vrouwmens
Dutch (Brabantic)
/ˈvrɑu̯.mɛns/
noun
Definitions
- (now) woman
- (Netherlands) woman, bint
Etymology
Compound from Dutch, Flemish vrouw (woman, wife, lady, women, vrouw, mistress) + Dutch, Flemish mens (human, person, humanity).
Origin
Dutch (Brabantic)
mens
Gloss
human, person, humanity
Concept
Semantic Field
Kinship
Ontological Category
Classifier
Kanji
人
Emoji
🏃 👤 👥 👦 👧 👨 👩 👯 👰 👲 👴 👵 👶 💃 💆 💇 🕴️ 🕺 🗣️ 🚶 🚶♀️ 🚶♂️ 🛌 🤵 🧑 🧑🍼 🧑🤝🧑 🧑🦰 🧑🦱 🧑🦲 🧑🦳 🧒 🧓 🧔 🧗 🧘
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- vrouw English
- Mensenzoon Dutch, Flemish
- Oranjevrouw Dutch, Flemish
- aapmens Dutch, Flemish
- ambachtsvrouw Dutch, Flemish
- avondmens Dutch, Flemish
- barvrouw Dutch, Flemish
- beschermvrouw Dutch, Flemish
- bewindsvrouw Dutch, Flemish
- bijvrouw Dutch, Flemish
- binnenmens Dutch, Flemish
- botervrouw Dutch, Flemish
- brandweermens Dutch, Flemish
- brandweervrouw Dutch, Flemish
- buitenvrouw Dutch, Flemish
- burchtvrouw Dutch, Flemish
- buurvrouw Dutch, Flemish
- cisvrouw Dutch, Flemish
- dagjesmens Dutch, Flemish
- doelvrouw Dutch, Flemish
- evenmens Dutch, Flemish
- ex-vrouw Dutch, Flemish
- gastvrouw Dutch, Flemish
- goedmens Dutch, Flemish
- huisvrouw Dutch, Flemish
- ijscovrouw Dutch, Flemish
- kraamvrouw Dutch, Flemish
- kuisvrouw Dutch, Flemish
- kunstmens Dutch, Flemish
- medemens Dutch, Flemish
- mens Dutch, Flemish
- mensaap Dutch, Flemish
- mensdom Dutch, Flemish
- menselijk Dutch, Flemish
- menseneter Dutch, Flemish
- mensenhaai Dutch, Flemish
- mensenhandel Dutch, Flemish
- mensenhater Dutch, Flemish
- mensenkind Dutch, Flemish
- mensenleven Dutch, Flemish
- mensenmassa Dutch, Flemish
- mensenrechten Dutch, Flemish
- mensensmokkel Dutch, Flemish
- mensensmokkelaar Dutch, Flemish
- mensenvriend Dutch, Flemish
- mensenzee Dutch, Flemish
- mensheid Dutch, Flemish
- mensonterend Dutch, Flemish
- menspaard Dutch, Flemish
- menswaardig Dutch, Flemish
- mevrouw Dutch, Flemish
- natuurmens Dutch, Flemish
- oermens Dutch, Flemish
- ombudsvrouw Dutch, Flemish
- paardmens Dutch, Flemish
- slangenmens Dutch, Flemish
- sneeuwvrouw Dutch, Flemish
- sportvrouw Dutch, Flemish
- timmervrouw Dutch, Flemish
- topvrouw Dutch, Flemish
- transmens Dutch, Flemish
- transvrouw Dutch, Flemish
- tuinvrouw Dutch, Flemish
- vakmens Dutch, Flemish
- vakvrouw Dutch, Flemish
- vroedvrouw Dutch, Flemish
- vrouw Dutch, Flemish
- vrouwelijk Dutch, Flemish
- vrouwenemancipatie Dutch, Flemish
- vrouwenhaat Dutch, Flemish
- vrouwenhandel Dutch, Flemish
- vrouwenhater Dutch, Flemish
- vrouwenkiesrecht Dutch, Flemish
- vrouwenquotum Dutch, Flemish
- vrouwenring Dutch, Flemish
- vrouwenversierder Dutch, Flemish
- vrouwenvoetbal Dutch, Flemish
- weervrouw Dutch, Flemish
- zoonsvrouw Dutch, Flemish
- mensche Middle Dutch
- vrouwe Middle Dutch
- mens Afrikaans
- vrou Afrikaans
- folow Aukan
- mens
- vrouw
- mensdom
- aapmens
- vakmens
- oermens
- mevrouw
- mensaap
- medemens
- goedmens
- cisvrouw
- ex-vrouw
- mensheid
- evenmens
- barvrouw
- vakvrouw
- topvrouw
- bijvrouw
- kunstmens
- paardmens
- avondmens
- gastvrouw
- transmens
- buurvrouw
- doelvrouw
- mensenzee
- menselijk
- weervrouw
- menspaard
- tuinvrouw
- kuisvrouw
- huisvrouw
- dagjesmens
- natuurmens
- sportvrouw
- vrouwelijk
- botervrouw
- menseneter
- Mensenzoon
- binnenmens
- zoonsvrouw
- mensenhaai
- transvrouw
- kraamvrouw
- ijscovrouw
- mensenkind
- vroedvrouw
- vrouwenring
- sneeuwvrouw
- vrouwenhaat
- mensenleven
- ombudsvrouw
- Oranjevrouw
- buitenvrouw
- timmervrouw
- mensenmassa
- burchtvrouw
- mensenhater
- slangenmens
- menswaardig
- mensenhandel
- mensenvriend
- mensonterend
- bewindsvrouw
- vrouwenhater
- beschermvrouw
- mensensmokkel
- ambachtsvrouw
- vrouwenquotum
- brandweermens
- mensenrechten
- vrouwenhandel
- brandweervrouw
- vrouwenvoetbal
- vrouwenkiesrecht
- mensensmokkelaar
- vrouwenversierder
- vrouwenemancipatie