waterijs
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaːtərˌɛi̯s/
noun
Definitions
- sorbet (frozen fruit juice)
Etymology
Compound from Dutch, Flemish water (water) + Dutch, Flemish ijs (ice, ice cream).
Origin
Dutch (Brabantic)
ijs
Gloss
ice, ice cream
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
氷
Emoji
⛸️ ❄️ 🌨️ 🍦 🍧 🍨 🏒 🐻❄️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- ice English
- water English
- IJsland Dutch, Flemish
- Waterland Dutch, Flemish
- aluinwater Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- badwater Dutch, Flemish
- binnenwater Dutch, Flemish
- bomijs Dutch, Flemish
- boorwater Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- bronwater Dutch, Flemish
- chloorwater Dutch, Flemish
- drijfijs Dutch, Flemish
- drinkwater Dutch, Flemish
- grijswater Dutch, Flemish
- grondwater Dutch, Flemish
- ijs Dutch, Flemish
- ijsbaan Dutch, Flemish
- ijsbeer Dutch, Flemish
- ijsberg Dutch, Flemish
- ijsbericht Dutch, Flemish
- ijsblokje Dutch, Flemish
- ijsbreker Dutch, Flemish
- ijsdag Dutch, Flemish
- ijsdansen Dutch, Flemish
- ijsgebergte Dutch, Flemish
- ijshaai Dutch, Flemish
- ijshockey Dutch, Flemish
- ijshoen Dutch, Flemish
- ijskap Dutch, Flemish
- ijskast Dutch, Flemish
- ijskegel Dutch, Flemish
- ijsklont Dutch, Flemish
- ijskoffie Dutch, Flemish
- ijskoningin Dutch, Flemish
- ijskoud Dutch, Flemish
- ijspegel Dutch, Flemish
- ijsplateau Dutch, Flemish
- ijsregen Dutch, Flemish
- ijsreus Dutch, Flemish
- ijssalon Dutch, Flemish
- ijsschol Dutch, Flemish
- ijsschots Dutch, Flemish
- ijstaria Dutch, Flemish
- ijsthee Dutch, Flemish
- ijstijd Dutch, Flemish
- ijsveld Dutch, Flemish
- ijsvogel Dutch, Flemish
- ijsvrij Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- ijswinkel Dutch, Flemish
- ijswoestijn Dutch, Flemish
- ijszee Dutch, Flemish
- ijzig Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- kraanwater Dutch, Flemish
- kunstijs Dutch, Flemish
- kustwater Dutch, Flemish
- leidingwater Dutch, Flemish
- natuurijs Dutch, Flemish
- oceaanwater Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- oppervlaktewater Dutch, Flemish
- prikwater Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- reukwater Dutch, Flemish
- roomijs Dutch, Flemish
- rozenwater Dutch, Flemish
- slootwater Dutch, Flemish
- smeltwater Dutch, Flemish
- spawater Dutch, Flemish
- spuitwater Dutch, Flemish
- suikerwater Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- vruchtwater Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- warmwaterbron Dutch, Flemish
- warmwaterkruik Dutch, Flemish
- water Dutch, Flemish
- waterafstotend Dutch, Flemish
- waterbed Dutch, Flemish
- waterbom Dutch, Flemish
- waterbuffel Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- waterdier Dutch, Flemish
- waterdrager Dutch, Flemish
- wateren Dutch, Flemish
- waterfiets Dutch, Flemish
- waterfles Dutch, Flemish
- watergang Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- watergeus Dutch, Flemish
- watergevogelte Dutch, Flemish
- waterhoen Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- waterhoos Dutch, Flemish
- waterig Dutch, Flemish
- waterjuffer Dutch, Flemish
- waterkanon Dutch, Flemish
- waterkans Dutch, Flemish
- waterkering Dutch, Flemish
- waterkers Dutch, Flemish
- waterkeur Dutch, Flemish
- waterkip Dutch, Flemish
- waterkoker Dutch, Flemish
- waterkou Dutch, Flemish
- waterkoud Dutch, Flemish
- waterkunde Dutch, Flemish
- waterleiding Dutch, Flemish
- waterlobelia Dutch, Flemish
- waterman Dutch, Flemish
- watermeloen Dutch, Flemish
- watermerk Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- waterpartij Dutch, Flemish
- waterpas Dutch, Flemish
- waterpeil Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- waterpistool Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- waterplant Dutch, Flemish
- waterpoel Dutch, Flemish
- waterpokken Dutch, Flemish
- waterpolo Dutch, Flemish
- waterpomp Dutch, Flemish
- waterput Dutch, Flemish
- waterraaf Dutch, Flemish
- waterral Dutch, Flemish
- waterree Dutch, Flemish
- waterschade Dutch, Flemish
- waterschap Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- watersnip Dutch, Flemish
- watersnood Dutch, Flemish
- waterspuwer Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- waterstof Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- waterval Dutch, Flemish
- waterverf Dutch, Flemish
- waterverplaatsing Dutch, Flemish
- watervlakte Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- watervrees Dutch, Flemish
- waterweg Dutch, Flemish
- waterwolf Dutch, Flemish
- waterzooi Dutch, Flemish
- wijwater Dutch, Flemish
- woelwater Dutch, Flemish
- zeeijs Dutch, Flemish
- zeewater Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zoetwatervis Dutch, Flemish
- zwartwater Dutch, Flemish
- *watōr Proto-Germanic
- es Indonesian
- ijs Middle Dutch
- wâter Middle Dutch
- water Afrikaans
- waterval Afrikaans
- ys Afrikaans
- yskas Afrikaans
- eis Papiamentu
- වතුර Sinhala, Sinhalese
- eisi Aukan
- ijs
- ijzig
- water
- ijsdag
- zeeijs
- bomijs
- ijskap
- ijszee
- ijsberg
- ijsthee
- ijsbaan
- ijsbeer
- ijskoud
- IJsland
- ijshaai
- ijskast
- ijsvrij
- wateren
- ijsreus
- ijsveld
- waterig
- ijstijd
- ijshoen
- roomijs
- waterpas
- badwater
- ijsschol
- waterman
- ijskegel
- drijfijs
- wijwater
- ijsregen
- waterree
- ijstaria
- ijsklont
- waterbom
- ijsvogel
- waterral
- waterkip
- zeewater
- waterbed
- waterweg
- ijswater
- waterput
- waterkou
- kunstijs
- waterval
- ijspegel
- ijssalon
- spawater
- natuurijs
- watersnip
- waterpeil
- Waterland
- watergang
- vaarwater
- kustwater
- waterkers
- waterpijp
- woelwater
- waterfles
- ijshockey
- waterpoel
- ijsschots
- ijsdansen
- waterpomp
- ijsbreker
- boorwater
- waterkeur
- watermerk
- waterhoos
- ijsblokje
- waterdier
- watergeus
- ijskoffie
- waterraaf
- waterpolo
- waterwolf
- bronwater
- waterhond
- reukwater
- waterkoud
- waterverf
- waterkans
- prikwater
- vuurwater
- waterhoen
- ijswinkel
- waterzooi
- waterstof
- watergeest
- waterkanon
- waterslang
- ijsplateau
- spuitwater
- drinkwater
- watervogel
- kraanwater
- smeltwater
- waterschap
- grijswater
- rozenwater
- watertoren
- waterkoker
- grondwater
- slootwater
- watersnood
- watervrees
- waterdicht
- watermolen
- regenwater
- waterfiets
- waterstaat
- waterkunde
- ijsbericht
- waterhoofd
- breekwater
- azijnwater
- zwartwater
- waterplant
- aluinwater
- waterbuffel
- waterschade
- chloorwater
- suikerwater
- waterkering
- waterpartij
- ijswoestijn
- waterspuwer
- watervlakte
- waterplaats
- waterdrager
- waterschoen
- ijskoningin
- waterjuffer
- vruchtwater
- waterpokken
- ijsgebergte
- oceaanwater
- binnenwater
- watermeloen
- waterlobelia
- waterleiding
- leidingwater
- zoetwatervis
- koningswater
- waterpistool
- zoetwatermeer
- warmwaterbron
- waterafstotend
- watervliegtuig
- warmwaterkruik
- watergevogelte
- onderwaterzicht
- oppervlaktewater
- waterverplaatsing