herenhoeve
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- a large farmstead, especially one belonging to wealthy and aristocratic landowners
Etymology
Compound from Dutch, Flemish heer (lord, gentleman, master, army, title for a priest) + Dutch, Flemish heren + Dutch, Flemish hoeve.
Origin
Dutch (Brabantic)
hoeve
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Heerenveen Dutch, Flemish
- ambachtsheer Dutch, Flemish
- baanderheer Dutch, Flemish
- banjerheer Dutch, Flemish
- bannerheer Dutch, Flemish
- beschermheer Dutch, Flemish
- bouwheer Dutch, Flemish
- burchtheer Dutch, Flemish
- gastheer Dutch, Flemish
- geneesheer Dutch, Flemish
- heer Dutch, Flemish
- heerkracht Dutch, Flemish
- heerlijk Dutch, Flemish
- heeroom Dutch, Flemish
- heerschaar Dutch, Flemish
- heerschappij Dutch, Flemish
- heerschare Dutch, Flemish
- heren Dutch, Flemish
- herenboer Dutch, Flemish
- herenboerderij Dutch, Flemish
- herenhuis Dutch, Flemish
- herenkapper Dutch, Flemish
- herenkleding Dutch, Flemish
- herenliefde Dutch, Flemish
- hoeve Dutch, Flemish
- jonkheer Dutch, Flemish
- krijgsheer Dutch, Flemish
- leenheer Dutch, Flemish
- meneer Dutch, Flemish
- mijnheer Dutch, Flemish
- raadsheer Dutch, Flemish
- veldheer Dutch, Flemish
- wereldheer Dutch, Flemish
- deler Indonesian
- hoeve Middle Dutch
- hêre Middle Dutch
- heer
- hoeve
- heren
- meneer
- heeroom
- gastheer
- heerlijk
- bouwheer
- veldheer
- mijnheer
- leenheer
- jonkheer
- raadsheer
- herenhuis
- herenboer
- bannerheer
- wereldheer
- Heerenveen
- heerschaar
- geneesheer
- krijgsheer
- heerkracht
- banjerheer
- burchtheer
- heerschare
- baanderheer
- herenkapper
- herenliefde
- heerschappij
- herenkleding
- beschermheer
- ambachtsheer
- herenboerderij