zedenwet
Dutch (Brabantic)
/ˈzeː.də(n)ˌʋɛt/
noun
Definitions
- normative system of ethics
Etymology
Compound from Dutch, Flemish zede (moral, norm, mores, custom, morality) + Dutch, Flemish -n- + Dutch, Flemish wet (law, way, fashion).
Origin
Dutch (Brabantic)
wet
Gloss
law, way, fashion
Concept
Semantic Field
Law
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
👨⚖️ 👩⚖️ 👮
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -n- Dutch, Flemish
- bejaardenhuis Dutch, Flemish
- bejaardenpartij Dutch, Flemish
- bejaardentehuis Dutch, Flemish
- beloftenploeg Dutch, Flemish
- blindengeleidehond Dutch, Flemish
- burgerzede Dutch, Flemish
- dodenmasker Dutch, Flemish
- dodenmis Dutch, Flemish
- dodentol Dutch, Flemish
- doventolk Dutch, Flemish
- getijdenboek Dutch, Flemish
- getijdengebed Dutch, Flemish
- getijdenpoel Dutch, Flemish
- getijdenverschil Dutch, Flemish
- getuigenverklaring Dutch, Flemish
- gildenhuis Dutch, Flemish
- gildenmeester Dutch, Flemish
- grondwet Dutch, Flemish
- invalidentoilet Dutch, Flemish
- klankwet Dutch, Flemish
- klassenjustitie Dutch, Flemish
- klassenstrijd Dutch, Flemish
- klimaatwet Dutch, Flemish
- ladenkast Dutch, Flemish
- lendendoek Dutch, Flemish
- lendenwervel Dutch, Flemish
- mijnwet Dutch, Flemish
- naastenliefde Dutch, Flemish
- natuurwet Dutch, Flemish
- oorkondenhypothese Dutch, Flemish
- ouderwets Dutch, Flemish
- perkenwet Dutch, Flemish
- steppenroller Dutch, Flemish
- wet Dutch, Flemish
- wetboek Dutch, Flemish
- wetgeven Dutch, Flemish
- wetgeving Dutch, Flemish
- wethouder Dutch, Flemish
- wetsbreker Dutch, Flemish
- wetsverkrachter Dutch, Flemish
- wetsvoorstel Dutch, Flemish
- wettelijk Dutch, Flemish
- wetteloos Dutch, Flemish
- wettig Dutch, Flemish
- zede Dutch, Flemish
- zedelijk Dutch, Flemish
- zedeloos Dutch, Flemish
- zedenbederf Dutch, Flemish
- zedendelict Dutch, Flemish
- zedendelinquent Dutch, Flemish
- zedenkunde Dutch, Flemish
- zedenmeester Dutch, Flemish
- zedig Dutch, Flemish
- ziekenauto Dutch, Flemish
- ziekenboeg Dutch, Flemish
- ziekenfonds Dutch, Flemish
- ziekenhuis Dutch, Flemish
- ziekenwagen Dutch, Flemish
- ziekenzaal Dutch, Flemish
- wet Indonesian
- sēde Middle Dutch
- wet Middle Dutch
- wette Middle Dutch
- wet Afrikaans
- -n-
- wet
- zede
- zedig
- wettig
- mijnwet
- wetboek
- wetgeven
- dodenmis
- dodentol
- zedeloos
- klankwet
- zedelijk
- grondwet
- wethouder
- wettelijk
- wetteloos
- perkenwet
- natuurwet
- wetgeving
- doventolk
- ouderwets
- ladenkast
- burgerzede
- lendendoek
- zedenkunde
- ziekenzaal
- ziekenauto
- ziekenhuis
- ziekenboeg
- klimaatwet
- gildenhuis
- wetsbreker
- zedendelict
- ziekenwagen
- dodenmasker
- ziekenfonds
- zedenbederf
- getijdenboek
- zedenmeester
- lendenwervel
- getijdenpoel
- wetsvoorstel
- steppenroller
- beloftenploeg
- bejaardenhuis
- getijdengebed
- klassenstrijd
- gildenmeester
- naastenliefde
- invalidentoilet
- klassenjustitie
- zedendelinquent
- bejaardenpartij
- bejaardentehuis
- wetsverkrachter
- getijdenverschil
- oorkondenhypothese
- blindengeleidehond
- getuigenverklaring