suikerwater
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- sugar water
Etymology
Compound from Dutch, Flemish suiker (sugar) + Dutch, Flemish water (water).
Origin
Dutch (Brabantic)
water
Gloss
water
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
水
Emoji
⚓️ ⛵️ 🌊 🏄️ 🏊️ 🏖️ 🏝️ 🐃 🐋 🐙 🐚 🐟️ 🐠 🐡 🐢 🐬 🐳 🔫 🚢 🚣 🚤 🚿 🛁 🛥️ 🛳️ 🤽 🦀 🦆 🦈 🦐 🦑
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- sugar English
- water English
- Suikerfeest Dutch, Flemish
- Waterland Dutch, Flemish
- aluinwater Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- badwater Dutch, Flemish
- basterdsuiker Dutch, Flemish
- bietsuiker Dutch, Flemish
- binnenwater Dutch, Flemish
- bloedsuiker Dutch, Flemish
- boorwater Dutch, Flemish
- borstsuiker Dutch, Flemish
- breekwater Dutch, Flemish
- bronwater Dutch, Flemish
- broodsuiker Dutch, Flemish
- chloorwater Dutch, Flemish
- drinkwater Dutch, Flemish
- druivensuiker Dutch, Flemish
- grijswater Dutch, Flemish
- grondwater Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- kandijsuiker Dutch, Flemish
- kaneelsuiker Dutch, Flemish
- koningswater Dutch, Flemish
- kraanwater Dutch, Flemish
- kristalsuiker Dutch, Flemish
- kustwater Dutch, Flemish
- leidingwater Dutch, Flemish
- melksuiker Dutch, Flemish
- moutsuiker Dutch, Flemish
- oceaanwater Dutch, Flemish
- onderwaterzicht Dutch, Flemish
- oppervlaktewater Dutch, Flemish
- poedersuiker Dutch, Flemish
- prikwater Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- reukwater Dutch, Flemish
- rietsuiker Dutch, Flemish
- rozenwater Dutch, Flemish
- slootwater Dutch, Flemish
- smeltwater Dutch, Flemish
- spawater Dutch, Flemish
- spuitwater Dutch, Flemish
- suiker Dutch, Flemish
- suikerbeest Dutch, Flemish
- suikerbiet Dutch, Flemish
- suikerboer Dutch, Flemish
- suikerboon Dutch, Flemish
- suikerbrood Dutch, Flemish
- suikergoed Dutch, Flemish
- suikerij Dutch, Flemish
- suikerklont Dutch, Flemish
- suikermoei Dutch, Flemish
- suikeroom Dutch, Flemish
- suikerpatiënt Dutch, Flemish
- suikerplantage Dutch, Flemish
- suikertaart Dutch, Flemish
- suikertante Dutch, Flemish
- suikerziek Dutch, Flemish
- suikerziekte Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- vanillesuiker Dutch, Flemish
- vruchtwater Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- warmwaterbron Dutch, Flemish
- warmwaterkruik Dutch, Flemish
- water Dutch, Flemish
- waterafstotend Dutch, Flemish
- waterbed Dutch, Flemish
- waterbom Dutch, Flemish
- waterbuffel Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- waterdier Dutch, Flemish
- waterdrager Dutch, Flemish
- wateren Dutch, Flemish
- waterfiets Dutch, Flemish
- waterfles Dutch, Flemish
- watergang Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- watergeus Dutch, Flemish
- watergevogelte Dutch, Flemish
- waterhoen Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- waterhoos Dutch, Flemish
- waterig Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- waterjuffer Dutch, Flemish
- waterkanon Dutch, Flemish
- waterkans Dutch, Flemish
- waterkering Dutch, Flemish
- waterkers Dutch, Flemish
- waterkeur Dutch, Flemish
- waterkip Dutch, Flemish
- waterkoker Dutch, Flemish
- waterkou Dutch, Flemish
- waterkoud Dutch, Flemish
- waterkunde Dutch, Flemish
- waterleiding Dutch, Flemish
- waterlobelia Dutch, Flemish
- waterman Dutch, Flemish
- watermeloen Dutch, Flemish
- watermerk Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- waterpartij Dutch, Flemish
- waterpas Dutch, Flemish
- waterpeil Dutch, Flemish
- waterpijp Dutch, Flemish
- waterpistool Dutch, Flemish
- waterplaats Dutch, Flemish
- waterplant Dutch, Flemish
- waterpoel Dutch, Flemish
- waterpokken Dutch, Flemish
- waterpolo Dutch, Flemish
- waterpomp Dutch, Flemish
- waterput Dutch, Flemish
- waterraaf Dutch, Flemish
- waterral Dutch, Flemish
- waterree Dutch, Flemish
- waterschade Dutch, Flemish
- waterschap Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- watersnip Dutch, Flemish
- watersnood Dutch, Flemish
- waterspuwer Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- waterstof Dutch, Flemish
- watertoren Dutch, Flemish
- waterval Dutch, Flemish
- waterverf Dutch, Flemish
- waterverplaatsing Dutch, Flemish
- watervlakte Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- watervrees Dutch, Flemish
- waterweg Dutch, Flemish
- waterwolf Dutch, Flemish
- waterzooi Dutch, Flemish
- wijwater Dutch, Flemish
- woelwater Dutch, Flemish
- zeewater Dutch, Flemish
- zoetwatermeer Dutch, Flemish
- zoetwatervis Dutch, Flemish
- zwartwater Dutch, Flemish
- *watōr Proto-Germanic
- suicker Middle Dutch
- wâter Middle Dutch
- suiker Afrikaans
- water Afrikaans
- waterval Afrikaans
- shukël Unami
- වතුර Sinhala, Sinhalese
- water
- suiker
- wateren
- waterig
- waterpas
- badwater
- waterman
- wijwater
- waterree
- suikerij
- waterbom
- waterral
- waterkip
- zeewater
- waterbed
- waterweg
- ijswater
- waterput
- waterkou
- waterval
- waterijs
- spawater
- suikeroom
- watersnip
- waterpeil
- Waterland
- watergang
- vaarwater
- kustwater
- waterkers
- waterpijp
- woelwater
- waterfles
- waterpoel
- waterpomp
- boorwater
- waterkeur
- watermerk
- waterhoos
- waterdier
- watergeus
- waterraaf
- waterpolo
- waterwolf
- bronwater
- waterhond
- reukwater
- waterkoud
- waterverf
- waterkans
- prikwater
- vuurwater
- waterhoen
- waterzooi
- waterstof
- watergeest
- waterkanon
- suikergoed
- waterslang
- suikermoei
- suikerziek
- spuitwater
- bietsuiker
- drinkwater
- watervogel
- kraanwater
- moutsuiker
- rietsuiker
- smeltwater
- waterschap
- melksuiker
- grijswater
- rozenwater
- suikerboer
- suikerbiet
- watertoren
- waterkoker
- grondwater
- slootwater
- watersnood
- watervrees
- waterdicht
- watermolen
- regenwater
- waterfiets
- waterstaat
- waterkunde
- waterhoofd
- breekwater
- azijnwater
- zwartwater
- waterplant
- aluinwater
- suikerboon
- suikerbeest
- waterbuffel
- waterschade
- chloorwater
- suikerklont
- waterkering
- waterpartij
- Suikerfeest
- borstsuiker
- waterspuwer
- watervlakte
- suikertante
- waterplaats
- waterdrager
- waterschoen
- broodsuiker
- suikerbrood
- waterjuffer
- vruchtwater
- bloedsuiker
- waterpokken
- suikertaart
- oceaanwater
- binnenwater
- watermeloen
- suikerziekte
- waterlobelia
- poedersuiker
- waterleiding
- leidingwater
- zoetwatervis
- koningswater
- kandijsuiker
- waterpistool
- kaneelsuiker
- kristalsuiker
- druivensuiker
- vanillesuiker
- zoetwatermeer
- suikerpatiënt
- basterdsuiker
- warmwaterbron
- waterafstotend
- watervliegtuig
- warmwaterkruik
- suikerplantage
- watergevogelte
- onderwaterzicht
- oppervlaktewater
- waterverplaatsing