lendendoek
Dutch (Brabantic)
/ˈlɛn.də(n)ˌduk/
noun
Definitions
- loincloth
Etymology
Compound from Dutch, Flemish lende + Dutch, Flemish -n- + Dutch, Flemish doek (cloth, canvas, linen, fabric, garment, screen, curtain).
Origin
Dutch (Brabantic)
doek
Gloss
cloth, canvas, linen, fabric, garment, screen, curtain
Concept
Semantic Field
Clothing and grooming
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
布
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -n- Dutch, Flemish
- altaardoek Dutch, Flemish
- bejaardenhuis Dutch, Flemish
- bejaardenpartij Dutch, Flemish
- bejaardentehuis Dutch, Flemish
- beloftenploeg Dutch, Flemish
- blinddoek Dutch, Flemish
- blindengeleidehond Dutch, Flemish
- dodenmasker Dutch, Flemish
- dodenmis Dutch, Flemish
- dodentol Dutch, Flemish
- doek Dutch, Flemish
- doekboom Dutch, Flemish
- doventolk Dutch, Flemish
- draagdoek Dutch, Flemish
- dundoek Dutch, Flemish
- getijdenboek Dutch, Flemish
- getijdengebed Dutch, Flemish
- getijdenpoel Dutch, Flemish
- getijdenverschil Dutch, Flemish
- getuigenverklaring Dutch, Flemish
- gildenhuis Dutch, Flemish
- gildenmeester Dutch, Flemish
- halsdoek Dutch, Flemish
- handdoek Dutch, Flemish
- hoofddoek Dutch, Flemish
- invalidentoilet Dutch, Flemish
- klassenjustitie Dutch, Flemish
- klassenstrijd Dutch, Flemish
- ladenkast Dutch, Flemish
- lakdoek Dutch, Flemish
- lende Dutch, Flemish
- lendenwervel Dutch, Flemish
- naastenliefde Dutch, Flemish
- oorkondenhypothese Dutch, Flemish
- opdoeken Dutch, Flemish
- spandoek Dutch, Flemish
- steppenroller Dutch, Flemish
- stofdoek Dutch, Flemish
- theedoek Dutch, Flemish
- vaatdoek Dutch, Flemish
- vlaggendoek Dutch, Flemish
- wisdoek Dutch, Flemish
- zakdoek Dutch, Flemish
- zedenbederf Dutch, Flemish
- zedendelict Dutch, Flemish
- zedenwet Dutch, Flemish
- zeildoek Dutch, Flemish
- ziekenauto Dutch, Flemish
- ziekenboeg Dutch, Flemish
- ziekenfonds Dutch, Flemish
- ziekenhuis Dutch, Flemish
- ziekenwagen Dutch, Flemish
- ziekenzaal Dutch, Flemish
- ズック Japanese
- duk Indonesian
- doec Middle Dutch
- lenden Middle Dutch
- doek Afrikaans
- duku Sranan Tongo
- -n-
- doek
- lende
- zakdoek
- lakdoek
- wisdoek
- dundoek
- theedoek
- dodenmis
- halsdoek
- vaatdoek
- dodentol
- spandoek
- stofdoek
- opdoeken
- handdoek
- doekboom
- zeildoek
- zedenwet
- draagdoek
- blinddoek
- hoofddoek
- doventolk
- ladenkast
- ziekenzaal
- altaardoek
- ziekenauto
- ziekenhuis
- ziekenboeg
- gildenhuis
- zedendelict
- ziekenwagen
- dodenmasker
- vlaggendoek
- ziekenfonds
- zedenbederf
- getijdenboek
- lendenwervel
- getijdenpoel
- steppenroller
- beloftenploeg
- bejaardenhuis
- getijdengebed
- klassenstrijd
- gildenmeester
- naastenliefde
- invalidentoilet
- klassenjustitie
- bejaardenpartij
- bejaardentehuis
- getijdenverschil
- oorkondenhypothese
- blindengeleidehond
- getuigenverklaring