tijdlijn
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- timeline
Etymology
Compound from Dutch, Flemish tijd (time, period, era, age) + Dutch, Flemish lijn (line, flax, rope, linum, leash, thin rope, cord).
Origin
Dutch (Brabantic)
lijn
Gloss
line, flax, rope, linum, leash, thin rope, cord
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
線
Emoji
🎣 📏 📐
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandrijflijn Dutch, Flemish
- aanlijnen Dutch, Flemish
- aanvoerlijn Dutch, Flemish
- altijd Dutch, Flemish
- angellijn Dutch, Flemish
- baslijn Dutch, Flemish
- bedtijd Dutch, Flemish
- bijtijds Dutch, Flemish
- bloeitijd Dutch, Flemish
- bronstijd Dutch, Flemish
- bronsttijd Dutch, Flemish
- buitentijds Dutch, Flemish
- buslijn Dutch, Flemish
- deeltijds Dutch, Flemish
- etenstijd Dutch, Flemish
- gedachtelijn Dutch, Flemish
- gelijktijdig Dutch, Flemish
- hondenlijn Dutch, Flemish
- ijstijd Dutch, Flemish
- ijzertijd Dutch, Flemish
- incubatietijd Dutch, Flemish
- intijds Dutch, Flemish
- jaaglijn Dutch, Flemish
- kantlijn Dutch, Flemish
- kersttijd Dutch, Flemish
- kettinglijn Dutch, Flemish
- kindertijd Dutch, Flemish
- koffietijd Dutch, Flemish
- kolenlijn Dutch, Flemish
- komkommertijd Dutch, Flemish
- kustlijn Dutch, Flemish
- laadtijd Dutch, Flemish
- leeftijd Dutch, Flemish
- lijn Dutch, Flemish
- lijnen Dutch, Flemish
- lijnintegraal Dutch, Flemish
- lijnlading Dutch, Flemish
- lijnladingsdichtheid Dutch, Flemish
- lijnolie Dutch, Flemish
- lijnrecht Dutch, Flemish
- lijnstroom Dutch, Flemish
- lijnstroomdichtheid Dutch, Flemish
- lijnstuk Dutch, Flemish
- lijnvliegtuig Dutch, Flemish
- lijnvlucht Dutch, Flemish
- lijnzaad Dutch, Flemish
- linnen Dutch, Flemish
- loodlijn Dutch, Flemish
- luiertijd Dutch, Flemish
- maaltijd Dutch, Flemish
- meesttijds Dutch, Flemish
- middelertijd Dutch, Flemish
- middellijn Dutch, Flemish
- omlooptijd Dutch, Flemish
- ontij Dutch, Flemish
- oudtijds Dutch, Flemish
- partijlijn Dutch, Flemish
- pruikentijd Dutch, Flemish
- raaklijn Dutch, Flemish
- rechtlijnig Dutch, Flemish
- regentijd Dutch, Flemish
- richtlijn Dutch, Flemish
- rondetijd Dutch, Flemish
- ruimte-tijd Dutch, Flemish
- ruimtetijd Dutch, Flemish
- scheidingslijn Dutch, Flemish
- scheidlijn Dutch, Flemish
- scheidslijn Dutch, Flemish
- schroeflijn Dutch, Flemish
- slapenstijd Dutch, Flemish
- sluitertijd Dutch, Flemish
- spoorlijn Dutch, Flemish
- steentijd Dutch, Flemish
- stroomlijn Dutch, Flemish
- telefoonlijn Dutch, Flemish
- tijd Dutch, Flemish
- tijdbom Dutch, Flemish
- tijdelijk Dutch, Flemish
- tijdgeest Dutch, Flemish
- tijdgenoot Dutch, Flemish
- tijdig Dutch, Flemish
- tijdnood Dutch, Flemish
- tijdopname Dutch, Flemish
- tijdperk Dutch, Flemish
- tijdrekening Dutch, Flemish
- tijdrit Dutch, Flemish
- tijdschaal Dutch, Flemish
- tijdschema Dutch, Flemish
- tijdschrift Dutch, Flemish
- tijdsduur Dutch, Flemish
- tijdsgeest Dutch, Flemish
- tijdslimiet Dutch, Flemish
- tijdsrekening Dutch, Flemish
- tijdstempel Dutch, Flemish
- tijdstip Dutch, Flemish
- tijdsverschil Dutch, Flemish
- tijdvak Dutch, Flemish
- tijdverdrijf Dutch, Flemish
- toentertijd Dutch, Flemish
- tussentijd Dutch, Flemish
- vechtenstijd Dutch, Flemish
- veertigdagentijd Dutch, Flemish
- verhaallijn Dutch, Flemish
- vertrektijd Dutch, Flemish
- vislijn Dutch, Flemish
- vlaggenlijn Dutch, Flemish
- vloedlijn Dutch, Flemish
- voltijds Dutch, Flemish
- voortijds Dutch, Flemish
- vroegtijdig Dutch, Flemish
- wachttijd Dutch, Flemish
- waslijn Dutch, Flemish
- zaaitijd Dutch, Flemish
- zendtijd Dutch, Flemish
- lin Indonesian
- līne Middle Dutch
- tijt Middle Dutch
- tyd Afrikaans
- ლინი Georgian
- tijd
- lijn
- ontij
- tijdig
- lijnen
- linnen
- altijd
- waslijn
- tijdvak
- baslijn
- ijstijd
- tijdbom
- vislijn
- tijdrit
- bedtijd
- buslijn
- intijds
- maaltijd
- kustlijn
- lijnolie
- leeftijd
- tijdperk
- bijtijds
- tijdnood
- lijnzaad
- kantlijn
- zendtijd
- tijdstip
- laadtijd
- zaaitijd
- loodlijn
- oudtijds
- lijnstuk
- jaaglijn
- voltijds
- raaklijn
- angellijn
- ijzertijd
- luiertijd
- kersttijd
- steentijd
- lijnrecht
- voortijds
- tijdelijk
- kolenlijn
- vloedlijn
- regentijd
- etenstijd
- wachttijd
- richtlijn
- tijdsduur
- aanlijnen
- tijdgeest
- bloeitijd
- rondetijd
- spoorlijn
- bronstijd
- deeltijds
- scheidlijn
- stroomlijn
- lijnlading
- ruimtetijd
- bronsttijd
- meesttijds
- tijdschaal
- tijdopname
- tijdgenoot
- partijlijn
- tussentijd
- lijnvlucht
- middellijn
- tijdschema
- tijdsgeest
- koffietijd
- lijnstroom
- hondenlijn
- kindertijd
- omlooptijd
- tijdslimiet
- aanvoerlijn
- sluitertijd
- verhaallijn
- toentertijd
- ruimte-tijd
- tijdstempel
- kettinglijn
- pruikentijd
- scheidslijn
- schroeflijn
- buitentijds
- vertrektijd
- tijdschrift
- slapenstijd
- vlaggenlijn
- rechtlijnig
- vroegtijdig
- telefoonlijn
- tijdrekening
- vechtenstijd
- middelertijd
- tijdverdrijf
- gedachtelijn
- aandrijflijn
- gelijktijdig
- lijnvliegtuig
- tijdsverschil
- komkommertijd
- lijnintegraal
- tijdsrekening
- incubatietijd
- scheidingslijn
- veertigdagentijd
- lijnstroomdichtheid
- lijnladingsdichtheid