raaklijn
Dutch (Brabantic)
/ˈraːk.lɛi̯n/
noun
Definitions
- (geometry) tangent line
Etymology
Compound from Dutch, Flemish raken (touch, become, hit, reach, rake) + Dutch, Flemish lijn (line, flax, rope, linum, leash, thin rope, cord).
Origin
Dutch (Brabantic)
lijn
Gloss
line, flax, rope, linum, leash, thin rope, cord
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
線
Emoji
🎣 📏 📐
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandrijflijn Dutch, Flemish
- aanlijnen Dutch, Flemish
- aanraken Dutch, Flemish
- aanvoerlijn Dutch, Flemish
- angellijn Dutch, Flemish
- baslijn Dutch, Flemish
- buslijn Dutch, Flemish
- gedachtelijn Dutch, Flemish
- geraken Dutch, Flemish
- hondenlijn Dutch, Flemish
- jaaglijn Dutch, Flemish
- kantlijn Dutch, Flemish
- kettinglijn Dutch, Flemish
- kolenlijn Dutch, Flemish
- kustlijn Dutch, Flemish
- kwijtraken Dutch, Flemish
- lijn Dutch, Flemish
- lijnen Dutch, Flemish
- lijnintegraal Dutch, Flemish
- lijnlading Dutch, Flemish
- lijnladingsdichtheid Dutch, Flemish
- lijnolie Dutch, Flemish
- lijnrecht Dutch, Flemish
- lijnstroom Dutch, Flemish
- lijnstroomdichtheid Dutch, Flemish
- lijnstuk Dutch, Flemish
- lijnvliegtuig Dutch, Flemish
- lijnvlucht Dutch, Flemish
- lijnzaad Dutch, Flemish
- linnen Dutch, Flemish
- loodlijn Dutch, Flemish
- middellijn Dutch, Flemish
- opraken Dutch, Flemish
- partijlijn Dutch, Flemish
- raakvector Dutch, Flemish
- rakelings Dutch, Flemish
- raken Dutch, Flemish
- rechtlijnig Dutch, Flemish
- richtlijn Dutch, Flemish
- scheidingslijn Dutch, Flemish
- scheidlijn Dutch, Flemish
- scheidslijn Dutch, Flemish
- schroeflijn Dutch, Flemish
- spoorlijn Dutch, Flemish
- stroomlijn Dutch, Flemish
- telefoonlijn Dutch, Flemish
- tijdlijn Dutch, Flemish
- verhaallijn Dutch, Flemish
- vislijn Dutch, Flemish
- vlaggenlijn Dutch, Flemish
- vloedlijn Dutch, Flemish
- waslijn Dutch, Flemish
- lin Indonesian
- līne Middle Dutch
- rāken Middle Dutch
- ლინი Georgian
- raka Papiamentu
- lijn
- raken
- linnen
- lijnen
- vislijn
- buslijn
- geraken
- opraken
- waslijn
- baslijn
- kustlijn
- lijnolie
- lijnzaad
- kantlijn
- loodlijn
- tijdlijn
- aanraken
- lijnstuk
- jaaglijn
- angellijn
- richtlijn
- aanlijnen
- lijnrecht
- spoorlijn
- rakelings
- kolenlijn
- vloedlijn
- scheidlijn
- stroomlijn
- lijnstroom
- lijnlading
- lijnvlucht
- raakvector
- kwijtraken
- middellijn
- hondenlijn
- partijlijn
- verhaallijn
- vlaggenlijn
- scheidslijn
- schroeflijn
- rechtlijnig
- kettinglijn
- aanvoerlijn
- telefoonlijn
- gedachtelijn
- aandrijflijn
- lijnintegraal
- lijnvliegtuig
- scheidingslijn
- lijnstroomdichtheid
- lijnladingsdichtheid