kerkstuk
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- church play/skit
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kerk (church) + Dutch, Flemish stuk (piece, item, piecepart, feat, document, rest, component).
Origin
Dutch (Brabantic)
stuk
Gloss
piece, item, piecepart, feat, document, rest, component
Concept
Semantic Field
Quantity
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
休
Emoji
🧩
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Oudkerkslavisch Dutch, Flemish
- Ridderkerk Dutch, Flemish
- abdijkerk Dutch, Flemish
- altaarstuk Dutch, Flemish
- bewijsstuk Dutch, Flemish
- bilstuk Dutch, Flemish
- bloemstuk Dutch, Flemish
- borststuk Dutch, Flemish
- brokstuk Dutch, Flemish
- damstuk Dutch, Flemish
- domkerk Dutch, Flemish
- dorpskerk Dutch, Flemish
- goudstuk Dutch, Flemish
- haarstuk Dutch, Flemish
- hamerstuk Dutch, Flemish
- hoofdstuk Dutch, Flemish
- hospitaalkerkschip Dutch, Flemish
- huiskerk Dutch, Flemish
- huzarenstuk Dutch, Flemish
- jachtstuk Dutch, Flemish
- jodenkerk Dutch, Flemish
- kamerstuk Dutch, Flemish
- kerk Dutch, Flemish
- kerkasiel Dutch, Flemish
- kerkbank Dutch, Flemish
- kerkbestuur Dutch, Flemish
- kerkburcht Dutch, Flemish
- kerkdeur Dutch, Flemish
- kerkdienst Dutch, Flemish
- kerkdorp Dutch, Flemish
- kerkelijk Dutch, Flemish
- kerkendom Dutch, Flemish
- kerkfabriek Dutch, Flemish
- kerkganger Dutch, Flemish
- kerkgebruik Dutch, Flemish
- kerkgenootschap Dutch, Flemish
- kerkhistoricus Dutch, Flemish
- kerkhof Dutch, Flemish
- kerkklok Dutch, Flemish
- kerkkoor Dutch, Flemish
- kerkorde Dutch, Flemish
- kerkorgel Dutch, Flemish
- kerks Dutch, Flemish
- kerkschuur Dutch, Flemish
- kerktoren Dutch, Flemish
- kerktuin Dutch, Flemish
- kerkuil Dutch, Flemish
- kerkvader Dutch, Flemish
- kerkvergadering Dutch, Flemish
- kerkvoogd Dutch, Flemish
- kerkvorst Dutch, Flemish
- kerkzaal Dutch, Flemish
- kerststuk Dutch, Flemish
- kinderkerk Dutch, Flemish
- kinstuk Dutch, Flemish
- klapstuk Dutch, Flemish
- kledingstuk Dutch, Flemish
- koperstuk Dutch, Flemish
- kopstuk Dutch, Flemish
- kruiskerk Dutch, Flemish
- leerstuk Dutch, Flemish
- lijnstuk Dutch, Flemish
- meesterstuk Dutch, Flemish
- meubelstuk Dutch, Flemish
- mondstuk Dutch, Flemish
- nikkelstuk Dutch, Flemish
- opiniestuk Dutch, Flemish
- poststuk Dutch, Flemish
- pronkstuk Dutch, Flemish
- puntstuk Dutch, Flemish
- regentenstuk Dutch, Flemish
- regentessenstuk Dutch, Flemish
- ribstuk Dutch, Flemish
- schaakstuk Dutch, Flemish
- schelmstuk Dutch, Flemish
- schilderstuk Dutch, Flemish
- schuilkerk Dutch, Flemish
- schuurkerk Dutch, Flemish
- sluitstuk Dutch, Flemish
- speelstuk Dutch, Flemish
- staafkerk Dutch, Flemish
- staanderkerk Dutch, Flemish
- staartstuk Dutch, Flemish
- staatskerk Dutch, Flemish
- stuk Dutch, Flemish
- stukgaan Dutch, Flemish
- stukloon Dutch, Flemish
- stukwerk Dutch, Flemish
- toneelstuk Dutch, Flemish
- vierduitenstuk Dutch, Flemish
- vierduitstuk Dutch, Flemish
- voetstuk Dutch, Flemish
- vraagstuk Dutch, Flemish
- waterstaatskerk Dutch, Flemish
- weerkerk Dutch, Flemish
- wisselstuk Dutch, Flemish
- zaalkerk Dutch, Flemish
- zilverstuk Dutch, Flemish
- kerke Middle Dutch
- stucke Middle Dutch
- kerk Afrikaans
- stuk Afrikaans
- kerki Sranan Tongo
- kerk
- stuk
- kerks
- bilstuk
- kerkuil
- damstuk
- ribstuk
- kinstuk
- domkerk
- kopstuk
- kerkhof
- stukgaan
- kerktuin
- stukwerk
- stukloon
- leerstuk
- poststuk
- puntstuk
- kerkklok
- brokstuk
- mondstuk
- kerkdeur
- weerkerk
- goudstuk
- kerkzaal
- zaalkerk
- klapstuk
- kerkorde
- voetstuk
- lijnstuk
- kerkkoor
- huiskerk
- kerkdorp
- kerkbank
- haarstuk
- kruiskerk
- kerkvoogd
- jodenkerk
- staafkerk
- koperstuk
- kerktoren
- borststuk
- jachtstuk
- sluitstuk
- abdijkerk
- vraagstuk
- kerkvader
- kerststuk
- dorpskerk
- bloemstuk
- hamerstuk
- hoofdstuk
- speelstuk
- kamerstuk
- kerkorgel
- pronkstuk
- kerkvorst
- kerkelijk
- kerkasiel
- kerkendom
- altaarstuk
- meubelstuk
- wisselstuk
- zilverstuk
- kerkganger
- staartstuk
- toneelstuk
- kerkschuur
- bewijsstuk
- nikkelstuk
- kerkburcht
- schuurkerk
- Ridderkerk
- schaakstuk
- kinderkerk
- schelmstuk
- opiniestuk
- staatskerk
- kerkdienst
- schuilkerk
- kerkbestuur
- kerkfabriek
- kerkgebruik
- meesterstuk
- kledingstuk
- huzarenstuk
- vierduitstuk
- staanderkerk
- schilderstuk
- regentenstuk
- kerkhistoricus
- vierduitenstuk
- kerkgenootschap
- kerkvergadering
- waterstaatskerk
- regentessenstuk
- Oudkerkslavisch
- hospitaalkerkschip