heerkracht
Dutch (Brabantic)
/ˈɦeːr.krɑxt/
noun
Definitions
- (archaic) army, (military) force
Etymology
Inherited from Middle Dutch heercracht compound from Dutch, Flemish heer (lord, gentleman, master, army, title for a priest) + Dutch, Flemish kracht (power, force, strength).
Origin
Dutch (Brabantic)
kracht
Gloss
power, force, strength
Concept
Semantic Field
Social and political relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
力
Emoji
🏋️ 💡
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Heerenveen Dutch, Flemish
- aandrijfkracht Dutch, Flemish
- aantrekkingskracht Dutch, Flemish
- aanvalskracht Dutch, Flemish
- ambachtsheer Dutch, Flemish
- arbeidskracht Dutch, Flemish
- baanderheer Dutch, Flemish
- banjerheer Dutch, Flemish
- bannerheer Dutch, Flemish
- beschermheer Dutch, Flemish
- bouwheer Dutch, Flemish
- burchtheer Dutch, Flemish
- concurrentiekracht Dutch, Flemish
- daadkracht Dutch, Flemish
- dommekracht Dutch, Flemish
- draagkracht Dutch, Flemish
- gastheer Dutch, Flemish
- geneesheer Dutch, Flemish
- gevechtskracht Dutch, Flemish
- groeikracht Dutch, Flemish
- heer Dutch, Flemish
- heerlijk Dutch, Flemish
- heeroom Dutch, Flemish
- heerschaar Dutch, Flemish
- heerschappij Dutch, Flemish
- heerschare Dutch, Flemish
- herenboer Dutch, Flemish
- herenboerderij Dutch, Flemish
- herenhoeve Dutch, Flemish
- herenhuis Dutch, Flemish
- herenkapper Dutch, Flemish
- herenkleding Dutch, Flemish
- herenliefde Dutch, Flemish
- invalkracht Dutch, Flemish
- jonkheer Dutch, Flemish
- kippenkracht Dutch, Flemish
- kracht Dutch, Flemish
- krachtbron Dutch, Flemish
- krachtcentrale Dutch, Flemish
- krachtdaad Dutch, Flemish
- krachtdadig Dutch, Flemish
- krachteloos Dutch, Flemish
- krachthonk Dutch, Flemish
- krachtig Dutch, Flemish
- krachtmeting Dutch, Flemish
- krachtmoment Dutch, Flemish
- krachtpatser Dutch, Flemish
- krachtproef Dutch, Flemish
- krachtstroom Dutch, Flemish
- krachtterm Dutch, Flemish
- krachttoer Dutch, Flemish
- krachtveld Dutch, Flemish
- krijgsheer Dutch, Flemish
- leenheer Dutch, Flemish
- leerkracht Dutch, Flemish
- levenskracht Dutch, Flemish
- lichtkracht Dutch, Flemish
- magneetkracht Dutch, Flemish
- meneer Dutch, Flemish
- middelpuntvliedende kracht Dutch, Flemish
- middelpuntzoekende kracht Dutch, Flemish
- mijnheer Dutch, Flemish
- natuurkracht Dutch, Flemish
- normaalkracht Dutch, Flemish
- opstandingskracht Dutch, Flemish
- paardenkracht Dutch, Flemish
- raadsheer Dutch, Flemish
- slagkracht Dutch, Flemish
- spierkracht Dutch, Flemish
- stoomkracht Dutch, Flemish
- strijdkracht Dutch, Flemish
- stuwkracht Dutch, Flemish
- superkracht Dutch, Flemish
- toverkracht Dutch, Flemish
- van der Waalskracht Dutch, Flemish
- vanderwaalskracht Dutch, Flemish
- veerkracht Dutch, Flemish
- veldheer Dutch, Flemish
- vuurkracht Dutch, Flemish
- wereldheer Dutch, Flemish
- wilskracht Dutch, Flemish
- windkracht Dutch, Flemish
- zeggingskracht Dutch, Flemish
- zwaartekracht Dutch, Flemish
- deler Indonesian
- inkrah Indonesian
- cracht Middle Dutch
- heercracht Middle Dutch
- hêre Middle Dutch
- krag Afrikaans
- heer
- kracht
- meneer
- heeroom
- heerlijk
- gastheer
- bouwheer
- mijnheer
- jonkheer
- leenheer
- veldheer
- krachtig
- herenhuis
- herenboer
- raadsheer
- wereldheer
- vuurkracht
- krachtdaad
- krachtterm
- geneesheer
- slagkracht
- wilskracht
- bannerheer
- daadkracht
- stuwkracht
- herenhoeve
- heerschaar
- krachtbron
- veerkracht
- krijgsheer
- windkracht
- krachtveld
- krachthonk
- banjerheer
- leerkracht
- burchtheer
- krachttoer
- Heerenveen
- heerschare
- dommekracht
- toverkracht
- krachteloos
- krachtdadig
- invalkracht
- herenliefde
- draagkracht
- spierkracht
- superkracht
- baanderheer
- groeikracht
- krachtproef
- lichtkracht
- stoomkracht
- herenkapper
- krachtstroom
- krachtmoment
- beschermheer
- krachtmeting
- levenskracht
- krachtpatser
- herenkleding
- heerschappij
- natuurkracht
- kippenkracht
- ambachtsheer
- strijdkracht
- arbeidskracht
- zwaartekracht
- magneetkracht
- normaalkracht
- paardenkracht
- aanvalskracht
- gevechtskracht
- aandrijfkracht
- krachtcentrale
- herenboerderij
- zeggingskracht
- opstandingskracht
- vanderwaalskracht
- concurrentiekracht
- aantrekkingskracht
- van der Waalskracht
- middelpuntzoekende kracht
- middelpuntvliedende kracht