ladenkast
Dutch (Brabantic)
/ˈlaː.də(n)ˌkɑst/
noun
Etymology
Compound from Dutch, Flemish lade (drawers, drawer) + Dutch, Flemish -n- + Dutch, Flemish kast (cupboard, case, closet, cabinet, close, casing).
Origin
Dutch (Brabantic)
kast
Gloss
cupboard, case, closet, cabinet, close, casing
Concept
Semantic Field
The house
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- kast English
- -n- Dutch, Flemish
- bejaardenhuis Dutch, Flemish
- bejaardenpartij Dutch, Flemish
- bejaardentehuis Dutch, Flemish
- beloftenploeg Dutch, Flemish
- bijenkast Dutch, Flemish
- blindengeleidehond Dutch, Flemish
- boekenkast Dutch, Flemish
- brandkast Dutch, Flemish
- diepvrieskast Dutch, Flemish
- dodenmasker Dutch, Flemish
- dodenmis Dutch, Flemish
- dodentol Dutch, Flemish
- doventolk Dutch, Flemish
- flipperkast Dutch, Flemish
- getijdenboek Dutch, Flemish
- getijdengebed Dutch, Flemish
- getijdenpoel Dutch, Flemish
- getijdenverschil Dutch, Flemish
- getuigenverklaring Dutch, Flemish
- gildenhuis Dutch, Flemish
- gildenmeester Dutch, Flemish
- gokkast Dutch, Flemish
- groentelade Dutch, Flemish
- handschoenenkast Dutch, Flemish
- ijskast Dutch, Flemish
- invalidentoilet Dutch, Flemish
- kast Dutch, Flemish
- kastwoord Dutch, Flemish
- kettingkast Dutch, Flemish
- klankkast Dutch, Flemish
- klassenjustitie Dutch, Flemish
- klassenstrijd Dutch, Flemish
- kledingkast Dutch, Flemish
- kleerkast Dutch, Flemish
- klerenkast Dutch, Flemish
- koelkast Dutch, Flemish
- lade Dutch, Flemish
- ladekast Dutch, Flemish
- lendendoek Dutch, Flemish
- lendenwervel Dutch, Flemish
- naastenliefde Dutch, Flemish
- nestkast Dutch, Flemish
- oorkondenhypothese Dutch, Flemish
- poppenkast Dutch, Flemish
- ribbenkast Dutch, Flemish
- steppenroller Dutch, Flemish
- stoppenkast Dutch, Flemish
- trekkast Dutch, Flemish
- vrieskast Dutch, Flemish
- zedenbederf Dutch, Flemish
- zedendelict Dutch, Flemish
- zedenwet Dutch, Flemish
- ziekenauto Dutch, Flemish
- ziekenboeg Dutch, Flemish
- ziekenfonds Dutch, Flemish
- ziekenhuis Dutch, Flemish
- ziekenwagen Dutch, Flemish
- ziekenzaal Dutch, Flemish
- zuurkast Dutch, Flemish
- caste Middle Dutch
- kas Afrikaans
- yskas Afrikaans
- kasi Sranan Tongo
- -n-
- lade
- kast
- gokkast
- ijskast
- dodenmis
- koelkast
- zuurkast
- nestkast
- dodentol
- trekkast
- ladekast
- zedenwet
- brandkast
- vrieskast
- kleerkast
- kastwoord
- doventolk
- bijenkast
- klankkast
- lendendoek
- klerenkast
- ziekenboeg
- ribbenkast
- boekenkast
- ziekenzaal
- gildenhuis
- ziekenauto
- ziekenhuis
- poppenkast
- kledingkast
- zedendelict
- groentelade
- ziekenwagen
- stoppenkast
- ziekenfonds
- flipperkast
- dodenmasker
- zedenbederf
- kettingkast
- getijdenboek
- lendenwervel
- getijdenpoel
- beloftenploeg
- naastenliefde
- bejaardenhuis
- getijdengebed
- steppenroller
- diepvrieskast
- gildenmeester
- klassenstrijd
- invalidentoilet
- bejaardenpartij
- klassenjustitie
- bejaardentehuis
- handschoenenkast
- getijdenverschil
- oorkondenhypothese
- blindengeleidehond
- getuigenverklaring