vrouwenhandel
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- sex trafficking of women
Etymology
Compound from Dutch, Flemish vrouw (woman, wife, lady, women, vrouw, mistress) + Dutch, Flemish handel (trade, business, commerce, enterprise).
Origin
Dutch (Brabantic)
handel
Gloss
trade, business, commerce, enterprise
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Action/Process
Kanji
商, 貿
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- vrouw English
- Oranjevrouw Dutch, Flemish
- actiehandel Dutch, Flemish
- actiënhandel Dutch, Flemish
- ambachtsvrouw Dutch, Flemish
- barvrouw Dutch, Flemish
- beschermvrouw Dutch, Flemish
- beurshandel Dutch, Flemish
- bewindsvrouw Dutch, Flemish
- bijvrouw Dutch, Flemish
- boekhandel Dutch, Flemish
- botervrouw Dutch, Flemish
- brandweervrouw Dutch, Flemish
- buitenvrouw Dutch, Flemish
- burchtvrouw Dutch, Flemish
- buurvrouw Dutch, Flemish
- cisvrouw Dutch, Flemish
- detailhandel Dutch, Flemish
- doelvrouw Dutch, Flemish
- emissiehandel Dutch, Flemish
- ex-vrouw Dutch, Flemish
- gastvrouw Dutch, Flemish
- geldhandel Dutch, Flemish
- groothandel Dutch, Flemish
- handel Dutch, Flemish
- handelsafgunst Dutch, Flemish
- handelsbetrekking Dutch, Flemish
- handelsembargo Dutch, Flemish
- handelsgenoot Dutch, Flemish
- handelsgewas Dutch, Flemish
- handelsmerk Dutch, Flemish
- handelsnatie Dutch, Flemish
- handelsnederzetting Dutch, Flemish
- handelsoorlog Dutch, Flemish
- handelspartner Dutch, Flemish
- handelspost Dutch, Flemish
- handelsschip Dutch, Flemish
- handelsstad Dutch, Flemish
- handelsvaart Dutch, Flemish
- handelsverkeer Dutch, Flemish
- handelsvloot Dutch, Flemish
- handelswaar Dutch, Flemish
- huisvrouw Dutch, Flemish
- ijscovrouw Dutch, Flemish
- kinderhandel Dutch, Flemish
- kleinhandel Dutch, Flemish
- koehandel Dutch, Flemish
- koeienhandel Dutch, Flemish
- kraamvrouw Dutch, Flemish
- kuisvrouw Dutch, Flemish
- kunsthandel Dutch, Flemish
- mensenhandel Dutch, Flemish
- mevrouw Dutch, Flemish
- morshandel Dutch, Flemish
- ombudsvrouw Dutch, Flemish
- slavenhandel Dutch, Flemish
- sluikhandel Dutch, Flemish
- sneeuwvrouw Dutch, Flemish
- sportvrouw Dutch, Flemish
- timmervrouw Dutch, Flemish
- topvrouw Dutch, Flemish
- transvrouw Dutch, Flemish
- tuinvrouw Dutch, Flemish
- vakvrouw Dutch, Flemish
- vrijhandel Dutch, Flemish
- vroedvrouw Dutch, Flemish
- vrouw Dutch, Flemish
- vrouwelijk Dutch, Flemish
- vrouwenemancipatie Dutch, Flemish
- vrouwenhaat Dutch, Flemish
- vrouwenhater Dutch, Flemish
- vrouwenkiesrecht Dutch, Flemish
- vrouwenquotum Dutch, Flemish
- vrouwenring Dutch, Flemish
- vrouwenversierder Dutch, Flemish
- vrouwenvoetbal Dutch, Flemish
- vrouwmens Dutch, Flemish
- wapenhandel Dutch, Flemish
- weervrouw Dutch, Flemish
- wereldhandel Dutch, Flemish
- windhandel Dutch, Flemish
- zoonsvrouw Dutch, Flemish
- vrouwe Middle Dutch
- vrou Afrikaans
- folow Aukan
- vrouw
- handel
- mevrouw
- cisvrouw
- ex-vrouw
- barvrouw
- vakvrouw
- topvrouw
- bijvrouw
- vrouwmens
- gastvrouw
- buurvrouw
- doelvrouw
- weervrouw
- tuinvrouw
- kuisvrouw
- huisvrouw
- koehandel
- sportvrouw
- vrouwelijk
- botervrouw
- zoonsvrouw
- boekhandel
- vrijhandel
- windhandel
- geldhandel
- transvrouw
- kraamvrouw
- ijscovrouw
- morshandel
- vroedvrouw
- groothandel
- vrouwenring
- sneeuwvrouw
- vrouwenhaat
- kleinhandel
- ombudsvrouw
- Oranjevrouw
- buitenvrouw
- timmervrouw
- handelswaar
- handelsmerk
- handelspost
- sluikhandel
- burchtvrouw
- actiehandel
- handelsstad
- kunsthandel
- beurshandel
- wapenhandel
- detailhandel
- handelsnatie
- mensenhandel
- wereldhandel
- handelsschip
- handelsgewas
- handelsvloot
- koeienhandel
- kinderhandel
- bewindsvrouw
- actiënhandel
- slavenhandel
- vrouwenhater
- handelsvaart
- handelsgenoot
- beschermvrouw
- ambachtsvrouw
- vrouwenquotum
- emissiehandel
- handelsoorlog
- handelsverkeer
- handelsembargo
- handelspartner
- brandweervrouw
- vrouwenvoetbal
- handelsafgunst
- vrouwenkiesrecht
- handelsbetrekking
- vrouwenversierder
- vrouwenemancipatie
- handelsnederzetting