raadsheer
Dutch (Brabantic)
/ˈraːts.ɦeːr/
noun
Definitions
- A male councillor.
- A male justice high-ranking male judge.
- (chess) A bishop.
Etymology
Inherited from Middle Dutch raetshere compound from Dutch, Flemish raad (council, advice, essential supply, necessity) + Dutch, Flemish heer (lord, gentleman, master, army, title for a priest).
Origin
Dutch (Brabantic)
heer
Gloss
lord, gentleman, master, army, title for a priest
Concept
Semantic Field
Social and political relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
主
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Heerenveen Dutch, Flemish
- ambachtsheer Dutch, Flemish
- baanderheer Dutch, Flemish
- banjerheer Dutch, Flemish
- bannerheer Dutch, Flemish
- beschermheer Dutch, Flemish
- bouwheer Dutch, Flemish
- burchtheer Dutch, Flemish
- gastheer Dutch, Flemish
- gemeenteraad Dutch, Flemish
- geneesheer Dutch, Flemish
- heemraad Dutch, Flemish
- heer Dutch, Flemish
- heerkracht Dutch, Flemish
- heerlijk Dutch, Flemish
- heeroom Dutch, Flemish
- heerschaar Dutch, Flemish
- heerschappij Dutch, Flemish
- heerschare Dutch, Flemish
- herenboer Dutch, Flemish
- herenboerderij Dutch, Flemish
- herenhoeve Dutch, Flemish
- herenhuis Dutch, Flemish
- herenkapper Dutch, Flemish
- herenkleding Dutch, Flemish
- herenliefde Dutch, Flemish
- huisraad Dutch, Flemish
- jonkheer Dutch, Flemish
- kabinetsraad Dutch, Flemish
- krijgsheer Dutch, Flemish
- krijgsraad Dutch, Flemish
- leenheer Dutch, Flemish
- medezeggenschapsraad Dutch, Flemish
- meneer Dutch, Flemish
- mijnheer Dutch, Flemish
- onraad Dutch, Flemish
- partijraad Dutch, Flemish
- raad Dutch, Flemish
- raadgever Dutch, Flemish
- raadhuis Dutch, Flemish
- raadpensionaris Dutch, Flemish
- raadplegen Dutch, Flemish
- raadslid Dutch, Flemish
- raadsman Dutch, Flemish
- raadspensionaris Dutch, Flemish
- raadsvergadering Dutch, Flemish
- radeloos Dutch, Flemish
- radenrepubliek Dutch, Flemish
- veldheer Dutch, Flemish
- volksraad Dutch, Flemish
- voorraad Dutch, Flemish
- wereldheer Dutch, Flemish
- deler Indonesian
- hêre Middle Dutch
- raetshere Middle Dutch
- râet Middle Dutch
- heer
- raad
- onraad
- meneer
- heeroom
- heerlijk
- voorraad
- radeloos
- gastheer
- raadsman
- bouwheer
- heemraad
- mijnheer
- jonkheer
- huisraad
- leenheer
- raadhuis
- veldheer
- raadslid
- volksraad
- raadgever
- herenboer
- herenhuis
- wereldheer
- geneesheer
- bannerheer
- partijraad
- Heerenveen
- herenhoeve
- heerschaar
- raadplegen
- krijgsheer
- banjerheer
- krijgsraad
- burchtheer
- heerkracht
- heerschare
- herenliefde
- baanderheer
- herenkapper
- beschermheer
- herenkleding
- heerschappij
- kabinetsraad
- ambachtsheer
- gemeenteraad
- radenrepubliek
- herenboerderij
- raadpensionaris
- raadspensionaris
- raadsvergadering
- medezeggenschapsraad