doodslag
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- manslaughter act of killing unlawfully
Etymology
Affix from Dutch, Flemish dood (death, dead) + Dutch, Flemish slag (hit, stroke, blow, battle, strike, beat, beating, knock).
Origin
Dutch (Brabantic)
slag
Gloss
hit, stroke, blow, battle, strike, beat, beating, knock
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Action/Process
Kanji
戦, 闘
Emoji
🎯
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanslag Dutch, Flemish
- aderslag Dutch, Flemish
- dode Dutch, Flemish
- dodelijk Dutch, Flemish
- dodenrijk Dutch, Flemish
- dood Dutch, Flemish
- doodbidder Dutch, Flemish
- doodbliksemen Dutch, Flemish
- doodbloeden Dutch, Flemish
- doodboek Dutch, Flemish
- doodbus Dutch, Flemish
- doodcedel Dutch, Flemish
- doodceel Dutch, Flemish
- dooddoener Dutch, Flemish
- doodeenvoudig Dutch, Flemish
- doodeng Dutch, Flemish
- doodgaan Dutch, Flemish
- doodgraver Dutch, Flemish
- doodklok Dutch, Flemish
- doodkoud Dutch, Flemish
- doodkrank Dutch, Flemish
- doodleuk Dutch, Flemish
- doodlopen Dutch, Flemish
- doodmoe Dutch, Flemish
- doodrijden Dutch, Flemish
- doodrijder Dutch, Flemish
- doods Dutch, Flemish
- doodsangst Dutch, Flemish
- doodsbang Dutch, Flemish
- doodsbed Dutch, Flemish
- doodsbedreiging Dutch, Flemish
- doodsbleek Dutch, Flemish
- doodsengel Dutch, Flemish
- doodseskader Dutch, Flemish
- doodsgevaar Dutch, Flemish
- doodshoofd Dutch, Flemish
- doodskamp Dutch, Flemish
- doodskist Dutch, Flemish
- doodsklok Dutch, Flemish
- doodskop Dutch, Flemish
- doodsmaal Dutch, Flemish
- doodsmoe Dutch, Flemish
- doodsoorzaak Dutch, Flemish
- doodsstond Dutch, Flemish
- doodsstrijd Dutch, Flemish
- doodstil Dutch, Flemish
- doodstraf Dutch, Flemish
- doodstrijd Dutch, Flemish
- doodsverachting Dutch, Flemish
- doodswens Dutch, Flemish
- doodtij Dutch, Flemish
- doodvonnis Dutch, Flemish
- doodziek Dutch, Flemish
- doodzonde Dutch, Flemish
- doorslag Dutch, Flemish
- drieslagstelsel Dutch, Flemish
- genadeslag Dutch, Flemish
- glottisslag Dutch, Flemish
- golfslag Dutch, Flemish
- grondslag Dutch, Flemish
- hagelslag Dutch, Flemish
- hartslag Dutch, Flemish
- herculesslag Dutch, Flemish
- hersendood Dutch, Flemish
- hongerdood Dutch, Flemish
- inslag Dutch, Flemish
- kaakslag Dutch, Flemish
- kaalslag Dutch, Flemish
- kruisdood Dutch, Flemish
- kwartslag Dutch, Flemish
- mokerslag Dutch, Flemish
- monddood Dutch, Flemish
- muntslag Dutch, Flemish
- naslag Dutch, Flemish
- neerslag Dutch, Flemish
- omsingelingsslag Dutch, Flemish
- omslag Dutch, Flemish
- ontslag Dutch, Flemish
- polsslag Dutch, Flemish
- riemslag Dutch, Flemish
- schoolslag Dutch, Flemish
- slag Dutch, Flemish
- slagbal Dutch, Flemish
- slagboom Dutch, Flemish
- slaginstrument Dutch, Flemish
- slagkracht Dutch, Flemish
- slagroom Dutch, Flemish
- slagschaduw Dutch, Flemish
- slagschip Dutch, Flemish
- slagvaardig Dutch, Flemish
- slagveld Dutch, Flemish
- slagwapen Dutch, Flemish
- slagwerk Dutch, Flemish
- slagzwaard Dutch, Flemish
- steenslag Dutch, Flemish
- stokslag Dutch, Flemish
- taaldood Dutch, Flemish
- tankslag Dutch, Flemish
- tegenslag Dutch, Flemish
- toeslag Dutch, Flemish
- toverslag Dutch, Flemish
- uitputtingsslag Dutch, Flemish
- veldslag Dutch, Flemish
- verdrinkingsdood Dutch, Flemish
- vuurdood Dutch, Flemish
- zeeslag Dutch, Flemish
- zweepslag Dutch, Flemish
- dôot Middle Dutch
- slach Middle Dutch
- dood Afrikaans
- slag
- dode
- dood
- doods
- inslag
- omslag
- naslag
- doodbus
- zeeslag
- ontslag
- aanslag
- doodmoe
- doodeng
- toeslag
- slagbal
- doodtij
- slagroom
- dodelijk
- doodstil
- polsslag
- doodboek
- neerslag
- slagveld
- taaldood
- slagboom
- doodsbed
- doorslag
- doodziek
- aderslag
- doodgaan
- doodkoud
- muntslag
- kaakslag
- doodceel
- veldslag
- slagwerk
- doodklok
- doodskop
- vuurdood
- hartslag
- tankslag
- doodleuk
- riemslag
- kaalslag
- golfslag
- doodsmoe
- stokslag
- monddood
- doodzonde
- hagelslag
- doodskamp
- zweepslag
- tegenslag
- toverslag
- kruisdood
- steenslag
- slagwapen
- doodkrank
- slagschip
- kwartslag
- dodenrijk
- doodsmaal
- doodstraf
- grondslag
- doodskist
- doodcedel
- doodsbang
- doodswens
- mokerslag
- doodlopen
- doodsklok
- doodrijden
- slagkracht
- doodstrijd
- dooddoener
- doodbidder
- doodsstond
- hongerdood
- doodvonnis
- doodshoofd
- genadeslag
- doodsbleek
- doodgraver
- doodsengel
- slagzwaard
- doodsangst
- hersendood
- doodrijder
- schoolslag
- doodsgevaar
- glottisslag
- slagschaduw
- slagvaardig
- doodsstrijd
- doodbloeden
- doodsoorzaak
- doodseskader
- herculesslag
- doodbliksemen
- doodeenvoudig
- slaginstrument
- doodsbedreiging
- uitputtingsslag
- doodsverachting
- drieslagstelsel
- verdrinkingsdood
- omsingelingsslag