flemish
- spraak Dutch, Flemish
- spraakwaterval Dutch, Flemish
- spuitwater Dutch, Flemish
- suikerwater Dutch, Flemish
- terugval Dutch, Flemish
- toeristenval Dutch, Flemish
- toeval Dutch, Flemish
- tongval Dutch, Flemish
- uitval Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- val Dutch, Flemish
- valavond Dutch, Flemish
- valkuil Dutch, Flemish
- valscherm Dutch, Flemish
- valstrik Dutch, Flemish
- valuur Dutch, Flemish
- voorval Dutch, Flemish
- vruchtwater Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- warmwaterbron Dutch, Flemish
- warmwaterkruik Dutch, Flemish
- water Dutch, Flemish
- waterafstotend Dutch, Flemish
- waterbed Dutch, Flemish
- waterbom Dutch, Flemish
- waterbuffel Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- waterdier Dutch, Flemish
- waterdrager Dutch, Flemish
- wateren Dutch, Flemish
- waterfiets Dutch, Flemish
- waterfles Dutch, Flemish
- watergang Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- watergeus Dutch, Flemish
- watergevogelte Dutch, Flemish
- waterhoen Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- waterhoos Dutch, Flemish
- waterig Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- waterjuffer Dutch, Flemish
- waterkanon Dutch, Flemish
- waterkans Dutch, Flemish
- waterkering Dutch, Flemish
- waterkers Dutch, Flemish
- waterkeur Dutch, Flemish
- waterkip Dutch, Flemish
- waterkoker Dutch, Flemish
- waterkou Dutch, Flemish
- waterkoud Dutch, Flemish
- waterkunde Dutch, Flemish
- waterleiding Dutch, Flemish
- waterlobelia Dutch, Flemish
- waterman Dutch, Flemish
- watermeloen Dutch, Flemish
- watermerk Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- waterpartij Dutch, Flemish
- waterpas Dutch, Flemish
- waterpeil Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- waterpistool Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- waterplant Dutch, Flemish
- waterpoel Dutch, Flemish
- waterpokken Dutch, Flemish
- waterpolo Dutch, Flemish
- waterpomp Dutch, Flemish
- waterput Dutch, Flemish
- waterraaf Dutch, Flemish
- waterral Dutch, Flemish
- waterree Dutch, Flemish
- waterschade Dutch, Flemish
- waterschap Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- watersnip Dutch, Flemish
- watersnood Dutch, Flemish
- waterspuwer Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- waterstof Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- waterverf Dutch, Flemish
- waterverplaatsing Dutch, Flemish
- watervlakte Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- watervrees Dutch, Flemish
- waterweg Dutch, Flemish
- waterwolf Dutch, Flemish
- waterzooi Dutch, Flemish
- werkloosheidsval Dutch, Flemish
- wijwater Dutch, Flemish
- woelwater Dutch, Flemish
- zeewater Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zoetwatervis Dutch, Flemish
- zwartwater Dutch, Flemish
- *watōr Proto-Germanic
- waterfal Middle English
- wâter Middle Dutch
- water Afrikaans
- waterval Afrikaans
- වතුර Sinhala, Sinhalese
- val
- water
- afval
- spraak
- toeval
- aanval
- valuur
- uitval
- bouwval
- wateren
- valkuil
- naamval
- waterig
- meerval
- voorval
- tongval
- overval
- waterpas
- badwater
- waterman
- waterral
- waterkip
- muizeval
- valstrik
- zeewater
- terugval
- waterbed
- waterweg
- ijswater
- wijwater
- waterput
- avondval
- waterree
- waterkou
- regenval
- waterijs
- nachtval
- spawater
- valavond
- waterbom
- watermerk
- waterhoos
- muizenval
- watersnip
- waterpeil
- waterdier
- watergeus
- valscherm
- Waterland
- waterraaf
- waterpolo
- waterwolf
- watergang
- vaarwater
- kustwater
- cameraval
- bronwater
- waterhond
- waterkers
- reukwater
- waterkoud
- waterverf
- waterpijp
- waterkans
- prikwater
- woelwater
- waterfles
- waterpoel
- vuurwater
- waterpomp
- boorwater
- waterhoen
- waterzooi
- waterstof
- sneeuwval
- waterkeur
- watergeest
- waterkanon
- grijswater
- waterslang
- rozenwater
- watertoren
- spuitwater
- waterkoker
- drinkwater
- grondwater
- slootwater
- watersnood
- watervogel
- watervrees
- waterdicht
- watermolen
- regenwater
- waterfiets
- kraanwater
- waterstaat
- waterkunde
- waterhoofd
- breekwater
- smeltwater
- azijnwater
- zwartwater
- waterplant
- waterschap
- aluinwater
- waterspuwer
- watervlakte
- waterplaats
- waterbuffel
- waterdrager
- waterschoen
- waterschade
- waterjuffer
- vruchtwater
- chloorwater
- suikerwater
- waterpokken
- waterkering
- oceaanwater
- waterpartij
- binnenwater
- watermeloen
- waterleiding
- leidingwater
- zoetwatervis
- waterlobelia
- koningswater
- toeristenval
- waterpistool
- buitenspelval
- warmwaterbron
- zoetwatermeer
- waterafstotend
- warmwaterkruik
- watergevogelte
- spraakwaterval
- watervliegtuig
- onderwaterzicht
- liquiditeitsval
- werkloosheidsval
- oppervlaktewater
- waterverplaatsing