kettinglijn
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (geometry) catenary
Etymology
Compound from Dutch, Flemish ketting (chain) + Dutch, Flemish lijn (line, flax, rope, linum, leash, thin rope, cord).
Origin
Dutch (Brabantic)
lijn
Gloss
line, flax, rope, linum, leash, thin rope, cord
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
線
Emoji
🎣 📏 📐
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandrijfketting Dutch, Flemish
- aandrijflijn Dutch, Flemish
- aanlijnen Dutch, Flemish
- aanvoerlijn Dutch, Flemish
- angellijn Dutch, Flemish
- baslijn Dutch, Flemish
- buslijn Dutch, Flemish
- gedachtelijn Dutch, Flemish
- halsketting Dutch, Flemish
- hondenlijn Dutch, Flemish
- jaaglijn Dutch, Flemish
- kantlijn Dutch, Flemish
- ketting Dutch, Flemish
- kettingbrief Dutch, Flemish
- kettingganger Dutch, Flemish
- kettinghond Dutch, Flemish
- kettingkast Dutch, Flemish
- kettingkogel Dutch, Flemish
- kettingreactie Dutch, Flemish
- kettingregel Dutch, Flemish
- kettingroker Dutch, Flemish
- kettingzaag Dutch, Flemish
- kolenlijn Dutch, Flemish
- kustlijn Dutch, Flemish
- lijn Dutch, Flemish
- lijnen Dutch, Flemish
- lijnintegraal Dutch, Flemish
- lijnlading Dutch, Flemish
- lijnladingsdichtheid Dutch, Flemish
- lijnolie Dutch, Flemish
- lijnrecht Dutch, Flemish
- lijnstroom Dutch, Flemish
- lijnstroomdichtheid Dutch, Flemish
- lijnstuk Dutch, Flemish
- lijnvliegtuig Dutch, Flemish
- lijnvlucht Dutch, Flemish
- lijnzaad Dutch, Flemish
- linnen Dutch, Flemish
- loodlijn Dutch, Flemish
- middellijn Dutch, Flemish
- partijlijn Dutch, Flemish
- raaklijn Dutch, Flemish
- rechtlijnig Dutch, Flemish
- richtlijn Dutch, Flemish
- scheidingslijn Dutch, Flemish
- scheidlijn Dutch, Flemish
- scheidslijn Dutch, Flemish
- schroeflijn Dutch, Flemish
- sneeuwketting Dutch, Flemish
- spoorlijn Dutch, Flemish
- stroomlijn Dutch, Flemish
- telefoonlijn Dutch, Flemish
- tijdlijn Dutch, Flemish
- verhaallijn Dutch, Flemish
- vislijn Dutch, Flemish
- vlaggenlijn Dutch, Flemish
- vloedlijn Dutch, Flemish
- waslijn Dutch, Flemish
- kjetting Norwegian Bokmål
- kjetting Norwegian Nynorsk
- lin Indonesian
- kettinc Middle Dutch
- līne Middle Dutch
- ketting Afrikaans
- ლინი Georgian
- keti Sranan Tongo
- lijn
- linnen
- lijnen
- ketting
- vislijn
- buslijn
- waslijn
- baslijn
- kustlijn
- lijnolie
- lijnzaad
- kantlijn
- loodlijn
- tijdlijn
- raaklijn
- lijnstuk
- jaaglijn
- angellijn
- richtlijn
- aanlijnen
- lijnrecht
- spoorlijn
- kolenlijn
- vloedlijn
- scheidlijn
- stroomlijn
- lijnstroom
- lijnlading
- lijnvlucht
- middellijn
- hondenlijn
- partijlijn
- verhaallijn
- kettingkast
- vlaggenlijn
- scheidslijn
- schroeflijn
- rechtlijnig
- kettinghond
- halsketting
- aanvoerlijn
- kettingzaag
- kettingroker
- kettingkogel
- telefoonlijn
- gedachtelijn
- kettingregel
- kettingbrief
- aandrijflijn
- lijnintegraal
- lijnvliegtuig
- sneeuwketting
- kettingganger
- scheidingslijn
- kettingreactie
- aandrijfketting
- lijnstroomdichtheid
- lijnladingsdichtheid