watervogel
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaː.tərˌvoː.ɣəl/
noun
Definitions
- An aquatic bird.
Etymology
Inherited from Middle Dutch watervogel com from Dutch, Flemish water (water) + Dutch, Flemish vogel (bird, dude, cat, critter, person).
Origin
Dutch (Brabantic)
vogel
Gloss
bird, dude, cat, critter, person
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
鳥
Emoji
🐓 🐔 🐣 🐤 🐥 🐦️ 🐧 🕊️ 🦃 🦅 🦆 🦉 🦚 🦜 🦢 🪶
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- fowl English
- water English
- Waterland Dutch, Flemish
- aasvogel Dutch, Flemish
- aluinwater Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- badwater Dutch, Flemish
- binnenwater Dutch, Flemish
- boorwater Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- bronwater Dutch, Flemish
- chloorwater Dutch, Flemish
- drinkwater Dutch, Flemish
- geluksvogel Dutch, Flemish
- grijswater Dutch, Flemish
- grondwater Dutch, Flemish
- ijsvogel Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- jazzvogel Dutch, Flemish
- kanarievogel Dutch, Flemish
- katvogel Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- kraanvogel Dutch, Flemish
- kraanwater Dutch, Flemish
- kustwater Dutch, Flemish
- leidingwater Dutch, Flemish
- lokvogel Dutch, Flemish
- loopvogel Dutch, Flemish
- neushoornvogel Dutch, Flemish
- oceaanwater Dutch, Flemish
- olifantsvogel Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- ongeluksvogel Dutch, Flemish
- oppervlaktewater Dutch, Flemish
- paradijsvogel Dutch, Flemish
- pechvogel Dutch, Flemish
- pestvogel Dutch, Flemish
- prieelvogel Dutch, Flemish
- prikwater Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- reukwater Dutch, Flemish
- roofvogel Dutch, Flemish
- rozenwater Dutch, Flemish
- secretarisvogel Dutch, Flemish
- slootwater Dutch, Flemish
- smeltwater Dutch, Flemish
- spawater Dutch, Flemish
- speelvogel Dutch, Flemish
- spuitwater Dutch, Flemish
- standvogel Dutch, Flemish
- stinkvogel Dutch, Flemish
- stootvogel Dutch, Flemish
- struisvogel Dutch, Flemish
- suikerwater Dutch, Flemish
- trekvogel Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- vogel Dutch, Flemish
- vogelaar Dutch, Flemish
- vogelachtig Dutch, Flemish
- vogelbekdier Dutch, Flemish
- vogelfauna Dutch, Flemish
- vogelgriep Dutch, Flemish
- vogelhuis Dutch, Flemish
- vogelkenner Dutch, Flemish
- vogelkooi Dutch, Flemish
- vogelkunde Dutch, Flemish
- vogelmelk Dutch, Flemish
- vogelnest Dutch, Flemish
- vogelperspectief Dutch, Flemish
- vogelpest Dutch, Flemish
- vogelpik Dutch, Flemish
- vogelpoep Dutch, Flemish
- vogelspotter Dutch, Flemish
- vogelstruis Dutch, Flemish
- vogeltrek Dutch, Flemish
- vogelverschrikker Dutch, Flemish
- vogelvlucht Dutch, Flemish
- vogelvrij Dutch, Flemish
- vogelwichelaar Dutch, Flemish
- vogelwichelarij Dutch, Flemish
- vogelzaad Dutch, Flemish
- vruchtwater Dutch, Flemish
- vuurvogel Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- waardvogel Dutch, Flemish
- walgvogel Dutch, Flemish
- warmwaterbron Dutch, Flemish
- warmwaterkruik Dutch, Flemish
- water Dutch, Flemish
- waterafstotend Dutch, Flemish
- waterbed Dutch, Flemish
- waterbom Dutch, Flemish
- waterbuffel Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- waterdier Dutch, Flemish
- waterdrager Dutch, Flemish
- wateren Dutch, Flemish
- waterfiets Dutch, Flemish
- waterfles Dutch, Flemish
- watergang Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- watergeus Dutch, Flemish
- watergevogelte Dutch, Flemish
- waterhoen Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- waterhoos Dutch, Flemish
- waterig Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- waterjuffer Dutch, Flemish
- waterkanon Dutch, Flemish
- waterkans Dutch, Flemish
- waterkering Dutch, Flemish
- waterkers Dutch, Flemish
- waterkeur Dutch, Flemish
- waterkip Dutch, Flemish
- waterkoker Dutch, Flemish
- waterkou Dutch, Flemish
- waterkoud Dutch, Flemish
- waterkunde Dutch, Flemish
- waterleiding Dutch, Flemish
- waterlobelia Dutch, Flemish
- waterman Dutch, Flemish
- watermeloen Dutch, Flemish
- watermerk Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- waterpartij Dutch, Flemish
- waterpas Dutch, Flemish
- waterpeil Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- waterpistool Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- waterplant Dutch, Flemish
- waterpoel Dutch, Flemish
- waterpokken Dutch, Flemish
- waterpolo Dutch, Flemish
- waterpomp Dutch, Flemish
- waterput Dutch, Flemish
- waterraaf Dutch, Flemish
- waterral Dutch, Flemish
- waterree Dutch, Flemish
- waterschade Dutch, Flemish
- waterschap Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- watersnip Dutch, Flemish
- watersnood Dutch, Flemish
- waterspuwer Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- waterstof Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- waterval Dutch, Flemish
- waterverf Dutch, Flemish
- waterverplaatsing Dutch, Flemish
- watervlakte Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- watervrees Dutch, Flemish
- waterweg Dutch, Flemish
- waterwolf Dutch, Flemish
- waterzooi Dutch, Flemish
- wijwater Dutch, Flemish
- woelwater Dutch, Flemish
- zangvogel Dutch, Flemish
- zeewater Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zoetwatervis Dutch, Flemish
- zwartwater Dutch, Flemish
- zwemvogel Dutch, Flemish
- *watōr Proto-Germanic
- vōgel Middle Dutch
- watervogel Middle Dutch
- wâter Middle Dutch
- voël Afrikaans
- water Afrikaans
- waterval Afrikaans
- වතුර Sinhala, Sinhalese
- water
- vogel
- wateren
- waterig
- waterpas
- badwater
- lokvogel
- waterman
- katvogel
- aasvogel
- wijwater
- waterree
- vogelaar
- vogelpik
- waterbom
- ijsvogel
- waterral
- waterkip
- zeewater
- waterbed
- waterweg
- ijswater
- waterput
- waterkou
- waterval
- waterijs
- spawater
- watersnip
- waterpeil
- zangvogel
- walgvogel
- vogelvrij
- Waterland
- vogelkooi
- watergang
- vaarwater
- kustwater
- waterkers
- vuurvogel
- loopvogel
- pestvogel
- waterpijp
- woelwater
- waterfles
- waterpoel
- waterpomp
- boorwater
- jazzvogel
- pechvogel
- waterkeur
- vogeltrek
- watermerk
- waterhoos
- vogelhuis
- vogelnest
- waterdier
- watergeus
- vogelmelk
- waterraaf
- waterpolo
- waterwolf
- vogelpest
- bronwater
- waterhond
- vogelzaad
- reukwater
- roofvogel
- waterkoud
- waterverf
- waterkans
- prikwater
- trekvogel
- vuurwater
- vogelpoep
- waterhoen
- zwemvogel
- waterzooi
- waterstof
- watergeest
- waardvogel
- waterkanon
- waterslang
- vogelgriep
- stootvogel
- spuitwater
- drinkwater
- vogelfauna
- kraanwater
- stinkvogel
- smeltwater
- kraanvogel
- waterschap
- grijswater
- rozenwater
- speelvogel
- watertoren
- waterkoker
- grondwater
- slootwater
- watersnood
- watervrees
- standvogel
- waterdicht
- watermolen
- regenwater
- waterfiets
- waterstaat
- waterkunde
- waterhoofd
- breekwater
- azijnwater
- zwartwater
- vogelkunde
- waterplant
- aluinwater
- waterbuffel
- struisvogel
- vogelvlucht
- vogelstruis
- waterschade
- chloorwater
- suikerwater
- geluksvogel
- waterkering
- prieelvogel
- waterpartij
- waterspuwer
- vogelachtig
- watervlakte
- waterplaats
- vogelkenner
- waterdrager
- waterschoen
- waterjuffer
- vruchtwater
- waterpokken
- oceaanwater
- binnenwater
- watermeloen
- waterlobelia
- waterleiding
- leidingwater
- vogelspotter
- zoetwatervis
- koningswater
- vogelbekdier
- waterpistool
- kanarievogel
- paradijsvogel
- ongeluksvogel
- zoetwatermeer
- olifantsvogel
- warmwaterbron
- waterafstotend
- watervliegtuig
- vogelwichelaar
- warmwaterkruik
- neushoornvogel
- watergevogelte
- vogelwichelarij
- secretarisvogel
- onderwaterzicht
- vogelperspectief
- oppervlaktewater
- waterverplaatsing
- vogelverschrikker