vuurkracht
Dutch (Brabantic)
/ˈvyːr.krɑxt/
noun
Definitions
- (military) firepower
- (chiefly) the power of fire
Etymology
Compound from Dutch, Flemish vuur (fire, inflammation, infection) + Dutch, Flemish kracht (power, force, strength).
Origin
Dutch (Brabantic)
kracht
Gloss
power, force, strength
Concept
Semantic Field
Social and political relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
力
Emoji
🏋️ 💡
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandrijfkracht Dutch, Flemish
- aantrekkingskracht Dutch, Flemish
- aanvalskracht Dutch, Flemish
- arbeidskracht Dutch, Flemish
- artillerievuur Dutch, Flemish
- bacterievuur Dutch, Flemish
- concurrentiekracht Dutch, Flemish
- daadkracht Dutch, Flemish
- dommekracht Dutch, Flemish
- draagkracht Dutch, Flemish
- gevechtskracht Dutch, Flemish
- geweervuur Dutch, Flemish
- granaatvuur Dutch, Flemish
- grauwvuur Dutch, Flemish
- groeikracht Dutch, Flemish
- heerkracht Dutch, Flemish
- hemelvuur Dutch, Flemish
- houtskoolvuur Dutch, Flemish
- invalkracht Dutch, Flemish
- kampvuur Dutch, Flemish
- kippenkracht Dutch, Flemish
- kracht Dutch, Flemish
- krachtbron Dutch, Flemish
- krachtcentrale Dutch, Flemish
- krachtdaad Dutch, Flemish
- krachtdadig Dutch, Flemish
- krachteloos Dutch, Flemish
- krachthonk Dutch, Flemish
- krachtig Dutch, Flemish
- krachtmeting Dutch, Flemish
- krachtmoment Dutch, Flemish
- krachtpatser Dutch, Flemish
- krachtproef Dutch, Flemish
- krachtstroom Dutch, Flemish
- krachtterm Dutch, Flemish
- krachttoer Dutch, Flemish
- krachtveld Dutch, Flemish
- leerkracht Dutch, Flemish
- levenskracht Dutch, Flemish
- lichtkracht Dutch, Flemish
- magneetkracht Dutch, Flemish
- middelpuntvliedende kracht Dutch, Flemish
- middelpuntzoekende kracht Dutch, Flemish
- miltvuur Dutch, Flemish
- natuurkracht Dutch, Flemish
- normaalkracht Dutch, Flemish
- opstandingskracht Dutch, Flemish
- paardenkracht Dutch, Flemish
- paasvuur Dutch, Flemish
- perenvuur Dutch, Flemish
- roffelvuur Dutch, Flemish
- slagkracht Dutch, Flemish
- spervuur Dutch, Flemish
- spierkracht Dutch, Flemish
- stoomkracht Dutch, Flemish
- strijdkracht Dutch, Flemish
- stuwkracht Dutch, Flemish
- superkracht Dutch, Flemish
- tegenvuur Dutch, Flemish
- toverkracht Dutch, Flemish
- trommelvuur Dutch, Flemish
- vagevuur Dutch, Flemish
- van der Waalskracht Dutch, Flemish
- vanderwaalskracht Dutch, Flemish
- veerkracht Dutch, Flemish
- vuren Dutch, Flemish
- vurig Dutch, Flemish
- vuur Dutch, Flemish
- vuurbaak Dutch, Flemish
- vuurbaken Dutch, Flemish
- vuurblusser Dutch, Flemish
- vuurbol Dutch, Flemish
- vuurdood Dutch, Flemish
- vuurdoop Dutch, Flemish
- vuurduivel Dutch, Flemish
- vuurgevecht Dutch, Flemish
- vuurkorf Dutch, Flemish
- vuurmond Dutch, Flemish
- vuurmuur Dutch, Flemish
- vuurpijl Dutch, Flemish
- vuurroer Dutch, Flemish
- vuurrood Dutch, Flemish
- vuursein Dutch, Flemish
- vuursignaal Dutch, Flemish
- vuurspuwer Dutch, Flemish
- vuursteen Dutch, Flemish
- vuurtoren Dutch, Flemish
- vuurvlieg Dutch, Flemish
- vuurvlinder Dutch, Flemish
- vuurvogel Dutch, Flemish
- vuurwapen Dutch, Flemish
- vuurwater Dutch, Flemish
- vuurwerk Dutch, Flemish
- vuurzee Dutch, Flemish
- wilskracht Dutch, Flemish
- windkracht Dutch, Flemish
- zeggingskracht Dutch, Flemish
- zwaartekracht Dutch, Flemish
- inkrah Indonesian
- cracht Middle Dutch
- vuur Middle Dutch
- krag Afrikaans
- vuur Afrikaans
- fuïr, fuir Old Dutch
- vuur
- vuren
- vurig
- kracht
- vuurzee
- vuurbol
- vuurpijl
- vuurrood
- vuurmuur
- paasvuur
- vuurmond
- vuursein
- vuurkorf
- vuurwerk
- vagevuur
- vuurdood
- vuurbaak
- kampvuur
- miltvuur
- spervuur
- vuurdoop
- vuurroer
- krachtig
- vuurvlieg
- vuurvogel
- tegenvuur
- vuurwapen
- vuurtoren
- vuurwater
- vuurbaken
- vuursteen
- hemelvuur
- grauwvuur
- perenvuur
- krachtdaad
- krachtterm
- roffelvuur
- slagkracht
- wilskracht
- daadkracht
- stuwkracht
- krachtbron
- veerkracht
- windkracht
- krachtveld
- krachthonk
- leerkracht
- geweervuur
- vuurduivel
- krachttoer
- heerkracht
- vuurspuwer
- granaatvuur
- vuursignaal
- vuurblusser
- trommelvuur
- dommekracht
- toverkracht
- krachteloos
- krachtdadig
- invalkracht
- draagkracht
- spierkracht
- superkracht
- groeikracht
- krachtproef
- lichtkracht
- vuurvlinder
- vuurgevecht
- stoomkracht
- krachtstroom
- bacterievuur
- krachtmoment
- krachtmeting
- levenskracht
- krachtpatser
- natuurkracht
- kippenkracht
- strijdkracht
- houtskoolvuur
- arbeidskracht
- zwaartekracht
- magneetkracht
- normaalkracht
- paardenkracht
- aanvalskracht
- gevechtskracht
- aandrijfkracht
- krachtcentrale
- artillerievuur
- zeggingskracht
- opstandingskracht
- vanderwaalskracht
- concurrentiekracht
- aantrekkingskracht
- van der Waalskracht
- middelpuntzoekende kracht
- middelpuntvliedende kracht