krijgsheer
Dutch (Brabantic)
/krɛi̯xsˈɦeːr/
noun
Definitions
- warlord high military officer in a warlike nation
Etymology
Affix from Dutch, Flemish krijg (war, battle) + Dutch, Flemish heer (lord, gentleman, master, army, title for a priest).
Origin
Dutch (Brabantic)
heer
Gloss
lord, gentleman, master, army, title for a priest
Concept
Semantic Field
Social and political relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
主
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Heerenveen Dutch, Flemish
- ambachtsheer Dutch, Flemish
- baanderheer Dutch, Flemish
- banjerheer Dutch, Flemish
- bannerheer Dutch, Flemish
- beschermheer Dutch, Flemish
- bouwheer Dutch, Flemish
- burchtheer Dutch, Flemish
- burgerkrijg Dutch, Flemish
- gastheer Dutch, Flemish
- geneesheer Dutch, Flemish
- heer Dutch, Flemish
- heerkracht Dutch, Flemish
- heerlijk Dutch, Flemish
- heeroom Dutch, Flemish
- heerschaar Dutch, Flemish
- heerschappij Dutch, Flemish
- heerschare Dutch, Flemish
- herenboer Dutch, Flemish
- herenboerderij Dutch, Flemish
- herenhoeve Dutch, Flemish
- herenhuis Dutch, Flemish
- herenkapper Dutch, Flemish
- herenkleding Dutch, Flemish
- herenliefde Dutch, Flemish
- jonkheer Dutch, Flemish
- krijg Dutch, Flemish
- krijger Dutch, Flemish
- krijgsbuit Dutch, Flemish
- krijgsgerecht Dutch, Flemish
- krijgsgevangen Dutch, Flemish
- krijgsgevangene Dutch, Flemish
- krijgsgevangenschap Dutch, Flemish
- krijgsgod Dutch, Flemish
- krijgsgodin Dutch, Flemish
- krijgshaftig Dutch, Flemish
- krijgshamer Dutch, Flemish
- krijgsmacht Dutch, Flemish
- krijgsman Dutch, Flemish
- krijgsraad Dutch, Flemish
- krijgstocht Dutch, Flemish
- krijgsverrichting Dutch, Flemish
- leenheer Dutch, Flemish
- meneer Dutch, Flemish
- mijnheer Dutch, Flemish
- raadsheer Dutch, Flemish
- veldheer Dutch, Flemish
- wereldheer Dutch, Flemish
- wereldkrijg Dutch, Flemish
- deler Indonesian
- crijch Middle Dutch
- hêre Middle Dutch
- heer
- krijg
- meneer
- krijger
- heeroom
- heerlijk
- leenheer
- gastheer
- bouwheer
- veldheer
- mijnheer
- jonkheer
- krijgsgod
- herenhuis
- krijgsman
- raadsheer
- herenboer
- wereldheer
- geneesheer
- banjerheer
- krijgsraad
- burchtheer
- bannerheer
- krijgsbuit
- Heerenveen
- herenhoeve
- heerschaar
- heerkracht
- heerschare
- baanderheer
- wereldkrijg
- burgerkrijg
- krijgsgodin
- krijgstocht
- herenkapper
- krijgsmacht
- krijgshamer
- herenliefde
- herenkleding
- krijgshaftig
- heerschappij
- beschermheer
- ambachtsheer
- krijgsgerecht
- krijgsgevangen
- herenboerderij
- krijgsgevangene
- krijgsverrichting
- krijgsgevangenschap