veerkracht
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- resilience
- (physics) elasticity
Etymology
Compound from Dutch, Flemish veer (spring, feather, shuttlecraft) + Dutch, Flemish kracht (power, force, strength).
Origin
Dutch (Brabantic)
kracht
Gloss
power, force, strength
Concept
Semantic Field
Social and political relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
力
Emoji
🏋️ 💡
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandrijfkracht Dutch, Flemish
- aantrekkingskracht Dutch, Flemish
- aanvalskracht Dutch, Flemish
- arbeidskracht Dutch, Flemish
- concurrentiekracht Dutch, Flemish
- daadkracht Dutch, Flemish
- dinosaurusveer Dutch, Flemish
- dommekracht Dutch, Flemish
- draagkracht Dutch, Flemish
- drijfveer Dutch, Flemish
- fietsveer Dutch, Flemish
- ganzeveer Dutch, Flemish
- gevechtskracht Dutch, Flemish
- groeikracht Dutch, Flemish
- heerkracht Dutch, Flemish
- invalkracht Dutch, Flemish
- kippenkracht Dutch, Flemish
- kracht Dutch, Flemish
- krachtbron Dutch, Flemish
- krachtcentrale Dutch, Flemish
- krachtdaad Dutch, Flemish
- krachtdadig Dutch, Flemish
- krachteloos Dutch, Flemish
- krachthonk Dutch, Flemish
- krachtig Dutch, Flemish
- krachtmeting Dutch, Flemish
- krachtmoment Dutch, Flemish
- krachtpatser Dutch, Flemish
- krachtproef Dutch, Flemish
- krachtstroom Dutch, Flemish
- krachtterm Dutch, Flemish
- krachttoer Dutch, Flemish
- krachtveld Dutch, Flemish
- leerkracht Dutch, Flemish
- levenskracht Dutch, Flemish
- lichtkracht Dutch, Flemish
- magneetkracht Dutch, Flemish
- middelpuntvliedende kracht Dutch, Flemish
- middelpuntzoekende kracht Dutch, Flemish
- natuurkracht Dutch, Flemish
- normaalkracht Dutch, Flemish
- opstandingskracht Dutch, Flemish
- paardenkracht Dutch, Flemish
- slagkracht Dutch, Flemish
- spierkracht Dutch, Flemish
- springveer Dutch, Flemish
- stoomkracht Dutch, Flemish
- strijdkracht Dutch, Flemish
- stuwkracht Dutch, Flemish
- superkracht Dutch, Flemish
- toverkracht Dutch, Flemish
- trapveer Dutch, Flemish
- van der Waalskracht Dutch, Flemish
- vanderwaalskracht Dutch, Flemish
- veer Dutch, Flemish
- veerboot Dutch, Flemish
- veerconstante Dutch, Flemish
- veerdienst Dutch, Flemish
- veerman Dutch, Flemish
- veerpont Dutch, Flemish
- veertoestel Dutch, Flemish
- veren Dutch, Flemish
- verenkleed Dutch, Flemish
- voetveer Dutch, Flemish
- vuurkracht Dutch, Flemish
- wilskracht Dutch, Flemish
- windkracht Dutch, Flemish
- zeggingskracht Dutch, Flemish
- zwaartekracht Dutch, Flemish
- inkrah Indonesian
- per Indonesian
- cracht Middle Dutch
- vedere Middle Dutch
- krag Afrikaans
- veer Afrikaans
- veer
- veren
- kracht
- veerman
- veerpont
- voetveer
- krachtig
- trapveer
- veerboot
- drijfveer
- ganzeveer
- fietsveer
- vuurkracht
- krachtdaad
- krachtterm
- windkracht
- krachtveld
- veerdienst
- krachthonk
- leerkracht
- slagkracht
- verenkleed
- wilskracht
- daadkracht
- krachttoer
- stuwkracht
- krachtbron
- springveer
- heerkracht
- superkracht
- groeikracht
- krachtproef
- lichtkracht
- dommekracht
- toverkracht
- stoomkracht
- veertoestel
- krachteloos
- krachtdadig
- invalkracht
- draagkracht
- spierkracht
- krachtstroom
- krachtpatser
- levenskracht
- natuurkracht
- krachtmoment
- kippenkracht
- krachtmeting
- strijdkracht
- veerconstante
- normaalkracht
- arbeidskracht
- zwaartekracht
- paardenkracht
- magneetkracht
- aanvalskracht
- dinosaurusveer
- krachtcentrale
- gevechtskracht
- zeggingskracht
- aandrijfkracht
- opstandingskracht
- vanderwaalskracht
- concurrentiekracht
- aantrekkingskracht
- van der Waalskracht
- middelpuntzoekende kracht
- middelpuntvliedende kracht