vislijn
Dutch (Brabantic)
/ˈvɪs.lɛi̯n/
noun
Definitions
- fishing line
Etymology
Compound from Dutch, Flemish vissen (fish) + Dutch, Flemish lijn (line, flax, rope, linum, leash, thin rope, cord).
Origin
Dutch (Brabantic)
lijn
Gloss
line, flax, rope, linum, leash, thin rope, cord
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
線
Emoji
🎣 📏 📐
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandrijflijn Dutch, Flemish
- aanlijnen Dutch, Flemish
- aanvoerlijn Dutch, Flemish
- afvissen Dutch, Flemish
- angellijn Dutch, Flemish
- baslijn Dutch, Flemish
- bevissen Dutch, Flemish
- buslijn Dutch, Flemish
- gedachtelijn Dutch, Flemish
- hondenlijn Dutch, Flemish
- jaaglijn Dutch, Flemish
- kantlijn Dutch, Flemish
- kettinglijn Dutch, Flemish
- kolenlijn Dutch, Flemish
- kustlijn Dutch, Flemish
- lijn Dutch, Flemish
- lijnen Dutch, Flemish
- lijnintegraal Dutch, Flemish
- lijnlading Dutch, Flemish
- lijnladingsdichtheid Dutch, Flemish
- lijnolie Dutch, Flemish
- lijnrecht Dutch, Flemish
- lijnstroom Dutch, Flemish
- lijnstroomdichtheid Dutch, Flemish
- lijnstuk Dutch, Flemish
- lijnvliegtuig Dutch, Flemish
- lijnvlucht Dutch, Flemish
- lijnzaad Dutch, Flemish
- linnen Dutch, Flemish
- loodlijn Dutch, Flemish
- middellijn Dutch, Flemish
- partijlijn Dutch, Flemish
- raaklijn Dutch, Flemish
- rechtlijnig Dutch, Flemish
- richtlijn Dutch, Flemish
- scheidingslijn Dutch, Flemish
- scheidlijn Dutch, Flemish
- scheidslijn Dutch, Flemish
- schroeflijn Dutch, Flemish
- spoorlijn Dutch, Flemish
- stroomlijn Dutch, Flemish
- telefoonlijn Dutch, Flemish
- tijdlijn Dutch, Flemish
- verhaallijn Dutch, Flemish
- vis Dutch, Flemish
- vissen Dutch, Flemish
- vissenrijk Dutch, Flemish
- visser Dutch, Flemish
- visserij Dutch, Flemish
- vistuig Dutch, Flemish
- vlaggenlijn Dutch, Flemish
- vliegvissen Dutch, Flemish
- vloedlijn Dutch, Flemish
- waslijn Dutch, Flemish
- zwartvissen Dutch, Flemish
- lin Indonesian
- līne Middle Dutch
- visschen Middle Dutch
- ლინი Georgian
- vis
- lijn
- visser
- lijnen
- linnen
- vissen
- waslijn
- buslijn
- vistuig
- baslijn
- kustlijn
- lijnolie
- visserij
- loodlijn
- bevissen
- lijnstuk
- jaaglijn
- afvissen
- lijnzaad
- kantlijn
- tijdlijn
- raaklijn
- angellijn
- richtlijn
- aanlijnen
- lijnrecht
- spoorlijn
- kolenlijn
- vloedlijn
- vissenrijk
- scheidlijn
- stroomlijn
- lijnstroom
- lijnlading
- hondenlijn
- partijlijn
- lijnvlucht
- middellijn
- scheidslijn
- schroeflijn
- aanvoerlijn
- verhaallijn
- vliegvissen
- vlaggenlijn
- rechtlijnig
- kettinglijn
- zwartvissen
- telefoonlijn
- aandrijflijn
- gedachtelijn
- lijnvliegtuig
- lijnintegraal
- scheidingslijn
- lijnstroomdichtheid
- lijnladingsdichtheid