natuurkracht
Dutch (Brabantic)
/naːˈtyːrˌkrɑxt/
noun
Definitions
- A force of nature, such as the elements and geological forces
- (figuratively) An impressively forceful 'wild' person or creature
Etymology
Compound from Dutch, Flemish natuur (nature) + Dutch, Flemish kracht (power, force, strength).
Origin
Dutch (Brabantic)
kracht
Gloss
power, force, strength
Concept
Semantic Field
Social and political relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
力
Emoji
🏋️ 💡
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandrijfkracht Dutch, Flemish
- aantrekkingskracht Dutch, Flemish
- aanvalskracht Dutch, Flemish
- arbeidskracht Dutch, Flemish
- bovennatuur Dutch, Flemish
- concurrentiekracht Dutch, Flemish
- daadkracht Dutch, Flemish
- dommekracht Dutch, Flemish
- draagkracht Dutch, Flemish
- gevechtskracht Dutch, Flemish
- groeikracht Dutch, Flemish
- heerkracht Dutch, Flemish
- invalkracht Dutch, Flemish
- kippenkracht Dutch, Flemish
- kracht Dutch, Flemish
- krachtbron Dutch, Flemish
- krachtcentrale Dutch, Flemish
- krachtdaad Dutch, Flemish
- krachtdadig Dutch, Flemish
- krachteloos Dutch, Flemish
- krachthonk Dutch, Flemish
- krachtig Dutch, Flemish
- krachtmeting Dutch, Flemish
- krachtmoment Dutch, Flemish
- krachtpatser Dutch, Flemish
- krachtproef Dutch, Flemish
- krachtstroom Dutch, Flemish
- krachtterm Dutch, Flemish
- krachttoer Dutch, Flemish
- krachtveld Dutch, Flemish
- leerkracht Dutch, Flemish
- levenskracht Dutch, Flemish
- lichtkracht Dutch, Flemish
- magneetkracht Dutch, Flemish
- middelpuntvliedende kracht Dutch, Flemish
- middelpuntzoekende kracht Dutch, Flemish
- natuur Dutch, Flemish
- natuurbrand Dutch, Flemish
- natuurgeweld Dutch, Flemish
- natuurgids Dutch, Flemish
- natuurijs Dutch, Flemish
- natuurkunde Dutch, Flemish
- natuurlijk Dutch, Flemish
- natuurmagneet Dutch, Flemish
- natuurmens Dutch, Flemish
- natuurparel Dutch, Flemish
- natuurramp Dutch, Flemish
- natuurrecht Dutch, Flemish
- natuurreservaat Dutch, Flemish
- natuurschoon Dutch, Flemish
- natuurtalent Dutch, Flemish
- natuurvorser Dutch, Flemish
- natuurvreemd Dutch, Flemish
- natuurwet Dutch, Flemish
- natuurwetenschap Dutch, Flemish
- normaalkracht Dutch, Flemish
- opstandingskracht Dutch, Flemish
- paardenkracht Dutch, Flemish
- slagkracht Dutch, Flemish
- spierkracht Dutch, Flemish
- stoomkracht Dutch, Flemish
- strijdkracht Dutch, Flemish
- stuwkracht Dutch, Flemish
- superkracht Dutch, Flemish
- toverkracht Dutch, Flemish
- van der Waalskracht Dutch, Flemish
- vanderwaalskracht Dutch, Flemish
- veerkracht Dutch, Flemish
- vuurkracht Dutch, Flemish
- wilskracht Dutch, Flemish
- windkracht Dutch, Flemish
- zeggingskracht Dutch, Flemish
- zwaartekracht Dutch, Flemish
- inkrah Indonesian
- cracht Middle Dutch
- nature Middle Dutch
- krag Afrikaans
- natuur Afrikaans
- kracht
- natuur
- krachtig
- natuurijs
- natuurwet
- natuurmens
- krachtterm
- slagkracht
- daadkracht
- natuurgids
- krachtbron
- veerkracht
- windkracht
- leerkracht
- vuurkracht
- krachtdaad
- natuurlijk
- natuurramp
- wilskracht
- stuwkracht
- krachtveld
- krachthonk
- krachttoer
- heerkracht
- dommekracht
- krachteloos
- draagkracht
- spierkracht
- superkracht
- krachtproef
- lichtkracht
- toverkracht
- bovennatuur
- krachtdadig
- invalkracht
- natuurrecht
- natuurbrand
- groeikracht
- natuurkunde
- stoomkracht
- natuurparel
- krachtmoment
- krachtmeting
- levenskracht
- natuurgeweld
- natuurvreemd
- strijdkracht
- krachtstroom
- natuurtalent
- natuurvorser
- natuurschoon
- krachtpatser
- kippenkracht
- magneetkracht
- normaalkracht
- natuurmagneet
- arbeidskracht
- zwaartekracht
- paardenkracht
- aanvalskracht
- zeggingskracht
- gevechtskracht
- aandrijfkracht
- krachtcentrale
- natuurreservaat
- natuurwetenschap
- vanderwaalskracht
- opstandingskracht
- concurrentiekracht
- aantrekkingskracht
- van der Waalskracht
- middelpuntzoekende kracht
- middelpuntvliedende kracht