kerkfabriek
Dutch (Brabantic)
/ˈkɛrk.faːˌbrik/
noun
Definitions
- (Christianity) body responsible for the governance of church assets and property
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kerk (church) + Dutch, Flemish fabriek (factory).
Origin
Dutch (Brabantic)
fabriek
Gloss
factory
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- fabrica Latin
- Oudkerkslavisch Dutch, Flemish
- Ridderkerk Dutch, Flemish
- abdijkerk Dutch, Flemish
- bandfabriek Dutch, Flemish
- domkerk Dutch, Flemish
- dorpskerk Dutch, Flemish
- fabriek Dutch, Flemish
- fabrieken Dutch, Flemish
- fabrieksarbeid Dutch, Flemish
- fabrieksarbeider Dutch, Flemish
- fabrieksarbeidster Dutch, Flemish
- fabriekscomplex Dutch, Flemish
- fabrieksmatig Dutch, Flemish
- fabriekspoort Dutch, Flemish
- fabrieksrijder Dutch, Flemish
- fabrieksteam Dutch, Flemish
- fabrikant Dutch, Flemish
- hospitaalkerkschip Dutch, Flemish
- huiskerk Dutch, Flemish
- jodenkerk Dutch, Flemish
- kaarsenfabriek Dutch, Flemish
- kartonfabriek Dutch, Flemish
- kerk Dutch, Flemish
- kerkasiel Dutch, Flemish
- kerkbank Dutch, Flemish
- kerkbestuur Dutch, Flemish
- kerkburcht Dutch, Flemish
- kerkdeur Dutch, Flemish
- kerkdienst Dutch, Flemish
- kerkdorp Dutch, Flemish
- kerkelijk Dutch, Flemish
- kerkendom Dutch, Flemish
- kerkganger Dutch, Flemish
- kerkgebruik Dutch, Flemish
- kerkgenootschap Dutch, Flemish
- kerkhistoricus Dutch, Flemish
- kerkhof Dutch, Flemish
- kerkklok Dutch, Flemish
- kerkkoor Dutch, Flemish
- kerkorde Dutch, Flemish
- kerkorgel Dutch, Flemish
- kerks Dutch, Flemish
- kerkschuur Dutch, Flemish
- kerkstuk Dutch, Flemish
- kerktoren Dutch, Flemish
- kerktuin Dutch, Flemish
- kerkuil Dutch, Flemish
- kerkvader Dutch, Flemish
- kerkvergadering Dutch, Flemish
- kerkvoogd Dutch, Flemish
- kerkvorst Dutch, Flemish
- kerkzaal Dutch, Flemish
- kinderkerk Dutch, Flemish
- kruiskerk Dutch, Flemish
- schuilkerk Dutch, Flemish
- schuurkerk Dutch, Flemish
- staafkerk Dutch, Flemish
- staanderkerk Dutch, Flemish
- staatskerk Dutch, Flemish
- waterstaatskerk Dutch, Flemish
- weerkerk Dutch, Flemish
- zaalkerk Dutch, Flemish
- zuivelfabriek Dutch, Flemish
- pabrik Indonesian
- kerke Middle Dutch
- fabriek Afrikaans
- kerk Afrikaans
- pabrik Malay
- kerki Sranan Tongo
- kerk
- kerks
- kerkuil
- domkerk
- fabriek
- kerkhof
- kerkzaal
- kerkkoor
- zaalkerk
- kerktuin
- kerkklok
- huiskerk
- kerkorde
- kerkdorp
- kerkbank
- kerkdeur
- weerkerk
- kerkstuk
- fabrieken
- kerkvader
- kruiskerk
- kerkvoogd
- kerkorgel
- fabrikant
- jodenkerk
- staafkerk
- dorpskerk
- kerkvorst
- kerkelijk
- abdijkerk
- kerktoren
- kerkasiel
- kerkendom
- kerkburcht
- schuurkerk
- kerkganger
- Ridderkerk
- kerkschuur
- kinderkerk
- staatskerk
- kerkdienst
- schuilkerk
- kerkbestuur
- kerkgebruik
- bandfabriek
- staanderkerk
- fabrieksteam
- fabriekspoort
- kartonfabriek
- zuivelfabriek
- fabrieksmatig
- fabrieksrijder
- fabrieksarbeid
- kerkhistoricus
- kaarsenfabriek
- kerkvergadering
- waterstaatskerk
- fabriekscomplex
- Oudkerkslavisch
- kerkgenootschap
- fabrieksarbeider
- fabrieksarbeidster
- hospitaalkerkschip