zeewater
Dutch (Brabantic)
/ˈzeːˌʋaː.tər/
noun
Definitions
- seawater
Etymology
Inherited from Middle Dutch sêewater compound from Dutch, Flemish zee (sea) + Dutch, Flemish water (water).
Origin
Dutch (Brabantic)
water
Gloss
water
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
水
Emoji
⚓️ ⛵️ 🌊 🏄️ 🏊️ 🏖️ 🏝️ 🐃 🐋 🐙 🐚 🐟️ 🐠 🐡 🐢 🐬 🐳 🔫 🚢 🚣 🚤 🚿 🛁 🛥️ 🛳️ 🤽 🦀 🦆 🦈 🦐 🦑
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- sea English
- seawater English
- water English
- Javazee Dutch, Flemish
- Oostzee Dutch, Flemish
- Waddenzee Dutch, Flemish
- Waterland Dutch, Flemish
- Zeeland Dutch, Flemish
- Zeewolde Dutch, Flemish
- Zuiderzee Dutch, Flemish
- aluinwater Dutch, Flemish
- appelblauwzeegroen Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- badwater Dutch, Flemish
- binnenwater Dutch, Flemish
- binnenzee Dutch, Flemish
- boorwater Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- bronwater Dutch, Flemish
- chloorwater Dutch, Flemish
- drinkwater Dutch, Flemish
- grijswater Dutch, Flemish
- grondwater Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- ijszee Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- kraanwater Dutch, Flemish
- kustwater Dutch, Flemish
- leidingwater Dutch, Flemish
- luchtzee Dutch, Flemish
- mensenzee Dutch, Flemish
- oceaanwater Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- onderzeeboot Dutch, Flemish
- onderzeedienst Dutch, Flemish
- onderzees Dutch, Flemish
- onderzeevloot Dutch, Flemish
- onderzeeër Dutch, Flemish
- oppervlaktewater Dutch, Flemish
- overzees Dutch, Flemish
- prikwater Dutch, Flemish
- randzee Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- reukwater Dutch, Flemish
- rozenwater Dutch, Flemish
- slootwater Dutch, Flemish
- smeltwater Dutch, Flemish
- spawater Dutch, Flemish
- spuitwater Dutch, Flemish
- suikerwater Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- vlammenzee Dutch, Flemish
- vruchtwater Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- vuurzee Dutch, Flemish
- warmwaterbron Dutch, Flemish
- warmwaterkruik Dutch, Flemish
- water Dutch, Flemish
- waterafstotend Dutch, Flemish
- waterbed Dutch, Flemish
- waterbom Dutch, Flemish
- waterbuffel Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- waterdier Dutch, Flemish
- waterdrager Dutch, Flemish
- wateren Dutch, Flemish
- waterfiets Dutch, Flemish
- waterfles Dutch, Flemish
- watergang Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- watergeus Dutch, Flemish
- watergevogelte Dutch, Flemish
- waterhoen Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- waterhoos Dutch, Flemish
- waterig Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- waterjuffer Dutch, Flemish
- waterkanon Dutch, Flemish
- waterkans Dutch, Flemish
- waterkering Dutch, Flemish
- waterkers Dutch, Flemish
- waterkeur Dutch, Flemish
- waterkip Dutch, Flemish
- waterkoker Dutch, Flemish
- waterkou Dutch, Flemish
- waterkoud Dutch, Flemish
- waterkunde Dutch, Flemish
- waterleiding Dutch, Flemish
- waterlobelia Dutch, Flemish
- waterman Dutch, Flemish
- watermeloen Dutch, Flemish
- watermerk Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- waterpartij Dutch, Flemish
- waterpas Dutch, Flemish
- waterpeil Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- waterpistool Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- waterplant Dutch, Flemish
- waterpoel Dutch, Flemish
- waterpokken Dutch, Flemish
- waterpolo Dutch, Flemish
- waterpomp Dutch, Flemish
- waterput Dutch, Flemish
- waterraaf Dutch, Flemish
- waterral Dutch, Flemish
- waterree Dutch, Flemish
- waterschade Dutch, Flemish
- waterschap Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- watersnip Dutch, Flemish
- watersnood Dutch, Flemish
- waterspuwer Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- waterstof Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- waterval Dutch, Flemish
- waterverf Dutch, Flemish
- waterverplaatsing Dutch, Flemish
- watervlakte Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- watervrees Dutch, Flemish
- waterweg Dutch, Flemish
- waterwolf Dutch, Flemish
- waterzooi Dutch, Flemish
- wereldzee Dutch, Flemish
- wijwater Dutch, Flemish
- woelwater Dutch, Flemish
- zee Dutch, Flemish
- zee-eend Dutch, Flemish
- zee-egel Dutch, Flemish
- zee-engel Dutch, Flemish
- zee-engte Dutch, Flemish
- zeeanemoon Dutch, Flemish
- zeeanjelier Dutch, Flemish
- zeearend Dutch, Flemish
- zeebaboe Dutch, Flemish
- zeebanket Dutch, Flemish
- zeebed Dutch, Flemish
- zeebedding Dutch, Flemish
- zeebeer Dutch, Flemish
- zeebeving Dutch, Flemish
- zeebodem Dutch, Flemish
- zeebonk Dutch, Flemish
- zeebreker Dutch, Flemish
- zeedahlia Dutch, Flemish
- zeedier Dutch, Flemish
- zeedijk Dutch, Flemish
- zeedonderpad Dutch, Flemish
- zeeduivel Dutch, Flemish
- zeefort Dutch, Flemish
- zeegans Dutch, Flemish
- zeegat Dutch, Flemish
- zeegedrocht Dutch, Flemish
- zeegras Dutch, Flemish
- zeehaven Dutch, Flemish
- zeeheld Dutch, Flemish
- zeehond Dutch, Flemish
- zeehoofd Dutch, Flemish
- zeeijs Dutch, Flemish
- zeekat Dutch, Flemish
- zeekoe Dutch, Flemish
- zeekoet Dutch, Flemish
- zeekomkommer Dutch, Flemish
- zeekraal Dutch, Flemish
- zeekreeft Dutch, Flemish
- zeekrokodil Dutch, Flemish
- zeekust Dutch, Flemish
- zeeland Dutch, Flemish
- zeeleeuw Dutch, Flemish
- zeeleguaan Dutch, Flemish
- zeeluipaard Dutch, Flemish
- zeemacht Dutch, Flemish
- zeeman Dutch, Flemish
- zeemeerman Dutch, Flemish
- zeemeermin Dutch, Flemish
- zeemeeuw Dutch, Flemish
- zeemijl Dutch, Flemish
- zeemijn Dutch, Flemish
- zeemonster Dutch, Flemish
- zeemuis Dutch, Flemish
- zeenaaktslak Dutch, Flemish
- zeenaald Dutch, Flemish
- zeenegenoog Dutch, Flemish
- zeenimf Dutch, Flemish
- zeeniveau Dutch, Flemish
- zeeolifant Dutch, Flemish
- zeeoor Dutch, Flemish
- zeeoorlog Dutch, Flemish
- zeeotter Dutch, Flemish
- zeepaard Dutch, Flemish
- zeeprik Dutch, Flemish
- zeereptiel Dutch, Flemish
- zeerover Dutch, Flemish
- zeerus Dutch, Flemish
- zeeschelp Dutch, Flemish
- zeeschildpad Dutch, Flemish
- zeeschip Dutch, Flemish
- zeeschuim Dutch, Flemish
- zeeschuimer Dutch, Flemish
- zeeslag Dutch, Flemish
- zeeslak Dutch, Flemish
- zeeslang Dutch, Flemish
- zeesluis Dutch, Flemish
- zeesnoek Dutch, Flemish
- zeesoldaat Dutch, Flemish
- zeespiegel Dutch, Flemish
- zeestaat Dutch, Flemish
- zeester Dutch, Flemish
- zeeton Dutch, Flemish
- zeetong Dutch, Flemish
- zeevaarder Dutch, Flemish
- zeevaart Dutch, Flemish
- zeevarken Dutch, Flemish
- zeevis Dutch, Flemish
- zeevonk Dutch, Flemish
- zeewaardig Dutch, Flemish
- zeewaarts Dutch, Flemish
- zeewezen Dutch, Flemish
- zeewier Dutch, Flemish
- zeewolf Dutch, Flemish
- zeeziek Dutch, Flemish
- zeezoogdier Dutch, Flemish
- zeezout Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zoetwatervis Dutch, Flemish
- zwartwater Dutch, Flemish
- *watōr Proto-Germanic
- seewater Middle English
- sêe Middle Dutch
- sêewater Middle Dutch
- wâter Middle Dutch
- see Afrikaans
- water Afrikaans
- waterval Afrikaans
- se Sranan Tongo
- sé Sranan Tongo
- වතුර Sinhala, Sinhalese
- ze Aukan
- zé Saramaccan
- zee
- water
- zeebed
- zeeton
- zeeman
- zeekoe
- zeerus
- zeeijs
- ijszee
- zeevis
- zeegat
- zeeoor
- zeekat
- zeemijl
- zeeslag
- zeeland
- zeetong
- zeeprik
- zeegans
- wateren
- zeewier
- zeemuis
- vuurzee
- zeebeer
- Zeeland
- zeekoet
- zeedijk
- zeemijn
- waterig
- zeewolf
- zeegras
- randzee
- zeefort
- zeeslak
- zeester
- zeebonk
- zeevonk
- Javazee
- zeeziek
- Oostzee
- zeehond
- zeekust
- zeezout
- zeedier
- zeeheld
- zeenimf
- waterpas
- Zeewolde
- badwater
- zeehoofd
- zee-egel
- zeepaard
- zeevaart
- waterman
- zeeslang
- waterral
- waterkip
- zeeleeuw
- waterbed
- zeehaven
- waterweg
- zeesnoek
- wijwater
- waterput
- ijswater
- zeeschip
- zeenaald
- zeerover
- waterree
- waterkou
- zeearend
- zeeotter
- zeemacht
- zeemeeuw
- zeebodem
- waterval
- luchtzee
- zeewezen
- zee-eend
- zeestaat
- zeekraal
- zeesluis
- waterijs
- zeebaboe
- spawater
- overzees
- waterbom
- zeeoorlog
- watermerk
- waterhoos
- watersnip
- waterpeil
- zeebanket
- waterdier
- watergeus
- Waterland
- zeeschelp
- zeekreeft
- zeevarken
- zeeschuim
- waterraaf
- waterpolo
- zeebreker
- waterwolf
- watergang
- vaarwater
- kustwater
- zee-engel
- bronwater
- waterhond
- waterkers
- mensenzee
- reukwater
- waterkoud
- waterverf
- zeewaarts
- waterpijp
- waterkans
- prikwater
- woelwater
- waterfles
- waterpoel
- zeedahlia
- vuurwater
- zeeniveau
- zeebeving
- zee-engte
- wereldzee
- waterpomp
- boorwater
- waterhoen
- zeeduivel
- Waddenzee
- waterzooi
- waterstof
- Zuiderzee
- binnenzee
- waterkeur
- onderzees
- watergeest
- waterkanon
- zeeleguaan
- grijswater
- zeereptiel
- waterslang
- zeeolifant
- rozenwater
- zeewaardig
- onderzeeër
- zeesoldaat
- zeemeerman
- watertoren
- spuitwater
- zeebedding
- waterkoker
- drinkwater
- zeeanemoon
- grondwater
- slootwater
- watersnood
- watervogel
- watervrees
- zeemeermin
- waterdicht
- watermolen
- regenwater
- waterfiets
- kraanwater
- waterstaat
- waterkunde
- zeespiegel
- waterhoofd
- zeemonster
- breekwater
- zeevaarder
- smeltwater
- vlammenzee
- azijnwater
- zwartwater
- waterplant
- waterschap
- aluinwater
- zeeschuimer
- waterspuwer
- watervlakte
- waterplaats
- waterbuffel
- waterdrager
- waterschoen
- zeeanjelier
- waterschade
- waterjuffer
- chloorwater
- vruchtwater
- suikerwater
- zeekrokodil
- zeeluipaard
- waterpokken
- zeenegenoog
- waterkering
- oceaanwater
- waterpartij
- binnenwater
- zeegedrocht
- zeezoogdier
- watermeloen
- waterleiding
- leidingwater
- zoetwatervis
- zeeschildpad
- waterlobelia
- koningswater
- zeekomkommer
- zeenaaktslak
- onderzeeboot
- waterpistool
- zeedonderpad
- warmwaterbron
- zoetwatermeer
- onderzeevloot
- waterafstotend
- warmwaterkruik
- watergevogelte
- onderzeedienst
- watervliegtuig
- onderwaterzicht
- oppervlaktewater
- waterverplaatsing
- appelblauwzeegroen