kleinhandel
Dutch (Brabantic)
/ˈklɛi̯nˌɦɑn.dəl/
noun
Definitions
- (uncountable) Retail trade, the retail sector.
- (countable) A retail shop, a retail store.
Etymology
Borrowed from German Kleinhandel compound from Dutch, Flemish klein (small, little) + Dutch, Flemish handel (trade, business, commerce, enterprise).
Origin
Dutch (Brabantic)
handel
Gloss
trade, business, commerce, enterprise
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Action/Process
Kanji
商, 貿
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Kleinhandel German
- actiehandel Dutch, Flemish
- actiënhandel Dutch, Flemish
- beurshandel Dutch, Flemish
- boekhandel Dutch, Flemish
- detailhandel Dutch, Flemish
- emissiehandel Dutch, Flemish
- geldhandel Dutch, Flemish
- groothandel Dutch, Flemish
- handel Dutch, Flemish
- handelsafgunst Dutch, Flemish
- handelsbetrekking Dutch, Flemish
- handelsembargo Dutch, Flemish
- handelsgenoot Dutch, Flemish
- handelsgewas Dutch, Flemish
- handelsmerk Dutch, Flemish
- handelsnatie Dutch, Flemish
- handelsnederzetting Dutch, Flemish
- handelsoorlog Dutch, Flemish
- handelspartner Dutch, Flemish
- handelspost Dutch, Flemish
- handelsschip Dutch, Flemish
- handelsstad Dutch, Flemish
- handelsvaart Dutch, Flemish
- handelsverkeer Dutch, Flemish
- handelsvloot Dutch, Flemish
- handelswaar Dutch, Flemish
- kinderhandel Dutch, Flemish
- klein Dutch, Flemish
- kleinburgerlijk Dutch, Flemish
- kleindochter Dutch, Flemish
- kleingeestig Dutch, Flemish
- kleingeld Dutch, Flemish
- kleinigheid Dutch, Flemish
- kleinkind Dutch, Flemish
- kleinkunst Dutch, Flemish
- kleinoogrog Dutch, Flemish
- kleinscheeps Dutch, Flemish
- kleinvee Dutch, Flemish
- kleinzerig Dutch, Flemish
- kleinzielig Dutch, Flemish
- kleinzoon Dutch, Flemish
- koehandel Dutch, Flemish
- koeienhandel Dutch, Flemish
- kunsthandel Dutch, Flemish
- mensenhandel Dutch, Flemish
- morshandel Dutch, Flemish
- slavenhandel Dutch, Flemish
- sluikhandel Dutch, Flemish
- vrijhandel Dutch, Flemish
- vrouwenhandel Dutch, Flemish
- wapenhandel Dutch, Flemish
- wereldhandel Dutch, Flemish
- windhandel Dutch, Flemish
- cleine Middle Dutch
- klein Afrikaans
- klein
- handel
- kleinvee
- kleinkind
- kleinzoon
- kleingeld
- koehandel
- morshandel
- kleinzerig
- geldhandel
- boekhandel
- vrijhandel
- windhandel
- kleinkunst
- handelswaar
- handelsmerk
- groothandel
- handelspost
- kleinigheid
- wapenhandel
- actiehandel
- handelsstad
- kunsthandel
- kleinoogrog
- beurshandel
- sluikhandel
- kleinzielig
- handelsschip
- detailhandel
- handelsnatie
- handelsgewas
- kleinscheeps
- handelsvloot
- kleingeestig
- actiënhandel
- koeienhandel
- kleindochter
- handelsvaart
- slavenhandel
- mensenhandel
- kinderhandel
- wereldhandel
- handelsgenoot
- vrouwenhandel
- emissiehandel
- handelsoorlog
- handelsembargo
- handelspartner
- handelsafgunst
- handelsverkeer
- kleinburgerlijk
- handelsbetrekking
- handelsnederzetting