waterfiets
Dutch (Brabantic)
/ˈʋaː.tərˌfits/
noun
Definitions
- A pedalopedalo.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish water (water) + Dutch, Flemish fiets (bicycle, bike).
Origin
Dutch (Brabantic)
fiets
Gloss
bicycle, bike
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
🚲️ 🚴 🚴♀️ 🚴♂️ 🚵 🚵♀️ 🚵♂️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- water English
- Fietse German
- Waterland Dutch, Flemish
- aluinwater Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- badwater Dutch, Flemish
- bakfiets Dutch, Flemish
- bierfiets Dutch, Flemish
- binnenwater Dutch, Flemish
- boorwater Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- bromfiets Dutch, Flemish
- bronwater Dutch, Flemish
- chloorwater Dutch, Flemish
- drinkwater Dutch, Flemish
- fiets Dutch, Flemish
- fietsbel Dutch, Flemish
- fietsbrug Dutch, Flemish
- fietsen Dutch, Flemish
- fietsendrager Dutch, Flemish
- fietsenhok Dutch, Flemish
- fietsenrek Dutch, Flemish
- fietsenstalling Dutch, Flemish
- fietshelm Dutch, Flemish
- fietsinfrastructuur Dutch, Flemish
- fietspad Dutch, Flemish
- fietspomp Dutch, Flemish
- fietsriksja Dutch, Flemish
- fietsrotonde Dutch, Flemish
- fietsstrook Dutch, Flemish
- fietsstuur Dutch, Flemish
- fietstaxi Dutch, Flemish
- fietstocht Dutch, Flemish
- fietsveer Dutch, Flemish
- grijswater Dutch, Flemish
- grondwater Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- kinderfiets Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- kraanwater Dutch, Flemish
- kustwater Dutch, Flemish
- leidingwater Dutch, Flemish
- ligfiets Dutch, Flemish
- lokfiets Dutch, Flemish
- loopfiets Dutch, Flemish
- moederfiets Dutch, Flemish
- motorfiets Dutch, Flemish
- oceaanwater Dutch, Flemish
- omafiets Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- oppervlaktewater Dutch, Flemish
- plooifiets Dutch, Flemish
- prikwater Dutch, Flemish
- racefiets Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- reukwater Dutch, Flemish
- rozenwater Dutch, Flemish
- slootwater Dutch, Flemish
- smeltwater Dutch, Flemish
- snorfiets Dutch, Flemish
- spawater Dutch, Flemish
- spoorfiets Dutch, Flemish
- spuitwater Dutch, Flemish
- stoomfiets Dutch, Flemish
- suikerwater Dutch, Flemish
- toerfiets Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- vouwfiets Dutch, Flemish
- vruchtwater Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- warmwaterbron Dutch, Flemish
- warmwaterkruik Dutch, Flemish
- water Dutch, Flemish
- waterafstotend Dutch, Flemish
- waterbed Dutch, Flemish
- waterbom Dutch, Flemish
- waterbuffel Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- waterdier Dutch, Flemish
- waterdrager Dutch, Flemish
- wateren Dutch, Flemish
- waterfles Dutch, Flemish
- watergang Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- watergeus Dutch, Flemish
- watergevogelte Dutch, Flemish
- waterhoen Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- waterhoos Dutch, Flemish
- waterig Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- waterjuffer Dutch, Flemish
- waterkanon Dutch, Flemish
- waterkans Dutch, Flemish
- waterkering Dutch, Flemish
- waterkers Dutch, Flemish
- waterkeur Dutch, Flemish
- waterkip Dutch, Flemish
- waterkoker Dutch, Flemish
- waterkou Dutch, Flemish
- waterkoud Dutch, Flemish
- waterkunde Dutch, Flemish
- waterleiding Dutch, Flemish
- waterlobelia Dutch, Flemish
- waterman Dutch, Flemish
- watermeloen Dutch, Flemish
- watermerk Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- waterpartij Dutch, Flemish
- waterpas Dutch, Flemish
- waterpeil Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- waterpistool Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- waterplant Dutch, Flemish
- waterpoel Dutch, Flemish
- waterpokken Dutch, Flemish
- waterpolo Dutch, Flemish
- waterpomp Dutch, Flemish
- waterput Dutch, Flemish
- waterraaf Dutch, Flemish
- waterral Dutch, Flemish
- waterree Dutch, Flemish
- waterschade Dutch, Flemish
- waterschap Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- watersnip Dutch, Flemish
- watersnood Dutch, Flemish
- waterspuwer Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- waterstof Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- waterval Dutch, Flemish
- waterverf Dutch, Flemish
- waterverplaatsing Dutch, Flemish
- watervlakte Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- watervrees Dutch, Flemish
- waterweg Dutch, Flemish
- waterwolf Dutch, Flemish
- waterzooi Dutch, Flemish
- weesfiets Dutch, Flemish
- wijwater Dutch, Flemish
- woelwater Dutch, Flemish
- zeewater Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zoetwatervis Dutch, Flemish
- zwartwater Dutch, Flemish
- *watōr Proto-Germanic
- brompit Indonesian
- wâter Middle Dutch
- fiets Afrikaans
- water Afrikaans
- waterval Afrikaans
- fyts Western Frisian
- pit Javanese
- වතුර Sinhala, Sinhalese
- fietse Dutch Low Saxon
- water
- fiets
- fietsen
- wateren
- waterig
- waterpas
- badwater
- waterman
- wijwater
- bakfiets
- waterree
- ligfiets
- omafiets
- lokfiets
- waterbom
- waterral
- waterkip
- zeewater
- waterbed
- waterweg
- ijswater
- waterput
- waterkou
- waterval
- fietspad
- waterijs
- fietsbel
- spawater
- watersnip
- waterpeil
- Waterland
- racefiets
- fietspomp
- watergang
- vaarwater
- kustwater
- loopfiets
- waterkers
- fietsveer
- waterpijp
- woelwater
- waterfles
- waterpoel
- waterpomp
- boorwater
- bierfiets
- waterkeur
- fietsbrug
- watermerk
- waterhoos
- toerfiets
- bromfiets
- fietstaxi
- waterdier
- watergeus
- snorfiets
- waterraaf
- waterpolo
- waterwolf
- bronwater
- waterhond
- reukwater
- waterkoud
- waterverf
- waterkans
- prikwater
- vouwfiets
- vuurwater
- weesfiets
- fietshelm
- waterhoen
- waterzooi
- waterstof
- watergeest
- waterkanon
- waterslang
- stoomfiets
- plooifiets
- spuitwater
- drinkwater
- watervogel
- kraanwater
- smeltwater
- waterschap
- grijswater
- rozenwater
- watertoren
- waterkoker
- fietsstuur
- spoorfiets
- grondwater
- slootwater
- watersnood
- watervrees
- motorfiets
- waterdicht
- watermolen
- regenwater
- waterstaat
- waterkunde
- waterhoofd
- fietsenrek
- fietstocht
- breekwater
- fietsenhok
- azijnwater
- zwartwater
- waterplant
- aluinwater
- waterbuffel
- waterschade
- chloorwater
- suikerwater
- waterkering
- waterpartij
- waterspuwer
- watervlakte
- moederfiets
- waterplaats
- kinderfiets
- waterdrager
- waterschoen
- waterjuffer
- vruchtwater
- fietsstrook
- waterpokken
- oceaanwater
- binnenwater
- fietsriksja
- watermeloen
- fietsrotonde
- waterlobelia
- waterleiding
- leidingwater
- zoetwatervis
- koningswater
- waterpistool
- zoetwatermeer
- fietsendrager
- warmwaterbron
- waterafstotend
- watervliegtuig
- warmwaterkruik
- watergevogelte
- fietsenstalling
- onderwaterzicht
- oppervlaktewater
- waterverplaatsing
- fietsinfrastructuur