waterdier
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaː.tərˌdiːr/
noun
Definitions
- (zoology) An aquatic animal animal which lives (primarily) in water.
Etymology
Inherited from Middle Dutch waterdier compound from Dutch, Flemish water (water) + Dutch, Flemish dier (animal, dear, precious, beast, creature).
Origin
Dutch (Brabantic)
dier
Gloss
animal, dear, precious, beast, creature
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Classifier
Kanji
獣
Emoji
🏇 🐋 🐙 🐟️ 🐠 🐡 🐬 🐳 🐻❄️ 🐾 🦈 🦐 🦑
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- water English
- Waterland Dutch, Flemish
- aluinwater Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- badwater Dutch, Flemish
- binnenwater Dutch, Flemish
- bloemdier Dutch, Flemish
- boorwater Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- bronwater Dutch, Flemish
- buideldier Dutch, Flemish
- chloorwater Dutch, Flemish
- chordadier Dutch, Flemish
- circusdier Dutch, Flemish
- cloacadier Dutch, Flemish
- dagdier Dutch, Flemish
- dier Dutch, Flemish
- dierbaar Dutch, Flemish
- dierdicht Dutch, Flemish
- dierenarts Dutch, Flemish
- dierenbescherming Dutch, Flemish
- dierenbeul Dutch, Flemish
- dierendag Dutch, Flemish
- dierendicht Dutch, Flemish
- dierendienst Dutch, Flemish
- dierenepos Dutch, Flemish
- dierengedicht Dutch, Flemish
- dierenhuid Dutch, Flemish
- dierenleed Dutch, Flemish
- dierenmishandeling Dutch, Flemish
- dierenpark Dutch, Flemish
- dierenperk Dutch, Flemish
- dierenpsycholoog Dutch, Flemish
- dierenrechten Dutch, Flemish
- dierenriem Dutch, Flemish
- dierentuin Dutch, Flemish
- dierenvriend Dutch, Flemish
- dierenwelzijn Dutch, Flemish
- dierenwereld Dutch, Flemish
- dierenwinkel Dutch, Flemish
- dierepos Dutch, Flemish
- diergaarde Dutch, Flemish
- diergedicht Dutch, Flemish
- diergedrag Dutch, Flemish
- diergeneeskunde Dutch, Flemish
- dierkunde Dutch, Flemish
- dierlijk Dutch, Flemish
- dieronterend Dutch, Flemish
- dierperk Dutch, Flemish
- dierproef Dutch, Flemish
- diersoort Dutch, Flemish
- diervriendelijk Dutch, Flemish
- drinkwater Dutch, Flemish
- fabeldier Dutch, Flemish
- gleufdier Dutch, Flemish
- gordeldier Dutch, Flemish
- grijswater Dutch, Flemish
- grondwater Dutch, Flemish
- hoefdier Dutch, Flemish
- holtedier Dutch, Flemish
- hoorndier Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- kerfdier Dutch, Flemish
- knaagdier Dutch, Flemish
- knuffeldier Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- koraaldier Dutch, Flemish
- kraanwater Dutch, Flemish
- kruipdier Dutch, Flemish
- kuddedier Dutch, Flemish
- kustwater Dutch, Flemish
- landdier Dutch, Flemish
- leidingwater Dutch, Flemish
- maagzakdier Dutch, Flemish
- manteldier Dutch, Flemish
- muildier Dutch, Flemish
- nachtdier Dutch, Flemish
- neteldier Dutch, Flemish
- nutsdier Dutch, Flemish
- oceaanwater Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- ondier Dutch, Flemish
- oppervlaktewater Dutch, Flemish
- pantoffeldier Dutch, Flemish
- partijdier Dutch, Flemish
- pelsdier Dutch, Flemish
- placentadier Dutch, Flemish
- prikwater Dutch, Flemish
- proefdier Dutch, Flemish
- prooidier Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- rendier Dutch, Flemish
- reukwater Dutch, Flemish
- reusdier Dutch, Flemish
- reuzedier Dutch, Flemish
- reuzendier Dutch, Flemish
- rijdier Dutch, Flemish
- roofdier Dutch, Flemish
- rozenwater Dutch, Flemish
- sabeldier Dutch, Flemish
- schaaldier Dutch, Flemish
- schelpdier Dutch, Flemish
- schubdier Dutch, Flemish
- slootwater Dutch, Flemish
- slurfdier Dutch, Flemish
- smeltwater Dutch, Flemish
- snaveldier Dutch, Flemish
- spawater Dutch, Flemish
- spookdier Dutch, Flemish
- spuitwater Dutch, Flemish
- stinkdier Dutch, Flemish
- suikerwater Dutch, Flemish
- trekdier Dutch, Flemish
- troeteldier Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- vingerdier Dutch, Flemish
- vogelbekdier Dutch, Flemish
- vruchtwater Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- warmwaterbron Dutch, Flemish
- warmwaterkruik Dutch, Flemish
- water Dutch, Flemish
- waterafstotend Dutch, Flemish
- waterbed Dutch, Flemish
- waterbom Dutch, Flemish
- waterbuffel Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- waterdrager Dutch, Flemish
- wateren Dutch, Flemish
- waterfiets Dutch, Flemish
- waterfles Dutch, Flemish
- watergang Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- watergeus Dutch, Flemish
- watergevogelte Dutch, Flemish
- waterhoen Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- waterhoos Dutch, Flemish
- waterig Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- waterjuffer Dutch, Flemish
- waterkanon Dutch, Flemish
- waterkans Dutch, Flemish
- waterkering Dutch, Flemish
- waterkers Dutch, Flemish
- waterkeur Dutch, Flemish
- waterkip Dutch, Flemish
- waterkoker Dutch, Flemish
- waterkou Dutch, Flemish
- waterkoud Dutch, Flemish
- waterkunde Dutch, Flemish
- waterleiding Dutch, Flemish
- waterlobelia Dutch, Flemish
- waterman Dutch, Flemish
- watermeloen Dutch, Flemish
- watermerk Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- waterpartij Dutch, Flemish
- waterpas Dutch, Flemish
- waterpeil Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- waterpistool Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- waterplant Dutch, Flemish
- waterpoel Dutch, Flemish
- waterpokken Dutch, Flemish
- waterpolo Dutch, Flemish
- waterpomp Dutch, Flemish
- waterput Dutch, Flemish
- waterraaf Dutch, Flemish
- waterral Dutch, Flemish
- waterree Dutch, Flemish
- waterschade Dutch, Flemish
- waterschap Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- watersnip Dutch, Flemish
- watersnood Dutch, Flemish
- waterspuwer Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- waterstof Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- waterval Dutch, Flemish
- waterverf Dutch, Flemish
- waterverplaatsing Dutch, Flemish
- watervlakte Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- watervrees Dutch, Flemish
- waterweg Dutch, Flemish
- waterwolf Dutch, Flemish
- waterzooi Dutch, Flemish
- werkdier Dutch, Flemish
- werveldier Dutch, Flemish
- wijwater Dutch, Flemish
- woelwater Dutch, Flemish
- zeedier Dutch, Flemish
- zeewater Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zoetwatervis Dutch, Flemish
- zoogdier Dutch, Flemish
- zwartwater Dutch, Flemish
- *watōr Proto-Germanic
- dier Middle Dutch
- waterdier Middle Dutch
- wâter Middle Dutch
- dier Afrikaans
- water Afrikaans
- waterval Afrikaans
- වතුර Sinhala, Sinhalese
- dier
- water
- ondier
- rijdier
- dagdier
- rendier
- wateren
- waterig
- zeedier
- waterpas
- badwater
- waterman
- reusdier
- trekdier
- wijwater
- kerfdier
- muildier
- waterree
- dierepos
- dierperk
- roofdier
- landdier
- werkdier
- waterbom
- dierlijk
- zoogdier
- waterral
- waterkip
- zeewater
- dierbaar
- waterbed
- waterweg
- ijswater
- waterput
- waterkou
- pelsdier
- waterval
- nutsdier
- hoefdier
- waterijs
- spawater
- dierdicht
- diersoort
- dierendag
- watersnip
- gleufdier
- waterpeil
- Waterland
- fabeldier
- knaagdier
- holtedier
- watergang
- vaarwater
- kustwater
- nachtdier
- reuzedier
- stinkdier
- waterkers
- waterpijp
- woelwater
- waterfles
- slurfdier
- proefdier
- waterpoel
- dierkunde
- dierproef
- prooidier
- waterpomp
- kruipdier
- boorwater
- waterkeur
- sabeldier
- watermerk
- waterhoos
- watergeus
- kuddedier
- hoorndier
- spookdier
- waterraaf
- waterpolo
- waterwolf
- neteldier
- bronwater
- waterhond
- reukwater
- waterkoud
- waterverf
- waterkans
- prikwater
- schubdier
- vuurwater
- waterhoen
- waterzooi
- bloemdier
- waterstof
- watergeest
- waterkanon
- waterslang
- dierenarts
- cloacadier
- circusdier
- werveldier
- reuzendier
- vingerdier
- schaaldier
- chordadier
- spuitwater
- drinkwater
- dierenbeul
- watervogel
- dierenepos
- dierenleed
- dierenriem
- dierentuin
- manteldier
- kraanwater
- partijdier
- schelpdier
- buideldier
- smeltwater
- waterschap
- dierenperk
- grijswater
- dierenhuid
- rozenwater
- watertoren
- gordeldier
- waterkoker
- grondwater
- diergedrag
- slootwater
- watersnood
- dierenpark
- watervrees
- waterdicht
- watermolen
- regenwater
- waterfiets
- koraaldier
- waterstaat
- snaveldier
- waterkunde
- waterhoofd
- breekwater
- diergaarde
- azijnwater
- zwartwater
- waterplant
- aluinwater
- waterbuffel
- diergedicht
- dierendicht
- waterschade
- chloorwater
- suikerwater
- waterkering
- waterpartij
- waterspuwer
- watervlakte
- waterplaats
- knuffeldier
- waterdrager
- troeteldier
- waterschoen
- waterjuffer
- vruchtwater
- waterpokken
- oceaanwater
- binnenwater
- maagzakdier
- watermeloen
- waterlobelia
- dierenwinkel
- waterleiding
- leidingwater
- dierendienst
- zoetwatervis
- koningswater
- placentadier
- dierenwereld
- vogelbekdier
- waterpistool
- dieronterend
- dierenvriend
- dierenrechten
- pantoffeldier
- zoetwatermeer
- warmwaterbron
- dierenwelzijn
- dierengedicht
- waterafstotend
- watervliegtuig
- warmwaterkruik
- watergevogelte
- diergeneeskunde
- onderwaterzicht
- diervriendelijk
- dierenpsycholoog
- oppervlaktewater
- waterverplaatsing
- dierenbescherming
- dierenmishandeling