bloedhond
Dutch (Brabantic)
/ˈblut.ɦɔnt/
noun
Definitions
- bloodhound
- (figurative) someone skilled in finding people; skilled or persistent tracker or stalker
- persecutor, tenaciously cruel person
Etymology
Compound from Dutch, Flemish bloed (blood) + Dutch, Flemish hond (dog, hound, cognate of hound, hond, canine).
Origin
Dutch (Brabantic)
hond
Gloss
dog, hound, cognate of hound, hond, canine
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
犬, 狗
Emoji
🐕🦺 🐩 🐶 🐺
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- blood English
- bloodhound English
- bloodhounding English
- bloodhoundish English
- hound English
- bandhond Dutch, Flemish
- blindengeleidehond Dutch, Flemish
- bloed Dutch, Flemish
- bloedarmoede Dutch, Flemish
- bloedbaan Dutch, Flemish
- bloedbad Dutch, Flemish
- bloedbank Dutch, Flemish
- bloedbeeld Dutch, Flemish
- bloedblaar Dutch, Flemish
- bloedbroeder Dutch, Flemish
- bloedcel Dutch, Flemish
- bloeddiamant Dutch, Flemish
- bloeddonor Dutch, Flemish
- bloeddorst Dutch, Flemish
- bloeddorstig Dutch, Flemish
- bloeddruk Dutch, Flemish
- bloedeloos Dutch, Flemish
- bloederig Dutch, Flemish
- bloedgang Dutch, Flemish
- bloedgeld Dutch, Flemish
- bloedgericht Dutch, Flemish
- bloedheet Dutch, Flemish
- bloedig Dutch, Flemish
- bloedkanker Dutch, Flemish
- bloedkaros Dutch, Flemish
- bloedloop Dutch, Flemish
- bloedlul Dutch, Flemish
- bloedmaan Dutch, Flemish
- bloedneus Dutch, Flemish
- bloedplaatje Dutch, Flemish
- bloedplasma Dutch, Flemish
- bloedrood Dutch, Flemish
- bloedschande Dutch, Flemish
- bloedschender Dutch, Flemish
- bloedschending Dutch, Flemish
- bloedschenner Dutch, Flemish
- bloedschennis Dutch, Flemish
- bloedsneeuw Dutch, Flemish
- bloedsomloop Dutch, Flemish
- bloedspat Dutch, Flemish
- bloedspoor Dutch, Flemish
- bloedsprookje Dutch, Flemish
- bloedstolling Dutch, Flemish
- bloedstroom Dutch, Flemish
- bloedsuiker Dutch, Flemish
- bloedtransfusie Dutch, Flemish
- bloeduitstorting Dutch, Flemish
- bloedvat Dutch, Flemish
- bloedvergieten Dutch, Flemish
- bloedvergieting Dutch, Flemish
- bloedvergiftiging Dutch, Flemish
- bloedverwant Dutch, Flemish
- bloedvete Dutch, Flemish
- bloedvink Dutch, Flemish
- bloedvlag Dutch, Flemish
- bloedwei Dutch, Flemish
- bloedzuiger Dutch, Flemish
- bloedzuster Dutch, Flemish
- bloedzweer Dutch, Flemish
- bulhond Dutch, Flemish
- dashond Dutch, Flemish
- dubbelbloed Dutch, Flemish
- geleidehond Dutch, Flemish
- halfbloed Dutch, Flemish
- herdershond Dutch, Flemish
- hond Dutch, Flemish
- hondachtig Dutch, Flemish
- hondehok Dutch, Flemish
- hondenbaan Dutch, Flemish
- hondenbrok Dutch, Flemish
- hondengevecht Dutch, Flemish
- hondenhok Dutch, Flemish
- hondenkot Dutch, Flemish
- hondenleven Dutch, Flemish
- hondenlijn Dutch, Flemish
- hondenlul Dutch, Flemish
- hondenmoeder Dutch, Flemish
- hondenpoep Dutch, Flemish
- hondenras Dutch, Flemish
- hondenslee Dutch, Flemish
- hondenstront Dutch, Flemish
- hondenwacht Dutch, Flemish
- hondenweer Dutch, Flemish
- honds Dutch, Flemish
- hondsbrutaal Dutch, Flemish
- hondsdagen Dutch, Flemish
- hondsdol Dutch, Flemish
- hondsdolheid Dutch, Flemish
- hondshaai Dutch, Flemish
- hondsmoe Dutch, Flemish
- hondstrouw Dutch, Flemish
- hondsvot Dutch, Flemish
- hulphond Dutch, Flemish
- hyenahond Dutch, Flemish
- jachthond Dutch, Flemish
- keeshond Dutch, Flemish
- kettinghond Dutch, Flemish
- koudbloedig Dutch, Flemish
- lepelhond Dutch, Flemish
- melkboerenhond Dutch, Flemish
- melkboerenhondenhaar Dutch, Flemish
- mopshond Dutch, Flemish
- muishond Dutch, Flemish
- politiehond Dutch, Flemish
- prairiehond Dutch, Flemish
- rashond Dutch, Flemish
- schaapshond Dutch, Flemish
- schoothond Dutch, Flemish
- sledehond Dutch, Flemish
- smoushond Dutch, Flemish
- snuffelhond Dutch, Flemish
- straathond Dutch, Flemish
- vechthond Dutch, Flemish
- volbloed Dutch, Flemish
- waakhond Dutch, Flemish
- waterhond Dutch, Flemish
- windhond Dutch, Flemish
- wolfshond Dutch, Flemish
- zeehond Dutch, Flemish
- zwerfhond Dutch, Flemish
- blodhound Middle English
- bloet Middle Dutch
- hont Middle Dutch
- bloed Afrikaans
- bloedbaan Afrikaans
- hond Afrikaans
- blutu Berbice Creole Dutch
- hond
- honds
- bloed
- rashond
- bulhond
- zeehond
- bloedig
- dashond
- muishond
- waakhond
- hondehok
- hondsmoe
- bloedbad
- bloedvat
- bloedlul
- keeshond
- hondsvot
- mopshond
- bloedcel
- hondsdol
- volbloed
- bandhond
- hulphond
- bloedwei
- windhond
- hondenkot
- sledehond
- bloedneus
- bloedbank
- bloedgeld
- hondenlul
- hondenras
- hondenhok
- bloedmaan
- bloedbaan
- bloedvlag
- waterhond
- lepelhond
- smoushond
- bloedloop
- bloedheet
- wolfshond
- zwerfhond
- bloederig
- bloedvink
- hyenahond
- hondshaai
- bloedvete
- halfbloed
- vechthond
- bloeddruk
- bloedrood
- bloedspat
- jachthond
- bloedgang
- hondstrouw
- hondenbrok
- bloeddorst
- hondenweer
- hondachtig
- hondenslee
- hondenbaan
- hondsdagen
- straathond
- hondenpoep
- bloedkaros
- hondenlijn
- bloedbeeld
- bloedblaar
- bloedzweer
- schoothond
- bloeddonor
- bloedeloos
- bloedspoor
- politiehond
- kettinghond
- geleidehond
- koudbloedig
- herdershond
- bloedkanker
- schaapshond
- snuffelhond
- prairiehond
- hondenwacht
- bloedstroom
- bloedsuiker
- bloedzuster
- dubbelbloed
- bloedplasma
- bloedsneeuw
- hondenleven
- bloedzuiger
- hondenmoeder
- bloeddorstig
- bloedgericht
- bloedarmoede
- hondsdolheid
- bloeddiamant
- bloedplaatje
- bloedsomloop
- hondenstront
- hondsbrutaal
- bloedverwant
- bloedschande
- bloedbroeder
- hondengevecht
- bloedsprookje
- bloedschennis
- bloedschenner
- bloedstolling
- bloedschender
- bloedvergieten
- melkboerenhond
- bloedschending
- bloedvergieting
- bloedtransfusie
- bloeduitstorting
- bloedvergiftiging
- blindengeleidehond
- melkboerenhondenhaar