bestuursapparaat
Dutch (Brabantic)
/bəˈstyːrs.ɑ.paːˈraːt/
noun
Definitions
- administrative apparatus, government apparatus
Etymology
Compound from Dutch, Flemish bestuur (administration, governing, government, governance, management, board, governing board) + Dutch, Flemish apparaat (device, apparatus, machinery, machine).
Origin
Dutch (Brabantic)
apparaat
Gloss
device, apparatus, machinery, machine
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
機
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanwijsapparaat Dutch, Flemish
- antwoordapparaat Dutch, Flemish
- apparaat Dutch, Flemish
- apparatuur Dutch, Flemish
- bestuur Dutch, Flemish
- bestuurlijk Dutch, Flemish
- bestuursambtenaar Dutch, Flemish
- bestuursdienst Dutch, Flemish
- bestuurslui Dutch, Flemish
- bestuurstaal Dutch, Flemish
- bestuursvergadering Dutch, Flemish
- bestuursvorm Dutch, Flemish
- bewegingsapparaat Dutch, Flemish
- gehoorapparaat Dutch, Flemish
- gemeentebestuur Dutch, Flemish
- invoerapparaat Dutch, Flemish
- kerkbestuur Dutch, Flemish
- koffiezetapparaat Dutch, Flemish
- nietapparaat Dutch, Flemish
- rijksbestuur Dutch, Flemish
- röntgenapparaat Dutch, Flemish
- scheerapparaat Dutch, Flemish
- schoolbestuur Dutch, Flemish
- stadsbestuur Dutch, Flemish
- aparat Indonesian
- bestir Indonesian
- apparat Middle French
- bestuur
- apparaat
- apparatuur
- kerkbestuur
- bestuurlijk
- bestuurslui
- nietapparaat
- bestuurstaal
- stadsbestuur
- bestuursvorm
- rijksbestuur
- schoolbestuur
- invoerapparaat
- bestuursdienst
- gehoorapparaat
- scheerapparaat
- aanwijsapparaat
- röntgenapparaat
- gemeentebestuur
- antwoordapparaat
- bewegingsapparaat
- koffiezetapparaat
- bestuursambtenaar
- bestuursvergadering