blindengeleidehond
Dutch (Brabantic)
/ˌblɪn.də(n).ɣəˈlɛi̯.də.ɦɔnt/
noun
Definitions
- guide dog
Etymology
Compound from Dutch, Flemish blinde (blind person) + Dutch, Flemish -n- + Dutch, Flemish geleide (lead, guide)+ Dutch, Flemish hond (dog, hound, cognate of hound, hond, canine).
Origin
Dutch (Brabantic)
hond
Gloss
dog, hound, cognate of hound, hond, canine
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
犬, 狗
Emoji
🐕🦺 🐩 🐶 🐺
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -n- Dutch, Flemish
- bandhond Dutch, Flemish
- bejaardenhuis Dutch, Flemish
- bejaardenpartij Dutch, Flemish
- bejaardentehuis Dutch, Flemish
- beloftenploeg Dutch, Flemish
- blinde Dutch, Flemish
- bloedhond Dutch, Flemish
- bulhond Dutch, Flemish
- dashond Dutch, Flemish
- dodenmasker Dutch, Flemish
- dodenmis Dutch, Flemish
- dodentol Dutch, Flemish
- doventolk Dutch, Flemish
- geleide Dutch, Flemish
- geleidehond Dutch, Flemish
- getijdenboek Dutch, Flemish
- getijdengebed Dutch, Flemish
- getijdenpoel Dutch, Flemish
- getijdenverschil Dutch, Flemish
- getuigenverklaring Dutch, Flemish
- gildenhuis Dutch, Flemish
- gildenmeester Dutch, Flemish
- herdershond Dutch, Flemish
- hond Dutch, Flemish
- hondachtig Dutch, Flemish
- hondehok Dutch, Flemish
- hondenbaan Dutch, Flemish
- hondenbrok Dutch, Flemish
- hondengevecht Dutch, Flemish
- hondenhok Dutch, Flemish
- hondenkot Dutch, Flemish
- hondenleven Dutch, Flemish
- hondenlijn Dutch, Flemish
- hondenlul Dutch, Flemish
- hondenmoeder Dutch, Flemish
- hondenpoep Dutch, Flemish
- hondenras Dutch, Flemish
- hondenslee Dutch, Flemish
- hondenstront Dutch, Flemish
- hondenwacht Dutch, Flemish
- hondenweer Dutch, Flemish
- honds Dutch, Flemish
- hondsbrutaal Dutch, Flemish
- hondsdagen Dutch, Flemish
- hondsdol Dutch, Flemish
- hondsdolheid Dutch, Flemish
- hondshaai Dutch, Flemish
- hondsmoe Dutch, Flemish
- hondstrouw Dutch, Flemish
- hondsvot Dutch, Flemish
- hulphond Dutch, Flemish
- hyenahond Dutch, Flemish
- invalidentoilet Dutch, Flemish
- jachthond Dutch, Flemish
- keeshond Dutch, Flemish
- kettinghond Dutch, Flemish
- klassenjustitie Dutch, Flemish
- klassenstrijd Dutch, Flemish
- ladenkast Dutch, Flemish
- lendendoek Dutch, Flemish
- lendenwervel Dutch, Flemish
- lepelhond Dutch, Flemish
- melkboerenhond Dutch, Flemish
- melkboerenhondenhaar Dutch, Flemish
- mopshond Dutch, Flemish
- muishond Dutch, Flemish
- naastenliefde Dutch, Flemish
- oorkondenhypothese Dutch, Flemish
- politiehond Dutch, Flemish
- prairiehond Dutch, Flemish
- rashond Dutch, Flemish
- schaapshond Dutch, Flemish
- schoothond Dutch, Flemish
- sledehond Dutch, Flemish
- smoushond Dutch, Flemish
- snuffelhond Dutch, Flemish
- steppenroller Dutch, Flemish
- straathond Dutch, Flemish
- vechthond Dutch, Flemish
- vrijgeleide Dutch, Flemish
- waakhond Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- windhond Dutch, Flemish
- wolfshond Dutch, Flemish
- zedenbederf Dutch, Flemish
- zedendelict Dutch, Flemish
- zedenwet Dutch, Flemish
- zeehond Dutch, Flemish
- ziekenauto Dutch, Flemish
- ziekenboeg Dutch, Flemish
- ziekenfonds Dutch, Flemish
- ziekenhuis Dutch, Flemish
- ziekenwagen Dutch, Flemish
- ziekenzaal Dutch, Flemish
- zwerfhond Dutch, Flemish
- hont Middle Dutch
- hond Afrikaans
- -n-
- hond
- honds
- blinde
- dashond
- bulhond
- rashond
- geleide
- zeehond
- hondsdol
- dodenmis
- muishond
- dodentol
- waakhond
- hondehok
- hondsmoe
- bandhond
- zedenwet
- hulphond
- keeshond
- hondsvot
- mopshond
- windhond
- hondenkot
- sledehond
- bloedhond
- wolfshond
- zwerfhond
- hyenahond
- hondshaai
- hondenlul
- hondenras
- hondenhok
- vechthond
- doventolk
- jachthond
- waterhond
- lepelhond
- smoushond
- ladenkast
- hondstrouw
- hondenbrok
- lendendoek
- hondenpoep
- ziekenzaal
- hondenlijn
- ziekenauto
- ziekenhuis
- hondenweer
- hondachtig
- ziekenboeg
- schoothond
- hondenslee
- hondenbaan
- gildenhuis
- hondsdagen
- straathond
- politiehond
- zedendelict
- snuffelhond
- prairiehond
- kettinghond
- hondenwacht
- geleidehond
- ziekenwagen
- herdershond
- dodenmasker
- vrijgeleide
- ziekenfonds
- hondenleven
- schaapshond
- zedenbederf
- getijdenboek
- hondenmoeder
- lendenwervel
- hondenstront
- hondsbrutaal
- getijdenpoel
- hondsdolheid
- hondengevecht
- steppenroller
- beloftenploeg
- bejaardenhuis
- getijdengebed
- klassenstrijd
- gildenmeester
- naastenliefde
- melkboerenhond
- invalidentoilet
- klassenjustitie
- bejaardenpartij
- bejaardentehuis
- getijdenverschil
- oorkondenhypothese
- getuigenverklaring
- melkboerenhondenhaar