waterweg
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaː.tərˌʋɛx/
noun
Definitions
- waterway navigable body of water
- water route route over a waterway
Etymology
Compound from Dutch, Flemish water (water) + Dutch, Flemish weg (road, way, away, path).
Origin
Dutch (Brabantic)
weg
Gloss
road, way, away, path
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
道, 路
Emoji
🛣️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- water English
- waterway English
- way English
- E-weg Dutch, Flemish
- Melkweg Dutch, Flemish
- Waterland Dutch, Flemish
- aluinwater Dutch, Flemish
- asfaltweg Dutch, Flemish
- autoweg Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- badwater Dutch, Flemish
- binnenwater Dutch, Flemish
- binnenweg Dutch, Flemish
- boorwater Dutch, Flemish
- botweg Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- bronwater Dutch, Flemish
- chloorwater Dutch, Flemish
- diedenweg Dutch, Flemish
- domweg Dutch, Flemish
- doolweg Dutch, Flemish
- doorweg Dutch, Flemish
- drinkwater Dutch, Flemish
- grijswater Dutch, Flemish
- grondwater Dutch, Flemish
- hoofdweg Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- kraanwater Dutch, Flemish
- kustwater Dutch, Flemish
- leidingwater Dutch, Flemish
- lijdensweg Dutch, Flemish
- luchtweg Dutch, Flemish
- middenweg Dutch, Flemish
- oceaanwater Dutch, Flemish
- omweg Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- oppervlaktewater Dutch, Flemish
- overweg Dutch, Flemish
- parallelweg Dutch, Flemish
- prikwater Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- remweg Dutch, Flemish
- reukwater Dutch, Flemish
- rijksweg Dutch, Flemish
- rijweg Dutch, Flemish
- ringweg Dutch, Flemish
- rondweg Dutch, Flemish
- rozenwater Dutch, Flemish
- slootwater Dutch, Flemish
- sluipweg Dutch, Flemish
- smeltwater Dutch, Flemish
- snelweg Dutch, Flemish
- spawater Dutch, Flemish
- spoorweg Dutch, Flemish
- spuitwater Dutch, Flemish
- straatweg Dutch, Flemish
- suikerwater Dutch, Flemish
- teweegbrengen Dutch, Flemish
- tolweg Dutch, Flemish
- tramweg Dutch, Flemish
- uitweg Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- vaarweg Dutch, Flemish
- ventweg Dutch, Flemish
- vluchtweg Dutch, Flemish
- vruchtwater Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- warmwaterbron Dutch, Flemish
- warmwaterkruik Dutch, Flemish
- water Dutch, Flemish
- waterafstotend Dutch, Flemish
- waterbed Dutch, Flemish
- waterbom Dutch, Flemish
- waterbuffel Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- waterdier Dutch, Flemish
- waterdrager Dutch, Flemish
- wateren Dutch, Flemish
- waterfiets Dutch, Flemish
- waterfles Dutch, Flemish
- watergang Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- watergeus Dutch, Flemish
- watergevogelte Dutch, Flemish
- waterhoen Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- waterhoos Dutch, Flemish
- waterig Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- waterjuffer Dutch, Flemish
- waterkanon Dutch, Flemish
- waterkans Dutch, Flemish
- waterkering Dutch, Flemish
- waterkers Dutch, Flemish
- waterkeur Dutch, Flemish
- waterkip Dutch, Flemish
- waterkoker Dutch, Flemish
- waterkou Dutch, Flemish
- waterkoud Dutch, Flemish
- waterkunde Dutch, Flemish
- waterleiding Dutch, Flemish
- waterlobelia Dutch, Flemish
- waterman Dutch, Flemish
- watermeloen Dutch, Flemish
- watermerk Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- waterpartij Dutch, Flemish
- waterpas Dutch, Flemish
- waterpeil Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- waterpistool Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- waterplant Dutch, Flemish
- waterpoel Dutch, Flemish
- waterpokken Dutch, Flemish
- waterpolo Dutch, Flemish
- waterpomp Dutch, Flemish
- waterput Dutch, Flemish
- waterraaf Dutch, Flemish
- waterral Dutch, Flemish
- waterree Dutch, Flemish
- waterschade Dutch, Flemish
- waterschap Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- watersnip Dutch, Flemish
- watersnood Dutch, Flemish
- waterspuwer Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- waterstof Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- waterval Dutch, Flemish
- waterverf Dutch, Flemish
- waterverplaatsing Dutch, Flemish
- watervlakte Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- watervrees Dutch, Flemish
- waterwolf Dutch, Flemish
- waterzooi Dutch, Flemish
- weegbree Dutch, Flemish
- weg Dutch, Flemish
- wegaanduiding Dutch, Flemish
- wegconcurreren Dutch, Flemish
- wegdek Dutch, Flemish
- wegdoen Dutch, Flemish
- wegebben Dutch, Flemish
- wegenaanleg Dutch, Flemish
- wegenbelasting Dutch, Flemish
- wegenbouw Dutch, Flemish
- wegennet Dutch, Flemish
- wegens Dutch, Flemish
- weggaan Dutch, Flemish
- weggebruiker Dutch, Flemish
- weggeven Dutch, Flemish
- weggooien Dutch, Flemish
- weghelpen Dutch, Flemish
- wegkijken Dutch, Flemish
- wegkwijnen Dutch, Flemish
- weglaten Dutch, Flemish
- wegleggen Dutch, Flemish
- weglopen Dutch, Flemish
- wegmisbruiker Dutch, Flemish
- wegnemen Dutch, Flemish
- wegpiraat Dutch, Flemish
- wegpunt Dutch, Flemish
- wegrestaurant Dutch, Flemish
- wegrit Dutch, Flemish
- wegslepen Dutch, Flemish
- wegsluipen Dutch, Flemish
- wegstemmen Dutch, Flemish
- wegsterven Dutch, Flemish
- wegsturen Dutch, Flemish
- wegvagen Dutch, Flemish
- wegvallen Dutch, Flemish
- wegverkeer Dutch, Flemish
- wegversperring Dutch, Flemish
- wegvervoer Dutch, Flemish
- wegvliegen Dutch, Flemish
- wegvoeren Dutch, Flemish
- wegwaaien Dutch, Flemish
- wegwaarts Dutch, Flemish
- wegwerken Dutch, Flemish
- wegwerkzaamheid Dutch, Flemish
- wegwerpen Dutch, Flemish
- wegwezen Dutch, Flemish
- wegzetten Dutch, Flemish
- wijwater Dutch, Flemish
- woelwater Dutch, Flemish
- zandweg Dutch, Flemish
- zeewater Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zoetwatervis Dutch, Flemish
- zwartwater Dutch, Flemish
- *watōr Proto-Germanic
- waterwey Middle English
- wech Middle Dutch
- wâter Middle Dutch
- water Afrikaans
- waterval Afrikaans
- weg Afrikaans
- වතුර Sinhala, Sinhalese
- weg
- omweg
- water
- E-weg
- wegens
- uitweg
- wegrit
- botweg
- rijweg
- domweg
- remweg
- tolweg
- wegdek
- vaarweg
- doorweg
- wateren
- zandweg
- autoweg
- weggaan
- doolweg
- ringweg
- waterig
- wegpunt
- snelweg
- ventweg
- tramweg
- Melkweg
- wegdoen
- rondweg
- overweg
- waterpas
- badwater
- wegwezen
- wegebben
- waterman
- waterral
- waterkip
- spoorweg
- zeewater
- waterbed
- weglopen
- wijwater
- ijswater
- waterput
- wegvagen
- rijksweg
- sluipweg
- wegnemen
- waterree
- waterkou
- luchtweg
- weggeven
- weegbree
- hoofdweg
- waterval
- weglaten
- wegennet
- waterijs
- spawater
- waterbom
- watermerk
- waterhoos
- wegkijken
- middenweg
- watersnip
- wegsturen
- waterpeil
- waterdier
- watergeus
- wegenbouw
- Waterland
- weghelpen
- waterraaf
- binnenweg
- waterpolo
- wegwerpen
- vluchtweg
- waterwolf
- watergang
- vaarwater
- kustwater
- bronwater
- waterhond
- asfaltweg
- wegwaaien
- wegslepen
- waterkers
- reukwater
- waterkoud
- waterverf
- wegwaarts
- wegleggen
- waterpijp
- waterkans
- prikwater
- diedenweg
- straatweg
- woelwater
- waterfles
- wegpiraat
- waterpoel
- wegvoeren
- vuurwater
- weggooien
- wegvallen
- waterpomp
- boorwater
- waterhoen
- waterzooi
- waterstof
- wegzetten
- wegwerken
- waterkeur
- watergeest
- waterkanon
- grijswater
- waterslang
- rozenwater
- wegverkeer
- lijdensweg
- watertoren
- spuitwater
- waterkoker
- wegsluipen
- drinkwater
- grondwater
- slootwater
- watersnood
- watervogel
- watervrees
- wegsterven
- waterdicht
- wegkwijnen
- wegvervoer
- wegstemmen
- watermolen
- regenwater
- waterfiets
- kraanwater
- waterstaat
- waterkunde
- waterhoofd
- breekwater
- smeltwater
- azijnwater
- zwartwater
- waterplant
- waterschap
- wegvliegen
- aluinwater
- waterspuwer
- watervlakte
- waterplaats
- waterbuffel
- waterdrager
- waterschoen
- waterschade
- waterjuffer
- vruchtwater
- chloorwater
- wegenaanleg
- suikerwater
- parallelweg
- waterpokken
- waterkering
- oceaanwater
- waterpartij
- binnenwater
- watermeloen
- waterleiding
- leidingwater
- zoetwatervis
- waterlobelia
- koningswater
- weggebruiker
- waterpistool
- wegmisbruiker
- teweegbrengen
- wegaanduiding
- warmwaterbron
- wegrestaurant
- zoetwatermeer
- waterafstotend
- warmwaterkruik
- watergevogelte
- wegversperring
- wegconcurreren
- watervliegtuig
- wegenbelasting
- onderwaterzicht
- wegwerkzaamheid
- oppervlaktewater
- waterverplaatsing